Twaalf (getal)

Bijbelteksten

1 Kronieken 25:17Het tiende voor Simei; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:18Het elfde voor Azareel; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:19Het twaalfde voor Hasabja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:20Het dertiende voor Subael; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:21Het veertiende voor Mattithja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:22Het vijftiende voor Jeremoth; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:23Het zestiende voor Hananja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:24Het zeventiende voor Josbekasa; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:25Het achttiende voor Hanani; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:26Het negentiende voor Mallothi; zijn zonen en zijn broederen; twaalf.
1 Kronieken 25:27Het twintigste voor Eliatha; zijn zonen en zijn broederen; twaalf.
1 Kronieken 25:28Het een en twintigste voor Hothir; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:29Het twee en twintigste voor Giddalti; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:30Het drie en twintigste voor Mahazioth; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:31Het vier en twintigste voor Romamthi-ezer; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 27:15De twaalfde, in de twaalfde maand, was Heldai, de Nethofathiet, van Othniel; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.
2 Kronieken 4:4Zij stond op twaalf runderen, drie ziende naar het noorden, en drie ziende naar het westen, en drie ziende naar het zuiden, en drie ziende naar het oosten; en de zee was boven op dezelve; en al hun achterdelen waren inwaarts.
2 Kronieken 4:15Een zee, en de twaalf runderen daaronder.
2 Kronieken 9:19En twaalf leeuwen stonden daar aan beide zijden, op de zes trappen; desgelijks is in geen koninkrijk gemaakt geweest.
2 Kronieken 33:1Manasse was twaalf jaren oud, als hij koning werd, en regeerde vijf en vijftig jaren te Jeruzalem.

Hadderech