Borst

Bijbelteksten

Genesis 49:25Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder!
Job 3:12Waarom zijn mij de knieen voorgekomen, en waartoe de borsten, opdat ik zuigen zou?
Job 24:9Zij rukken het weesje van de borst, en [dat] over den arme is, nemen zij te pand.
Spreuken 5:19Een zeer liefelijke hinde, en een aangenaam steengeitje; laat u haar borsten te allen tijd dronken maken; dool steeds in haar liefde.
Hooglied 1:13Mijn Liefste is mij een bundeltje mirre, [dat] tussen mijn borsten vernacht.
Hooglied 4:5Uw twee borsten zijn gelijk twee welpen, tweelingen van een ree, die onder de lelien weiden.
Hooglied 7:3Uw twee borsten zijn als twee welpen, tweelingen van een ree.
Hooglied 7:7Deze uw lengte is te vergelijken bij een palmboom, en uw borsten bij [druif]trossen.
Hooglied 7:8Ik zeide: Ik zal op den palmboom klimmen, ik zal zijn takken grijpen; zo zullen dan uw borsten zijn als [druif]trossen aan den wijnstok, en de reuk van uw neus als appelen.
Hooglied 8:1Och, dat Gij mij als een Broeder waart, zuigende de borsten mijner moeder! dat ik U op de straat vond, ik zou U kussen, ook zouden zij mij niet verachten.
Hooglied 8:8Wij hebben een kleine zuster, die nog geen borsten heeft; wat zullen wij onze zuster doen in dien dag, als men van haar spreken zal?
Hooglied 8:10Ik ben een muur en mijn borsten zijn als torens. Toen was ik in Zijn ogen als een, die vrede vindt.
Daniel 2:32Het hoofd van dit beeld was van goed goud; zijn borst en zijn armen van zilver; zijn buik en zijn dijen van koper;
Lukas 11:27En het geschiedde, als Hij deze dingen sprak, dat een zekere vrouw, de stem verheffende uit de schare, tot Hem zeide: Zalig is de buik, die U gedragen heeft, en de borsten, die Gij hebt gezogen.
Lukas 23:29Want ziet, er komen dagen, in welke men zeggen zal: Zalig [zijn] de onvruchtbaren, en de buiken, die niet gebaard hebben, en de borsten, die niet gezoogd hebben.
Openbaring 1:13En in het midden van de zeven kandelaren Een, den Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel;

StudieboekenStudieboeken