1 Kronieken 1:27 | Abram; die is Abraham. |
1 Kronieken 1:28 | De kinderen van Abraham waren Izak en Ismael. |
1 Kronieken 1:29 | Dit zijn hun geboorten: de eerstgeborene van Ismael was Nebajoth, en Kedar, en Adbeel, en Mibsam, |
1 Kronieken 1:30 | Misma en Duma, Massa, Hadad en Thema, |
1 Kronieken 1:31 | Jetur, Nafis, en Kedma; deze zijn de kinderen van Ismael. |
1 Kronieken 1:32 | De kinderen nu van Ketura, Abrahams bijwijf: [die] baarde Zimram, en Joksan, en Medan, en Midian, en Isbak, en Suah. En de kinderen van Joksan waren Scheba en Dedan. |
1 Kronieken 1:33 | De kinderen van Midian nu waren Efa, en Efer, en Henoch, en Abida, en Eldaa. Die allen waren zonen van Ketura. |
1 Kronieken 1:34 | Abraham nu gewon Izak. De zonen van Izak waren Ezau en Israel. |
1 Kronieken 1:35 | En de kinderen van Ezau: Elifaz, Rehuel, en Jehus, en Jaelam, en Korah. |
1 Kronieken 1:36 | De kinderen van Elifaz waren Theman, en Omar, Zefi, en Gaetham, Kenaz, en Timna, en Amalek. |
1 Kronieken 1:37 | De kinderen van Rehuel waren Nahath, Zerah, Samma en Mizza. |
1 Kronieken 1:38 | De kinderen van Seir nu waren Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana, en Dison, en Ezer, en Disan. |
1 Kronieken 1:39 | De kinderen van Lotan nu waren Hori en Homam; en de zuster van Lotan was Timna. |
1 Kronieken 1:40 | De kinderen van Sobal waren Aljan, en Manahath, en Ebal, Sefi en Onam; en de kinderen van Zibeon waren Aja en Ana. |
1 Kronieken 1:41 | De kinderen van Ana waren Dison; en de zonen van Dison waren Hamram, en Esban, en Jithran, en Cheran. |
1 Kronieken 1:42 | De kinderen van Ezer waren Bilhan, en Zaavan, en Jaakan. De kinderen van Disan waren Uz en Aran. |
1 Kronieken 1:43 | Dit nu zijn de koningen, die geregeerd hebben in het land van Edom, eer er een koning regeerde over de kinderen Israels: Bela, de zoon van Beor; en de naam zijner stad was Dinhaba. |
1 Kronieken 1:44 | En Bela stierf, en Jobab regeerde in zijn plaats, een zoon van Zerah, van Bozra. |
1 Kronieken 1:45 | En Jobab stierf, en Husam, uit het land der Themanieten, regeerde in zijn plaats. |
1 Kronieken 1:46 | En Husam stierf, en Hadad, de zoon van Bedad, regeerde in zijn plaats, die de Midianieten in het veld van Moab versloeg; en den naam zijner stad was Avith. |