Genesis 30:3 | En zij zeide: Zie, daar is mijn dienstmaagd Bilha, ga tot haar in; dat zij op mijn knieen bare, en ik ook uit haar gebouwd worde. |
Richteren 7:5 | En hij deed het volk afgaan naar het water. Toen zeide de HEERE tot Gideon: Al wie met zijn tong uit het water zal lekken, gelijk als een hond zou lekken, dien zult gij alleen stellen; desgelijks al wie op zijn knieen zal bukken om te drinken. |
Richteren 7:6 | Toen was het getal dergenen, die met hun hand tot hun mond gelekt hadden, driehonderd man; maar alle overigen des volks hadden op hun knieen gebukt, om water te drinken. |
Richteren 16:19 | Toen deed zij hem slapen op haar knieen, en riep een man en liet hem de zeven haarlokken zijns hoofds afscheren, en zij begon hem te plagen; en zijn kracht week van hem. |
Job 3:12 | Waarom zijn mij de knieen voorgekomen, en waartoe de borsten, opdat ik zuigen zou? |
Psalm 109:24 | Mijn knieën struikelen van vasten, en mijn vlees is vermagerd, zodat er geen vet aan is. |
Jesaja 35:3 | Versterkt de slappe handen, en stelt de struikelende knieen vast. |
Daniel 5:6 | Toen veranderde zich de glans des konings, en zijn gedachten verschrikten hem; en de banden zijner lendenen werden los, en zijn knieen stieten tegen elkander aan. |
Daniel 10:10 | En ziet, een hand roerde mij aan, en maakte, dat ik mij bewoog op mijn knieen, en de palmen mijner handen. |
Handelingen 7:60 | En vallende op de knieen, riep hij met grote stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe! En als hij dat gezegd had, ontsliep hij. |
Romeinen 14:11 | Want er is geschreven: Ik leef, zegt de Heere; voor Mij zal alle knie zich buigen, en alle tong zal God belijden. |