Hallel (lofzang)

Bijbelteksten

Psalm 115:4Hunlieder afgoden zijn zilver en goud, het werk van des mensen handen;
Psalm 115:5Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet;
Psalm 115:6Oren hebben zij, maar horen niet; zij hebben een neus, maar zij rieken niet;
Psalm 115:7Hun handen [hebben zij,] maar tasten niet; hun voeten, maar gaan niet; zij geven geen geluid door hun keel.
Psalm 115:8Dat die hen maken hun gelijk worden, [en] al wie op hen vertrouwt.
Psalm 115:9Israel! vertrouw gij op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.
Psalm 115:10Gij huis van Aaron! vertrouw op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.
Psalm 115:11Gijlieden, die den HEERE vreest! vertrouwt op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.
Psalm 115:12De HEERE is onzer gedachtig geweest, Hij zal zegenen; Hij zal het huis van Israel zegenen, Hij zal het huis van Aaron zegenen.
Psalm 115:13Hij zal zegenen, die den HEERE vrezen, de kleinen met de groten.
Psalm 115:14De HEERE zal [den zegen] over ulieden vermeerderen, over ulieden en over uw kinderen.
Psalm 115:15Gijlieden zijt den HEERE gezegend, Die den hemel en de aarde gemaakt heeft.
Psalm 115:16Aangaande den hemel, de hemel is des HEEREN; maar de aarde heeft Hij den mensenkinderen gegeven.
Psalm 115:17De doden zullen den HEERE niet prijzen, noch die in de stilte nedergedaald zijn.
Psalm 115:18Maar wij zullen den HEERE loven van nu aan tot in der eeuwigheid. Hallelujah!
Psalm 116:1Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen;
Psalm 116:2Want Hij neigt Zijn oor tot mij; dies zal ik [Hem] in mijn dagen aanroepen.
Psalm 116:3De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis.
Psalm 116:4Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, [zeggende]: Och HEERE! bevrijd mijn ziel.
Psalm 116:5De HEERE is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende.

Livius Onderwijs