Lukas 12:20 | Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, wiens zal het zijn? |
Johannes 10:24 | De Joden dan omringden Hem, en zeiden tot Hem: Hoe lang houdt Gij onze ziel op? Indien Gij de Christus zijt, zeg het ons vrijuit. |
Johannes 12:27 | Nu is Mijn ziel ontroerd; en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure! Maar hierom ben Ik in deze ure gekomen. |
Handelingen 2:27 | Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten, noch zult Uw Heilige [over]geven, om verderving te zien. |
Handelingen 2:31 | Zo heeft hij, dit voorziende, gesproken van de opstanding van Christus, dat Zijn ziel niet is verlaten in de hel, noch Zijn vlees verderving heeft gezien. |
Handelingen 2:43 | En een vreze kwam over alle ziel; en vele wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen. |
Handelingen 3:23 | En het zal geschieden, dat alle ziel, die dezen Profeet niet zal gehoord hebben, uitgeroeid zal worden uit den volke. |
Handelingen 4:32 | En de menigte van degenen, die geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen ware, maar alle dingen waren hun gemeen. |
Handelingen 20:10 | Doch Paulus, afgekomen zijnde, viel op hem, en [hem] omvangende, zeide hij: Weest niet beroerd; want zijn ziel is in hem. |
Romeinen 2:9 | Verdrukking en benauwdheid over alle ziel des mensen, die het kwade werkt, eerst van den Jood, en [ook] van den Griek; |
Romeinen 11:3 | Heere! zij hebben Uw profeten gedood, en Uw altaren omgeworpen; en ik ben alleen overgebleven en zij zoeken mijn ziel. |
Romeinen 13:1 | Alle ziel zij den machten, over [haar] gesteld, onderworpen; want er is geen macht dan van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God geordineerd. |
1 Corinthiers 15:45 | Alzo is er ook geschreven: De eerste mens Adam is geworden tot een levende ziel; de laatste Adam tot een levendmakenden Geest. |
2 Corinthiers 1:23 | Doch ik aanroepe God tot een Getuige over mijn ziel, dat ik, om u te sparen, nog te Korinthe niet ben gekomen. |
1 Thessalonicensen 5:23 | En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus. |
Hebreeen 4:12 | Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten. |
Hebreeen 6:19 | Welke wij hebben als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het binnenste van het voorhangsel; |
Hebreeen 10:38 | Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo [iemand] zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. |
Hebreeen 10:39 | Maar wij zijn niet van degenen, die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot behouding der ziel. |
Jakobus 5:20 | Die wete, dat degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en menigte der zonden zal bedekken. |