Heiden, Heidenen

Bijbelteksten

Psalm 22:29Want het koninkrijk is des HEEREN, en Hij heerst onder de heidenen.
Psalm 33:10De HEERE vernietigt den raad der heidenen; Hij breekt de gedachten der volken.
Psalm 44:3Gij hebt de heidenen met Uw hand uit de bezitting verdreven, maar henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, henlieden daarentegen doen voortschieten.
Psalm 44:12Gij geeft ons over als schapen ter spijze, en Gij verstrooit ons onder de heidenen.
Psalm 44:15Gij stelt ons tot een spreekwoord onder de heidenen, tot een hoofdschudding onder de volken.
Psalm 46:7De heidenen raasden, de koninkrijken bewogen zich; Hij verhief Zijn stem, de aarde versmolt.
Psalm 46:11Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden op de aarde.
Psalm 47:9God regeert over de heidenen; God zit op den troon Zijner heiligheid.
Psalm 59:6Ja, Gij HEERE, God der heirscharen, God Israels! ontwaak, om al deze heidenen te bezoeken; wees niemand van hen genadig, die trouwelooslijk ongerechtigheid bedrijven. Sela.
Psalm 59:9Maar Gij, HEERE! zult hen belachen; Gij zult alle heidenen bespotten.
Psalm 66:7Hij heerst eeuwiglijk met Zijn macht; Zijn ogen houden wacht over de heidenen; laat de afvalligen niet verhoogd worden. Sela.
Psalm 67:3Opdat men op de aarde Uw weg kenne, onder alle heidenen Uw heil.
Psalm 72:11Ja, alle koningen zullen zich voor hem nederbuigen, alle heidenen zullen hem dienen.
Psalm 72:17Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal zijn naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in hem gezegend worden; alle heidenen zullen hem welgelukzalig roemen.
Psalm 78:55En Hij verdreef voor hun aangezicht de heidenen, en deed hen vallen in het snoer [hunner] erfenis, en deed de stammen Israels in hun tenten wonen.
Psalm 79:1Een psalm van Asaf. O God! Heidenen zijn gekomen in Uw erfenis; zij hebben den tempel Uwer heiligheid verontreinigd; zij hebben Jeruzalem tot steenhopen gesteld.
Psalm 79:6Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de koninkrijken, die Uw Naam niet aanroepen.
Psalm 79:10Waarom zouden de heidenen zeggen: Waar is hun God? Laat de wraak des vergoten bloeds Uwer knechten onder de heidenen voor onze ogen bekend worden.
Psalm 80:9Gij hebt een wijnstok uit Egypte overgebracht, hebt de heidenen verdreven, en hebt denzelven geplant;
Psalm 86:9Al de heidenen, Heere! die Gij gemaakt hebt, zullen komen, en zullen zich voor Uw aanschijn nederbuigen, en Uw Naam eren.

Livius Onderwijs