Grens, Grenzen

Bijbelteksten

Psalm 105:31Hij sprak, en er kwam een vermenging van ongedierte, luizen, in hun ganse landpale.
Psalm 105:33En Hij sloeg hun wijnstok en hun vijgeboom, en Hij brak het geboomte hunner landpalen.
Psalm 147:14Die uw landpalen [in] vrede stelt; Hij verzadigt u met het vette der tarwe.
Spreuken 15:25Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten.
Jesaja 10:13Omdat hij gezegd heeft: Door de kracht mijner hand heb ik het gedaan, en door mijn wijsheid, want ik ben verstandig; en ik heb de landpalen der volken weggenomen, en heb hun voorraad geroofd, en heb als een geweldige de inwoners doen nederdalen;
Jesaja 15:8Want dat geschreeuw zal omgaan door de landpale van Moab, haar gehuil tot Eglaim toe, ja, tot Beer-elim toe zal haar gehuil zijn.
Jesaja 19:19Te dien dage zal de HEERE een altaar hebben in het midden van Egypteland, en een opgericht teken aan haar landpalen voor den HEERE.
Jesaja 28:25Is het niet alzo? Wanneer hij het bovenste van hetzelve effen gemaakt heeft, dan strooit hij wikken, en spreidt komijn, of hij werpt er van de beste tarwe in, of uitgelezen gerst, of spelt, elk aan zijn plaats.
Jesaja 54:12En uw glasvensters zal Ik kristallijnen maken, en uw poorten van robijnstenen, en uw ganse landpale van aangename stenen.
Jesaja 60:18Er zal geen geweld meer gehoord worden in uw land, verstoring noch verbreking in uw landpale; maar uw muren zult gij Heil heten, en uw poorten Lof.
Jeremia 15:13Ik zal uw vermogen en uw schatten tot een roof geven, zonder prijs; en dat om al uw zonden, en in al uw landpalen.
Jeremia 17:3Ik zal Mijn berg met het veld, uw vermogen [en] al uw schatten ten roof geven, [mitsgaders] uw hoogten, om de zonde in al uw landpalen.
Jeremia 31:17En er is verwachting voor uw nakomelingen, spreekt de HEERE; want [uw] kinderen zullen wederkomen tot hun landpale.
Ezechiel 11:10Gij zult door het zwaard vallen; in de landpale Israels zal Ik u richten, en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
Ezechiel 11:11Deze [stad] zal ulieden niet tot een pot zijn, en gij zult in het midden derzelve [niet] tot vlees zijn; in de landpale Israels zal Ik u richten.
Ezechiel 27:4Uw landpalen zijn in het hart der zeeen; uw bouwers hebben uw schoonheid volkomen gemaakt.
Ezechiel 29:10Daarom, zie, Ik [wil] aan u en aan uw rivier; en Ik zal Egypteland stellen tot woeste wilde eenzaamheden, van den toren van Syene af, tot aan de landpale van Morenland.
Ezechiel 47:13Alzo zegt de Heere HEERE: Dit zal de landpale zijn, [naar] dewelke gij het land ten erve zult nemen, naar de twaalf stammen Israels: Jozef [twee] snoeren.
Ezechiel 47:15Dit nu zal de landpale des lands zijn: aan den noorderhoek, van de grote zee af, den weg van Hethlon, waar men komt te Zedad.
Ezechiel 47:16Hamath, Berotha, Sibraim, dat tussen de landpale van Damaskus en tussen de landpale van Hamath is; Hazar Hattichon, dat aan de landpale van Havran is.

StudieboekenStudieboeken