Liefde

Bijbelteksten

Leviticus 19:18Gij zult niet wreken, noch [toorn] behouden tegen de kinderen uws volks; maar gij zult uw naaste liefhebben als uzelven; Ik ben de HEERE!
1 Koningen 10:9Geloofd zij de HEERE, uw God, Die behagen in u heeft gehad, om u op den troon van Israel te zetten! Omdat de HEERE Israel in eeuwigheid bemint, daarom heeft Hij u tot koning gesteld, om recht en gerechtigheid te doen.
1 Koningen 11:1En de koning Salomo had veel vreemde vrouwen lief, en dat benevens de dochter van Farao: Moabietische, Ammonietische, Edomietische, Sidonische, Hethietische;
Spreuken 7:18Kom, laat ons dronken worden van minnen tot den morgen toe; laat ons ons vrolijk maken in grote liefde.
Spreuken 30:16Het graf, de gesloten baarmoeder, de aarde, [die] van water niet verzadigd wordt, en het vuur zegt niet: Het is genoeg!
Spreuken 30:19De weg eens arends in den hemel; de weg ener slang op een rotssteen; de weg van een schip in het hart der zee; en de weg eens mans bij een maagd.
Prediker 3:8Een tijd om lief te hebben, en een tijd om te haten; een tijd van oorlog, en een tijd van vrede.
Hooglied 1:2Hij kusse mij met de kussen Zijns monds; want Uw uitnemende liefde is beter dan wijn.
Hosea 2:13Daarom, ziet, Ik zal haar lokken, en zal haar voeren in de woestijn; en Ik zal naar haar hart spreken.
Mattheus 19:19Eer uw vader en moeder; en: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.
Mattheus 22:39En het tweede aan dit gelijk, [is]: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.
Markus 12:31En het tweede [aan dit] gelijk, [is] dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod, groter dan deze.
Johannes 3:16Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
Johannes 13:34Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt.
Johannes 21:15Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid Mijn lammeren.
Johannes 21:16Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed Mijn schapen.
Johannes 21:17Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen.
Romeinen 12:9De liefde zij ongeveinsd. Hebt een afkeer van het boze, en hangt het goede aan.
Romeinen 12:10Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde; met eer de een de ander voorgaande.
Romeinen 13:8Zijt niemand iets schuldig, dan elkander lief te hebben; want die den ander liefheeft, die heeft de wet vervuld.