Dromen

Bijbelteksten

Genesis 41:15En Farao sprak tot Jozef: Ik heb een droom gedroomd, en er is niemand, die hem uitlegge; maar ik heb van u horen zeggen, [als] gij een droom hoort, dat gij hem uitlegt.
Genesis 41:17Toen sprak Farao tot Jozef: Zie, in mijn droom stond ik aan den oever der rivier;
Genesis 41:22Daarna zag ik in mijn droom, en zie, zeven aren rezen op in een halm, vol en goed.
Genesis 41:25Toen zeide Jozef tot Farao: De droom van Farao is een; hetgeen God is doende, heeft Hij Farao te kennen gegeven.
Genesis 41:26Die zeven schone koeien zijn zeven jaren; die zeven schone aren zijn ook zeven jaren; de droom is een.
Genesis 41:32En aangaande, dat die droom aan Farao ten tweeden maal is herhaald, is, omdat de zaak van God vastbesloten is, en dat God haast, om dezelve te doen.
Genesis 42:9Toen gedacht Jozef aan de dromen, die hij van hen gedroomd had; en hij zeide tot hen: Gij zijt verspieders, gij zijt gekomen om te bezichtigen, waar het land bloot is.
Numeri 12:6En Hij zeide: Hoort nu Mijn woorden! Zo er een profeet [onder] u is, Ik, de HEERE, zal door een gezicht Mij aan hem bekend maken, door een droom zal Ik met hem spreken.
Deuteronomium 13:1Wanneer een profeet, of dromen-dromer, in het midden van u zal opstaan, en u geven een teken of wonder;
Richteren 7:13Toen nu Gideon aankwam, ziet, zo was er een man, die zijn metgezel een droom vertelde, en zeide: Zie, ik heb een droom gedroomd, en zie, een geroost gerstebrood wentelde zich in het leger der Midianieten, en het kwam tot aan de tent, en sloeg haar, dat zij viel, en keerde haar om, het onderste boven, dat de tent er lag.
Richteren 7:15En het geschiedde, als Gideon de vertelling dezes drooms, en zijn uitlegging hoorde, zo aanbad hij; en hij keerde weder tot het leger van Israel, en zeide: Maakt u op, want de HEERE heeft het leger der Midianieten in ulieder hand gegeven.
1 Samuel 28:15En Samuel zeide tot Saul: Waarom hebt gij mij onrustig gemaakt, mij doende opkomen? Toen zeide Saul: Ik ben zeer beangstigd, want de Filistijnen krijgen tegen mij, en God is van mij geweken, en antwoordt mij niet meer, noch door den dienst der profeten, noch door dromen; daarom heb ik u geroepen, dat gij mij te kennen geeft, wat ik doen zal.
1 Koningen 3:5Te Gibeon verscheen de HEERE aan Salomo in een droom des nachts en God zeide: Begeer wat Ik u geven zal.
1 Koningen 3:15En Salomo waakte op, en ziet, het was een droom. En hij kwam te Jeruzalem, en stond voor de ark des verbonds des HEEREN, en offerde brandofferen, en bereidde dankofferen, en maakte een maaltijd voor al zijn knechten.
Job 4:13Onder de gedachten van de gezichten des nachts, als diepe slaap valt op de mensen;
Job 20:8Hij zal wegvlieden als een droom, dat men hem niet vinden zal, en hij zal verjaagd worden als een gezicht des nachts.
Job 33:15In den droom, [door] het gezicht des nachts, als een diepe slaap op de lieden valt, in de sluimering op het leger;
Psalm 73:20Als een droom na het ontwaken! Als Gij opwaakt, o Heere, [dan] zult Gij hun beeld verachten.
Prediker 5:2Want [gelijk] de droom komt door veel bezigheid, alzo de stem des zots door de veelheid der woorden.
Prediker 5:6Want gelijk in de veelheid der dromen ijdelheden zijn, alzo [in] veel woorden; maar vrees gij God!

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel