Mattheus 15:25 | En zij kwam en aanbad Hem, zeggende: Heere, help mij! |
Mattheus 17:21 | Maar dit geslacht vaart niet uit, dan door bidden en vasten. |
Mattheus 19:13 | Toen werden kinderkens tot Hem gebracht, opdat Hij de handen hun zou opleggen en bidden; en de discipelen bestraften dezelve. |
Mattheus 23:14 | Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij eet de huizen der weduwen op, en [dat] onder den schijn van lang te bidden; daarom zult gij te zwaarder oordeel ontvangen. |
Mattheus 26:39 | En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan! doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij [wilt]. |
Mattheus 26:41 | Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. |
Mattheus 26:53 | Of meent gij, dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen bijzetten? |
Markus 1:35 | En des morgens vroeg, als het nog diep in den nacht was, opgestaan zijnde, ging Hij uit, en ging henen in een woeste plaats, en bad aldaar. |
Markus 6:46 | En als Hij aan dezelve hun afscheid gegeven had, ging Hij op den berg om te bidden. |
Markus 9:29 | En Hij zeide tot hen: Dit geslacht kan nergens door uitgaan, dan door bidden en vasten. |
Markus 11:24 | Daarom zeg Ik u: Alle dingen, die gij biddende begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden. |
Markus 11:25 | En wanneer gij staat om te bidden, vergeeft, indien gij iets hebt tegen iemand; opdat ook uw Vader, Die in de hemelen is, ulieden uw misdaden vergeve. |
Markus 12:40 | Welke de huizen der weduwen opeten, en [dat] onder den schijn van lang te bidden. Dezen zullen zwaarder oordeel ontvangen. |
Markus 13:33 | Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de tijd is. |
Lukas 6:12 | En het geschiedde in die dagen, dat Hij uitging naar den berg, om te bidden, en Hij bleef den nacht over in het gebed tot God. |
Lukas 7:1 | Nadat Hij nu al Zijn woorden voleindigd had, ten aanhore des volks, ging Hij in te Kapernaum. |
Lukas 8:40 | En het geschiedde, als Jezus wederkeerde, dat Hem de schare ontving; want zij waren allen Hem verwachtende. |
Lukas 11:1 | En het geschiedde, toen Hij in een zekere plaats was biddende, als Hij ophield, dat een van Zijn discipelen tot Hem zeide: Heere, leer ons bidden, gelijk ook Johannes zijn discipelen geleerd heeft. |
Lukas 11:3 | Geef ons elken dag ons dagelijks brood. |
Lukas 11:4 | En vergeef ons onze zonden; want ook wij vergeven aan een iegelijk, die ons schuldig is. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. |