Genesis 14:5 | Zo kwam Kedor-laomer in het veertiende jaar, en de koningen, die met hem waren, en sloegen de Refaieten in Asteroth-karnaim, en de Zuzieten in Ham, en de Emieten in Schave-kiriathaim; |
Numeri 32:37 | En de kinderen van Ruben bouwden Hezbon, en Eleale, en Kirjathaim, |
Jozua 13:19 | En Kirjathaim, en Sibma, en Zeret-hassahar op den berg des dals, |
Jozua 21:32 | En van den stam van Nafthali, de vrijstad des doodslagers, Kedes in Galilea, en haar voorsteden, en Hammoth-dor en haar voorsteden, en Karthan en haar voorsteden: drie steden. |
1 Kronieken 6:76 | En van den stam van Nafthali: Kedes in Galilea, en haar voorsteden, en Hammon en haar voorsteden, en Kirjathaim en haar voorsteden. |
Jeremia 48:1 | Tegen Moab zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, alzo: Wee over Nebo, want zij is verstoord; Kirjathaim is beschaamd, zij is ingenomen; [de stad] des hogen vertreks is beschaamd en verschrikt. |
Jeremia 48:23 | En over Kirjathaim, en over Beth-gamul, en over Beth-meon, |
Ezechiel 25:9 | Daarom, ziet, Ik zal de zijde van Moab openen, van de steden af, van zijn steden, [die] van zijn grenzen af zijn, het sieraad des lands, Beth-jesimoth, Baal-meon, en tot Kiriathaim toe; |