Genesis 1:1 | In den beginne schiep God den hemel en de aarde. |
Genesis 1:8 | En God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de tweede dag. |
Deuteronomium 1:10 | De HEERE, uw God, heeft u vermenigvuldigd, en ziet, gij zijt heden als de sterren des hemels in menigte. |
Job 22:14 | De wolken zijn Hem een verberging, dat Hij niet ziet; en Hij bewandelt den omgang der hemelen. |
Psalm 102:27 | Die zullen vergaan, maar Gij zult staande blijven; en zij alle zullen als een kleed verouden; Gij zult ze veranderen als een gewaad, en zij zullen veranderd zijn. |
Psalm 104:2 | Hij bedekt Zich met het licht, als met een kleed; Hij rekt den hemel uit als een gordijn. |
Jesaja 40:22 | Hij is het, Die daar zit boven den kloot der aarde, en derzelver inwoners zijn als sprinkhanen; Hij is het, Die de hemelen uitspant als een dunnen doek, en breidt ze uit als een tent, om te bewonen; |
Jesaja 44:24 | Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser, en die u geformeerd heeft van den buik af: Ik ben de HEERE, Die alles doet, Die den hemel uitbreidt, Ik alleen, en Die de aarde uitspant door Mijzelven; |
Jeremia 33:25 | Zo zegt de HEERE: Indien Mijn verbond niet is van dag en nacht; [indien] Ik de ordeningen des hemels en der aarde niet gesteld heb; |