1 Koningen 8:9 | Er was niets in de ark, dan alleen de twee stenen tafelen, die Mozes bij Horeb daarin gelegd had, als de HEERE [een verbond] maakte met de kinderen Israels, toen zij uit Egypteland uitgetogen waren. |
2 Kronieken 5:10 | Er was niets in de ark, dan alleen de twee tafelen, die Mozes bij Horeb [daarin] gedaan had als de HEERE [een verbond] maakte met de kinderen Israels, toen zij uit Egypte uitgetogen waren. |
Nehemia 9:13 | En Gij zijt neergedaald op den berg Sinai, en hebt met hen gesproken uit den hemel; en Gij hebt hun gegeven rechtmatige rechten, en getrouwe wetten, goede inzettingen en geboden. |
Psalm 68:9 | Daverde de aarde, ook dropen de hemelen voor Gods aanschijn; [zelfs] deze Sinai, voor het aanschijn Gods, des Gods van Israel. |
Psalm 68:18 | Gods wagenen zijn tweemaal tien duizend, de duizenden verdubbeld. De Heere is onder hen, een Sinai in heiligheid! |
Handelingen 7:38 | Deze is het, die in de vergadering [des volks] in de woestijn was met den Engel, Die tot hem sprak op den berg Sinai, en [met] onze vaderen; welke de levende woorden ontving, om ons [die] te geven. |
Galaten 4:24 | Hetwelk dingen zijn, die andere beduiding hebben; want deze zijn de twee verbonden; het ene van den berg Sinai, tot dienstbaarheid barende, hetwelk is Agar. |
Galaten 4:25 | Want dit, [namelijk] Agar, is Sinai, een berg in Arabie, en komt overeen met Jeruzalem, dat nu is, en dienstbaar is met haar kinderen. |
Hebreeen 8:5 | Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen dienen, gelijk Mozes door Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken zou: Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op den berg getoond is. |
Hebreeen 12:18 | Want gij zijt niet gekomen tot den tastelijken berg, en het brandende vuur, en donkerheid, en duisternis, en onweder, |