Sittim

Bijbelteksten

Exodus 37:15Hij maakte ook de handbomen van sittimhout; en hij overtrok ze met goud, om de tafel te dragen.
Exodus 38:1Hij maakte ook het brandofferaltaar van sittimhout; vijf ellen was deszelfs lengte, en vijf ellen zijn breedte, vierkant, en drie ellen zijn hoogte.
Exodus 38:6En hij maakte de handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met koper.
Numeri 25:1En Israel verbleef te Sittim, en het volk begon te hoereren met de dochteren der Moabieten.
Numeri 33:49En zij legerden zich aan de Jordaan van Beth-jesimoth, tot aan Abel-Sittim, in de vlakke velden der Moabieten.
Jozua 2:1Jozua nu, de zoon van Nun, had twee mannen, die heimelijk verspieden zouden, gezonden van Sittim, zeggende: Gaat heen, bezichtigt het land en Jericho. Zij dan gingen, en kwamen ten huize van een vrouw, een hoer, wier naam was Rachab, en zij sliepen daar.
Jozua 3:1Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op, en zij reisden van Sittim, en kwamen tot aan de Jordaan, hij en al de kinderen Israels; en zij vernachtten aldaar, eer zij overtrokken.
Joel 3:18En het zal te dien dage geschieden dat de bergen van zoeten wijn zullen druipen, en de heuvelen van melk vlieten, en alle stromen van Juda [vol] van water gaan; en er zal een fontein uit het huis des HEEREN uitgaan, en zal het dal van Sittim bewateren.
Micha 6:5Mijn volk! gedenk toch wat Balak, de koning van Moab, beraadslaagde, en wat hem Bileam, de zoon van Beor, antwoordde; [en wat geschied is] van Sittim af tot Gilgal toe, opdat gij de gerechtigheden des HEEREN kent.

Hadderech