Maan

Bijbelteksten

Genesis 1:16God dan maakte die twee grote lichten; dat grote licht tot heerschappij des daags, en dat kleine licht tot heerschappij des nachts; ook de sterren.
Genesis 37:9En hij droomde nog een anderen droom, en verhaalde dien aan zijn broederen; en hij zeide: Ziet, ik heb nog een droom gedroomd, en ziet, de zon, en de maan, en elf sterren bogen zich voor mij neder.
Deuteronomium 33:14En van de uitnemendste inkomsten der zon, en van de uitnemendste voortzetting der maan;
2 Koningen 15:13Sallum, de zoon van Jabes, werd koning, in het negen en dertigste jaar van Uzzia, den koning van Juda; en hij regeerde een volle maand te Samaria.
Job 25:5Zie, tot de maan toe, en zij zal geen schijnsel geven; en de sterren zijn niet zuiver in Zijn ogen.
Job 31:26Zo ik het licht aangezien heb, wanneer het scheen, of de maan heerlijk voortgaande;
Psalm 8:4Als ik Uw hemel aanzie, het werk Uwer vingeren, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt;
Psalm 72:5Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht.
Psalm 104:19Hij heeft de maan gemaakt tot de gezette tijden, de zon weet haar ondergang.
Psalm 121:6De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts.
Psalm 136:7Dien, Die de grote lichten heeft gemaakt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalm 136:9De maan en sterren tot heerschappij in den nacht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalm 148:3Looft Hem, zon en maan! Looft Hem, alle gij lichtende sterren!
Prediker 12:2Eer dan de zon, en het licht, en de maan, en de sterren verduisterd worden, en de wolken wederkomen na den regen.
Hooglied 6:10Wie is zij, die er uitziet als de dageraad, schoon, gelijk de maan, zuiver als de zon, schrikkelijk als [slagorden] met banieren?
Hooglied 7:4Uw hals is als een elpenbenen toren, uw ogen zijn [als] de vijvers te Hesbon, bij de poort van Bath-rabbim; uw neus is als de toren van Libanon, die tegen Damaskus ziet.
Jesaja 24:23En de maan zal schaamrood worden, en de zon zal beschaamd worden, als de HEERE der heirscharen regeren zal op den berg Sion en te Jeruzalem, en voor zijn oudsten zal heerlijkheid zijn.
Jesaja 30:26En het licht der maan zal zijn als het licht der zon, en het licht der zon zal zevenvoudig zijn als het licht van zeven dagen; ten dage als de HEERE de breuk Zijns volks zal verbinden, en de wonde, waarmede het geslagen is, genezen.
Jesaja 60:20Uw zon zal niet meer ondergaan, en uw maan zal haar [licht] niet intrekken; want de HEERE zal u tot een eeuwig licht wezen, en de dagen uwer treuring zullen een einde nemen.
Jeremia 8:2En zij zullen ze uitspreiden voor de zon, en voor de maan, en voor het ganse heir des hemels, die zij liefgehad, en die zij gediend, en die zij nagewandeld, en die zij gezocht hebben, en voor dewelke zij zich nedergebogen hebben; zij zullen niet verzameld noch begraven worden; tot mest op den aardbodem zullen zij zijn.

StudieboekenStudieboeken