Grijs

Bijbelteksten

Deuteronomium 32:25Van buiten zal het zwaard beroven, en uit de binnenkameren de verschrikking; ook den jongeling, ook de jonge dochter, het zuigende kind met den grijzen man.
1 Samuel 12:2En nu, ziet, daar trekt de koning voor uw aangezicht heen, en ik ben oud en grijs geworden, en ziet, mijn zonen zijn bij ulieden; en ik heb voor uw aangezichten gewandeld van mijn jeugd af tot dezen dag toe.
Job 15:10Onder ons is ook een grijze, ja, een stokoude, meerder van dagen dan uw vader.
Psalm 71:18Daarom ook, terwijl de ouderdom en grijsheid daar is, verlaat mij niet, o God, totdat ik [dezen] geslachte verkondige Uw arm, alle nakomelingen Uw macht.
Spreuken 16:31De grijsheid is een sierlijke kroon; zij wordt op den weg der gerechtigheid gevonden.
Spreuken 20:29Der jongelingen sieraad is hun kracht, en der ouden heerlijkheid is de grijsheid.
Jesaja 46:4En tot de ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot de grijsheid toe zal Ik [ulieden] dragen; Ik heb het gedaan, en Ik zal [u] opnemen, en Ik zal dragen en redden.

Livius Onderwijs