Slavernij is een toestand waarin een mens eigendom is van een ander of als zodanig wordt behandeld.
Een slaaf of slavin kon gekocht worden voor 30 shekels (Ex. 21:32; Lev. 27:4). We zien dit terug bij Hosea die Gomer loskoopt door voor haar 15 shekel en anderhalf homer gerst te betalen (Hos. 3:2) wat bij elkaar eenzelfde waarde als van 30 shekels heeft.
De Arabische slavenhandel was de handel in slaven in het Midden-Oosten en Noord- en Oost-Afrika, voornamelijk tussen 650 en 1900. Het grootste deel van die handel betrof zwarte Afrikanen, maar ook blanken werden als slaaf verhandeld door onder meer Barbarijse zeerovers. De zwarte slaven kwamen vooral uit Oost-Afrika en werden door islamitische handelaren over de Rode Zee, Indische Oceaan en door de Sahara naar het Midden-Oosten vervoerd.
Ronald Segal kwam uit tussen de 11,5 en 14 miljoen (Segal, p. ?), wat waarschijnlijk aan de lage kant is, andere schattingen zijn 17 miljoen (Ralph Austen, African Economic History) tot meer dan 25 miljoen (Paul Bairoch, Mythes et paradoxes de l'histoire économique, (1994)) slaven.
Een deel hiervan werden doorverkocht aan West-Europese handelaars die de slaven naar Amerika exporteerden.
De historicus Robert C. Davis schat hun aantal tussen 1500-1800 op 1 à 1,25 miljoen (Davis, p. 3-26). Deze cijfers hebben uitsluitend betrekking op de gebieden rond Algiers, Tunis en Tripoli. Daarbij moeten de cijfers voor Marokko en Egypte nog worden opgeteld. Zo zou het Ottomaanse Rijk, volgens de gerenommeerde Turkse historicus Halil Inalcik, tussen 1450 en 1700 zo’n 2,5 miljoen Poolse, Russische en Oekraïense slaven via de Krim hebben geïmporteerd (Historisch Nieuwsblad, 5/2008).
In 2001 verklaarde de VN-conferentie tegen racisme die in Durban gehouden werd slavernij tot een van de misdaden tegen de menselijkheid. Er werd aan staten geen juridische verplichting opgelegd om compensatie te betalen. Desondanks blijft slavernij nog steeds de dagelijkse praktijk onder grote delen van de wereldbevolking. Zo is met name in de islamitische Afrikaanse republieken Tsjaad, Mauritanië, Niger, Mali en Soedan slavernij een bekend verschijnsel (Segan, p. 206).
Naar schatting zijn er minstens tien miljoen kinderen die werken als slaaf.
Aangemaakt 19 oktober 2005, laatst gewijzigd op 10 juli 2019