Literatuur
Bijbelteksten

Mirjam

Mirjam (Hebreeuws מִרְיָם ^H4813), Twee personen in het Oude Testament. Ook de Griekse naam Maria (Gr. Μαριάµ, Μαρία ^G3137), voorkomend in het Nieuwe Testament, is hiervan afgeleid.

Bijbel

1) De bekende profetes, dochter van Amram en Jochebed en zuster van Mozes en Aäron.

Stierf in Kades, in de Zin-woestijn (Num. 20:1)

2) De andere Mirjam wordt genoemd in een geslachtsregister en is een kind van Mered en Bithiah (1 Kron. 4:17), zeer waarschijnlijk gaat het hier om een man.

Terminologie

De oorsprong en betekenis van de naam Mirjam is niet duidelijk. Velen willen het afleiden van het Hebreeuwse werkwoord mara (מְרִי ^H4805) wat "opstandig" en "ongehoorzaam" betekent. Anderen denken dat, net zoals veel andere Levitische namen uit die tijd, het een Egyptische oorsprong moet hebben, zoals Merari (מְרָרִי ^H4847), en dan "geliefde" betekent (Arie Uittenbogaard, Abarim Publications' Theological Dictionary, Miriam).

Aangemaakt 3 november 2005

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!