Allochtoon / Vreemdeling
ἀλλογενής G241 "vreemdeling, allochtoon, buitenlander", βάρβαρος G915 "barbaars, vreemdeling", ξένος G3581 "vreemde, vreemdeling, gastheer", παρεπίδημος G3927 "vreemdeling, allochtoon", προσήλυτος G4339 "nieuwkomer, vreemdeling, buitenlander, proseliet", גּוּר H1481 "als vreemdeling wonen, als vreemdeling verkeren, verkeren, verblijven, als vreemdeling vertoeven, ve", גֵּר H1616 "mannelijke vreemdelingen, een vreemde man, vreemdelingen, vreemd, vreemdeling", זוּר H2114 "onbevoegde, vervreemd, uitlands, vreemdeling, vreemd, achterwaarts, de vreemde(n)", נֶכֶר H5235 "strange, stranger", נֵכָר H5236 "stranger +, strange, stranger, alien", נׇכְרִי H5237 "strange woman, strange, foreigner, stranger, alien", תּוֹשָׁב H8453 "inwoner, bewoner",

Zie ook: Asielzoeker,

een vreemdeling die in het land woont, iemand die nog niet volledig is geïntegreerd.

Inhoud

Bijbel

In het Hebreeuws worden meerdere woorden gebruikt die (helaas) in het Nederlands gelijk vertaald zijn met "vreemdeling", maar toch een wereld van verschil zijn.

Zo is er de נֵכָר H5236 nēkār waarmee de buitenlanders, migranten, mensen met andere gebruiken dan de onze worden bedoeld. In de Bijbel worden hiermee alle niet-Israëlieten mee aangeduid met een eigen cultuur, taal of religie, ongeacht of ze nu wel of niet in Israël (of onder de Joden) wonen. Ook in de aanduiding "vreemde afgoden" komt dit woord voor (Gen. 35:2; Deut. 31:16; Joz. 24:20; Richt. 10:16).

Daarnaast is er het woord גֵּר H1616 gēr waarmee vreemdelingen worden aangeduid die niet tot het volk Israël of de Joden behoren maar wel hun cultuur en religie hebben overgenomen (Ex. 12:48; 22:21; Lev. 19:33). Tegenwoordig zouden we spreken over geïntegreerde allochtonen of vreemdelingen. Hierbij kan de גֵּר־וְתֹושָׁ֥ב gēr-wĕtōwšāb "vreemdeling en bewoner" (Gen. 23:4) worden opgevat als "ingeburgerde vreemdeling" (Dr. M. Reisel, Genesis, p. 112), dus iemand die volledig is geïntegreerd.

Tot slot is er nog de זוּר H2114 zûr de persoon die zich vervreemd heeft van de cultuur of in het bijzonder de religie en daardoor een vreemde is geworden. We zien dat deze net als de nēkār niet deel mocht nemen aan de religieuze gebruiken (Ex. 29:33; Lev. 22:10-13; Num. 1:51; 3:38).


Terminologie

גור "(als) vreemdeling vertoeven"; גר "vreemdeling"

נכר "vreemde, vreemdeling", נכרי "vreemde"

תושב "buitenlander, vreemdeling"

זור "onbevoegde, vreemdeling"

βάρβαρος "barbaars, vreemdeling"

ἀλλογενής "buitenlander, allochtoon"

ξένος "vreemde, gastheer"

προσήλυτος "buitenstaander, vreemdeling, proselyt"

παρεπίδημος "vreemdeling, allochtoon"

Het Nederlandse woord allochtoon betekent letterlijk "van een andere aarde/gebied" (Grieks: ἄλλος G243 "ander, vreemd" en χθών "aarde, grond"). Omdat de term allochtoon, met de specifieke betekenis ‘persoon van wie minimaal één ouder in het buitenland is geboren’,  voor sommigen een negatieve betekenis zou hebben is de term door overheidsinstanties vervangen door door ‘persoon met migratieachtergrond’ (CBS, 25 oktober 2016; CBS, Wat verstaat het CBS onder een allochtoon?). In het Engels vaak aangeduid als "foreigner".


Aangemaakt 22 juni 2006, laatst gewijzigd 30 oktober 2019


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!