Rechtvaardigheid
δικαιοκρισία G1341 "vonnis (rechtvaardig)", δίκαιος G1342 "rechtvaardig", δικαιόω G1344 "rechtvaardig maken, rechtmaken", δικαίως G1346 "rechtvaardig, billijk, rechtschapen", δικαίωσις G1347 "rechtvaardigmaking", ἔνδικος G1738 "rechtmatig, rechtvaardig", εὐθύτης G2118 "rechtvaardigheid", זָכָה H2135 "rein bewaren, zuiveren, rein, rechtvaardig, zuiver, zich reinigen, rein zijn, zuiver, rein houden", צַדִּיק H6662 " rechtmatig, rechtvaardige, rechtvaardig", צָדַק H6663 "justify, righteous, justice, cleansed", צֶדֶק H6664 "righteousness, righteously, righteous, justice", צִדְקָה H6665 "righteousness", צְדָקָה H6666 "righteousness, right, righteous acts, justice",

Zie ook: Liefde,

rechtvaardigheid volgens WNT: 2b) Van God. De hoedanigheid van gerechtig te zijn, t.w. met betrekking tot Zijne beloften; getrouwheid daaraan, en vervolgens, daar die beloften veelal zegeningen betreffen, barmhartigheid, goedertierenheid (vergel. de bet. B, 1); B1) Uiting van gerechtigheid (in de bet. A, 2), t.w. in het Oude Testament; alleen in 't mv.; B1a) Van menschen. Zooveel als: goede werken (Vulg. justitiae, justificationes); B1b) Van God. Daden waardoor Hij van de getrouwheid aan Zijne beloften blijkt geeft (Vulg. misericordiae).


Koop nu