Sinear (Hebreeuws שִׁנְעָר H8152) of Sumerië, laagvlakte tussen de Eufraat en de Tigris, het tegenwoordige gebied in Irak, Iran.
Van Nimrod werd gezegd dat die Sinear stichtte (Gen. 10:10), iets later wordt vermeld dat het deze omgeving was waar de mensen na de zondvloed gingen wonen (Gen. 11:2).
De eerstvolgende vermelding gaat over Amrafel die koning van Sinear was (Gen. 14:1, 9). Terwijl ten tijde van Jozua stal Achan een mooi sierlijk overkleed uit Sinear (Joz. 7:21). Tijdens de ballingschap werden de Joden onder andere hiernaartoe gebracht (Jes. 11:11), terwijl ook het tempelgerei hiernaartoe ging (Dan. 1:2).
De laatste keer dat het in de Bijbel wordt vermeld is bij de profeet Zacharia in het visioen dat een efa, met daarin een vrouw die de goddeloosheid uitbeeld, hiernaartoe wordt gebracht (Zach. 5:11).
Aangemaakt 6 maart 2005, laatst gewijzigd 21 december 2019