Literatuur
Bijbelteksten

Prei

Prei (Allium ampeloprasum var. porrum; synoniem: Allium porrum) is een plant uit de lookfamilie (Alliaceae), die als groente wordt gegeten.

Bijbel

De prei, look in oudere vertalingen, wordt in de Bijbel alleen genoemd in Num. 11:5 als het volk tijdens de Exodus klaagt over de barre omstandigheden waaronder ze op dat moment verkeren en denken aan al het overvloedige eten wat ze aten in Egypte. Op zich is dit niet vreemd daar de Egyptenaren verzot waren op de verschillende looksoorten. In decoraties en hiërogliefen van piramides komt de prei dan ook veelvuldig voor, naast andere looksoorten als de ui en de knoflook. Arbeiders die te werk waren gezet bij de piramides kregen prei en ui als rantsoen.

Terminologie

Het woord חָצִיר khaw-tseer' (Allium porrum), in het Arabisch barāsia, barāsa (cf. het nieuw Grieks πράσα), in Syrië en Egypte kurrāt, wordt alleen in Num. 11:5 vertaald met prei, in alle overige passages wordt het vertaald met "gras" en dan gras van mindere kwaliteit. Vandaar dat er, door de Egyptenaren, over de bladeren van de prei wordt gezegd: De nalatenschap van een erfenis is niets anders dan bladeren van de look. Naast kurrāt werd de prei door de Egyptenaren ook iaqet genoemd in teksten als de Medinet Habu kalender en de Ebers papyrus.

In het Babylonisch karasum (Gerlinde Mauer, Agriculture of the Old Babylonian Period, [1983], p 77 in JANES Vol. 15)

Zie voor een beschrijving van Allium bij de ui (Allium cepa L.). Het Nederlandse woord Prei (WNT, "prei"), preilook en het Duitse porree, Engelse porret, Franse poireau zijn afgeleid van het Latijnse porrum waarmee eigenlijk het gerecht wordt bedoeld dat van de Prei is gemaakt.

Botanie

Prei (Allium porrum) is een plant uit de lookfamilie (Alliaceae). De soort is verwant aan ui en knoflook en wordt als groente gegeten.

Verspreidingsgebied

Prei groeit in het wild in de kustgebieden van Noord-Afrika, Zuid-Europa, de Kaukasus.

Geschiedenis

De Prei was in 2100 v. C. Al bekend, zo liet de Sumerische heerser Urnammu al Prei in de tuin van Ur telen. De Egyptenaren, de Grieken en de Romeinen wisten in de oudheid Prei al te waarderen als groente, van waaruit het over heel Europa werd verspreid.

In Rome noemde men de tuinen waar de Prei werd gekweekt porrinneae. Zo weten we dat keizer Nero, vanwege de aanwezige mosterdolie in de Prei, een kuur volgde voor zijn mooie stem. Hij at daarvoor dagelijks uitsluitend Prei en dit gedurende een volle maand. Men gaf hem dan ook de bijnaam Porrophagus (prei-eter). In Europa was de plant al bekend in 640 n.C. bij de Engelse koning Cadwallader, die het als herkenningsteken voor zijn troepen gebruikte. Verder komt de Prei voor in het nationale embleem van Wales.

Een oud Prei soep gerecht: In 60 gram boter worden uitjes en specerijen gefruit (sudderen en bruinbranden), daarover strooit men 50 gram meel, giet daarna 1 liter bouillon erbij en laat het geheel koken. Twee grote Preistangen worden in fijne slierten gesneden, met gehakte Peterselie en boter zacht gestoofd en dat wordt tenslotte in de soep nog even opgekookt.

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!