בַּד H907 "gezwets, leugenen, leugenprofeet, ijdel gezwets, leugenaar, leugendichter, leden, onbehoorlijke taal",
דָבַר H1696 "zeggen, toezeggen, aanspreken, spreken, uitspreken, leugensprekers",
כָּזַב H3576 "feilen, falen, liegen, leugenaar als - staan, leugens, leugenachtig, leugenachtig bevinden, leugenaa",
Zie ook: Leugen, Liegen,