Jozua (Hebreeuws יְהוֹשׁוּעַ H3091, Grieks Ἰησοῦς G2424), naam van meerdere personen.
In het Oude Testament worden een viertal personen genoemd die Jozua heten.
Zoon van Nun van de stam van Efraim en opvolger van Mozes als leider van het volk na hun Exodus uit Egypte. Is dezelfde als die van het gelijknamige boek Jozua.
Tijdens de Exodus was hij een van de spionnen die het land ging verkennen en samen met Kaleb (Num. 13:16) en de enige was die een positief verslag uitbracht (Num. 14:6ev.) Hij leidde de verovering van Kanaän. Nadat hij over de Jordaan was getrokken, verbleef hij bij Gilgal en veroverde vervolgens Jericho en Ai waarna hij weer terugging naar Gilgal (Joz. 1-9). Vervolgens sloot hij vrede met Gibeon en ging via de vallei van Ajalon en versloeg de vijf Amoritische koningen (Joz. 9-10). Van Makkada trok hij op tegen Lachish, Debir en Gaza en versloeg hen (Joz. 10) om vervolgens weer terug te keren naar Gilgal.
Na zijn dood werd Jozua begraven in Timnath-serah (Jozua 19:50, 24:30) of Timnath Heres (Richt. 2:9).
Inwoner van Beth-Semes op wiens terrein de Ark des Verbonds tot rust kwam na de teruggave door de Filistijnen (1 Sam. 6:14).
Zoon van Josadak en hogepriester na het herstel (Hag. 1:1, 12, 14; 2:3, 5; Zach. 6:11), soms ook in het Nederlands geschreven als Josia (ter onderscheid van Jozua, zoon van Nun). In het Hebreeuws wordt het in Haggai en Zacharia geschreven als יְהוֹשֻׁ֣עַ yĕhôšuaʿ in plaats van יְהוֹשׁוּעַ H3091 yehôshûa‛.
Gouverneur van Jeruzalem onder koning Josia die zijn naam gaf aan een poort van de stad Jeruzalem (2 Kon. 23:8).
De naam יְהוֹשׁוּעַ H3091 yehôshûa‛ Jozua is afgeleid van יְהֹוָה H3068 en יָשַׁע H3467 en heeft de betekenis "God redt". De Griekse afleiding van de naam is Ἰησοῦς G2424 Ii̱soýs̱ en wordt zowel in de LXX (Joz. 1:1) als in het Nieuwe Testament (Hand. 7:45; Hebr. 4:8) gebruikt voor Jozua zoon van Nun, als voor Jezus Christus (Mat. 1:1, 16, 18, etc.) en andere personen met deze naam (Luk. 3:29; Col. 4:11; Hand. 13:6).
De graftombe van Jozua, zoon van Nun, is in Timnath Heres (Richt. 2:9) en wordt geïdentificeerd met Khirbet Tibneh, 24 km ten zuidwesten van Sichem (J.J. Bimson, p. 375).
De Samaritanen stellen echter dat de locatie bij Kafr Haris (ook wel Kifl Haris), 16 km ten zuidwesten van Sichem is (J.J. Bimson, p. 375) en tegenwoordig is daar een kleine synagoge die als bedevaartsplaats wordt gebruikt.