Nicodemus
Νικόδημος G3530 "Nicodemus",

Zie ook: Beeldbank, Personen, Namen,

Nicodemus (Grieks Νικόδημος G3530), persoon in de Bijbel.

Inhoud

Bijbel

Een zeer bekende farizeeër was Nicodemus. Hij was een zeer rijk man, "een overste van de Joden" en lid van het hoogste Joods rechtscollege, het Sanhedrin. Christus noemde hem "de" (niet "een") leraar van Israël. Hij had Christus aandachtig gadegeslagen en sprak als zijn overtuiging uit, dat Hij een van God gezonden leraar was, "want niemand kan die tekenen doen die U doet als God niet met hem is". Hij sprak de rabbi dan ook aan met "rabbi": een eerbiedige aanspraak. Hij was 's nachts gekomen, dat hoeft niet "in de kleine uurtjes" zijn geweest. Hier kan ook na zonsondergang mee bedoeld worden, dus wat later op de dag, toen het al donker geworden was. Misschien was het in de vroege morgen, de rabbijnen waren gewoon dan hun Thora te bestuderen.

Dat hij dat deed uit vrees voor zijn collega's lezen we nergens. Bovendien was hij niet bang uitgevallen (Joh. 7:51). Hij zal eerder een rustig ogenblik gekozen hebben om rustig en vooral ongestoord met de Heiland te spreken. Als farizeeër bestond zijn enige hoop op een eeuwig leven in het onberispelijk vervullen van de Mozaïsche wetten, wat het gewone volk niet deed en daarom dan ook vervloekt was (Joh. 7:49), en zijn rechtstreekse afstamming van Abraham: "Wij hebben Abraham tot vader" (Mat. 3:9). Het eeuwige heil gold dus alleen voor de Joden "het uitverkoren volk"; niet voor de heidenen. Dat gold dan ook nog maar voor weinigen. Juist die overtuiging van Nicodemus bracht Christus ertoe te spreken over een geboorte antothen en dat betekent zowel "opnieuw" als "van boven", dat is: uit God (cf. Joh. 1:13). Niet vleselijk, maar uit God geboren.

Ongetwijfeld verstond Nicodemus "opnieuw", vandaar zijn niet spottende, maar eerder verwonderde vraag: "een mens kan toch niet voor een tweede maal geboren worden?" Christus help hem terecht: Hij sprak niet van aardse, maar van hemelse dingen. Dat kon Hij omdat Hij als niemand anders uit de hemel nedergedaald was (Joh. 3:13). Hij "de Zoon des mensen" was ook "Gods eniggeboren Zoon" (Joh. 3:16). Om Zijn verlossingswerk te volbrengen moest Hij "verhoogd" worden, Zijn Vader had Hem naar de aarde gezonden, niet om de wereld te veroordelen, maar juist door Hem te behouden. Wie in Hem geloofde werd niet veroordeeld, maar was eeuwig behouden. Dat was niet vrijblijvend, wie niet in Hem geloofde was al veroordeeld. Die woorden moeten Nicodemus heel vreemd in de oren geklonken hebben: dat God een Zoon had, dat Jezus eiste in Hem te geloven. De Joden geloofden alleen in God.

Als iemand "van boven" geboren is, is hij "uit de Geest" geboren (Joh. 3:6, 8). Johannes de Doper had al geleerd dat Jezus met de Heilige Geest zou dopen en dat Hij de Zoon van God was (Joh. 1:33-34). Zelden heeft Christus zo duidelijk over Zijn verzoenings- en verlossingswerk gesproken (cf. Luk. 24:27). Natuurlijk heeft het gesprek langer geduurd, hem is ongetwijfeld verteld waarom Hij gekruisigd moest worden, wat het betekende in Hem te geloven. Eeuwig leven niet voor weinigen, maar voor een ieder die gelooft... (cf. Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die van de gehele wereld 1 Joh. 2:2),

Nicodemus heeft het allemaal moeten verwerken en dat heeft hij gedaan. Als zijn collegae de menigte, die in Jezus geloofde, vervloeken, neemt hij het voor hen op: veroordeelt onze wet iemand als men zich niet eerst van hem op de hoogte heeft gesteld en kennis genomen van wat hij doet? Hij moest de belediging slikken: "Kom jij soms ook uit Galilea? Je weet toch wel, dat daar geen profeet opstaat!"
Bij Jezus' begrafenis was niet één van Zijn discipelen aanwezig, maar wel Nicodemus. Hij bracht een mengsel mee van mirre en aloë. Ongeveer honderd pond (=33 kilo) en zo werd de profetie van Jesaja 53:9 vervuld: "bij de rijke was Hij in Zijn dood" (Joh. 19:39).


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!