Tweelingen, Castor & Pollux
Διόσκουροι G1359 "Castor en Pollux, Gemini, Dioscuren",

Zie ook: Dierenriem, Zodiak, Sterrenbeelden,

Het sterrenbeeld "tweelingen" (Gemini) waar Castor & Pollux de 2 helderste sterren zijn:

Inhoud

Bijbel

Wordt in de Bijbel gebruikt voor de naam van een schip, daarnaast is er een hypothese dat het de ster van Bethlehem zou zijn geweest.


Naam van een schip

When wintry tempests o'er the savage sea
Are raging, and the sailors tremblingly
Call on the Twins of Jove with prayer and vow...
Shelley, "Poetical Works", 1839
Homer's Hymn to Castor and Pollux

Inleiding
Na de schipbreuk te Malta, zoals we die hebben behandeld in het hoofdstuk Euroclydon, gaat de tocht van Paulus na een overwinteringsperiode van drie maanden weer verder op een schip welke genoemd is naar de goden en het gelijknamige sterrenbeeld Gemini of in het grieks Dioscuros

De geschiedenis in Handelingen 28

7 En hier, omtrent dezelfde plaats, had de voornaamste van het eiland, met name Publius, zijn landhoeven, die ons ontving, en drie dagen vriendelijk herbergde.
8 En het geschiedde, dat de vader van Publius, met koortsen en den roden loop bevangen zijnde, te bed lag; tot denwelken Paulus inging, en als hij gebeden had, legde hij de handen op hem, en maakte hem gezond.
9 Als dit dan geschied was, kwamen ook tot hem de anderen, die krankheden hadden in het eiland, en werden genezen.
10 Die ons ook eerden met veel eer, en als wij vertrekken zouden, bestelden zij ons hetgeen van node was.
11 En na drie maanden voeren wij af in een schip van Alexandrie, dat in het eiland overwinterd had, hebbende tot een teken, Kastor en Pollux.
12 En als wij te Syrakuse aangekomen waren, bleven wij aldaar drie dagen;
13 Van waar wij omvoeren, en kwamen aan te Regium; en alzo, na een dag, de wind zuid werd, kwamen wij den tweeden dag te Puteoli;
14 Alwaar wij broeders vonden, en werden gebeden, zeven dagen bij hen te blijven; en alzo gingen wij naar Rome.
15 En vandaar kwamen de broeders, van onze zaken gehoord hebbende, ons tegemoet tot Appiusmarkt, en de drie tabernen; welke Paulus ziende, dankte hij God en greep moed.
16 En toen wij te Rome gekomen waren, gaf de hoofdman de gevangenen over aan den overste des legers; maar aan Paulus werd toegelaten op zichzelven te wonen met den krijgsknecht, die hem bewaarde.

Achtergronden
Het Alexandrijnse schip had blijkbaar te Malta overwinterd en met dit schip ging Paulus het laatste stuk naar Rome maken. De naam of beter gezegd het scheepsmerk onder voer was die van de Dioscuren. Dat het in die tijd gewoon was om afgoden op de boeg te hebben blijkt uit een beschrijving van de Griekse satiricus Lucianus van het schip de Isis, een Romeins graanschip dat hij in 150 n.C. in Piraeus zag liggen. Hierin vermeld hij dat de hekbalk (=achtersteven) eindigde in de kop van de heilige gans van Rome en dat de boegbalk de beeltenis droeg van de godin Isis.

Theologisch bekeken moet dit zeer zeker een nieuwe beproeving zijn geweest voor de apostel Paulus, temeer daar het de gewoonte was om offers te brengen aan de beschermgoden die op de boeg waren bevestigd. In het gedicht van Mrs. Shelley, welke ook hierboven al is aangehaald, wordt nog eens duidelijk aangegeven dat de Dioscuren Castor en Pollux de beschermgoden waren van de zeelieden. Dat ze verder werden aanbeden, niet alleen door gebed, maar ook door offers:

 

"Call on the Twins of Jove with prayer and vow,
Gathered in fear upon the lofty prow,
And sacrifice with snow-white lambs..."

Het doel van deze gebeden en offers moge duidelijk zijn in de rest van het gedicht:

 

"Fair omen of the voyage; from toil and dread
"The sailors rest, rejoicing in the sight,
"And plough the quiet sea in safe delight.

Hoe Paulus? reactie is geweest weten we niet. Duidelijk is wel dat de zeelieden de Dioscuren in grote mate vereerden en dat het teken van deze goden, het "St. Elmes vuur" regelmatig te zien zal zijn geweest op de masten en de touwen van de toenmalige schepen. Een leuk detail is dat eeuwen later op Malta het fort St. Elmo, te Valletta, werd gebouwd (1481-1551), welke genoemd was naar de patroonheilige van de zeelieden uit die tijd: Sint Erasmus (=St. Elmes).

Castor en Pollux
Castor en Pollux van het sterrenbeeld Gemini (=Tweeling) vormen een prominent paar aan de hemel; Castor is de noordelijke ster en de iets zwakkere van de twee, schijnt met een diamant witte kleur in contrast met heldere gouden tint van Pollux.

Het schitterende paar heeft sinds lange tijden ten toon gestaan als de "hemelse tweeling". In Griekse legendes waren zij de zonen van Leda en Zeus, en worden in diverse geschriften de "Tweeling Laconian Sterren", de Spartaanse tweelingen, de Ledaean Lichten of de Ledaean sterren, de Gemini Lacones of de Geminum Astrum genoemd. De Romeinse dichter Manilius noemt ze in zijn Astronomica, welke waarschijnlijk gedicht is ten tijde van de regering van keizer Augustus, Phoebi Sidus verwijzend naar de legende dat de tweelingen onder bescherming stonden van de god Apollo; in andere oude Latijnse geschriften worden zij genoemd de Ledaeum Sidus of de Ledaei Juvenes. In Rome werden zij de Dioscuri, de zonen van Zeus, genoemd en werden vereerd als bewakers van de eeuwige stad.
In de Griekse wereld daarentegen werden Castor en Pollux vooral vereerd door de zeelui, en waren ze betrokken bij de bescherming tegen de stormen en andere gevaren van de zee. In het verhaal van de Argonauten spelen ze dan ook een belangrijke rol.

Het St. Elmes vuur
De electrische gloed welke soms te zien is in de masten en wanden van een schip tijdens stormachtig weer, wordt vaak het St. Elmes vuur genoemd en werd in klassieke tijden vaak geassocieerd met de leidende geest van de tweelingen, om die reden ook wel de Ledaean Lichten genoemd. In de Middeleeuwen werden ze vaak "corposanters" genoemd.

Het St. Elmusvuur wordt doorgaans 's nachts waargenomen, bij onweer en sneeuw- of hagelbuien, of kort daarop. Men ziet dan gekleurde bibberende vlammetjes op masten, stangen, vliegtuigvleugels, striken. Dit verschijnsel duurt normaal enkele minuten. Het ontstaat door een coronale ontlading, als de elektrische veldsterkte in de lucht een bepaalde drempelwaarde overschrijdt. Het St. Elmusvuur is bij veel alpinisten zeer bekend omwille van het typische geluid dat ermee gepaard gaat. Als de coronale ontladingen boven op scherpe bergtoppen krachtig genoeg is, hoort men een gezoem als van bijen.

Gebruikte literatuur


Ster van Bethlehem: Castor & Pollux

In 1909 werd door de Duitse astronoom William Luther (Luther, W., "The constellation of Bethlehem", The Observatory, Vol. 32, p. 104-104 (1909)) het idee geopperd dat de Ster van Bethlehem mogelijkerwijze het sterrenbeeld Gemini kon zijn geweest. Hij kwam op dit idee naar aanleiding van een discussie welke betrekking had op het toen pas uitgekomen boek van Mr. Maunder's "The Astronomy of the Bible" (Maunder, F.R.A.S. E.Walter, "The Astronomy of the Bible, An elementary Commentary on the Astronomical References of Holy Scripture", Richard Clay & Sons, Suffolk, 1908, p.393-400; Overigens wordt in dit boek meer de aandacht gelegd dat de "Ster van Bethlehem" een supernova geweest moet zijn. Maunder's baseert zich hier vooral op de berekeningen van Kepler en op zijn eigen onderzoek naar de supernova van 1572 in Casseiopeia.), waarin een hoofdstuk werd gewijd aan de "Ster van Bethlehem". Luther zocht naar een heldere ster van minimaal magnitude 1 welke voldeed aan de condities, namelijk te zien net over de horizon te Bethlehem, ten tijde van Herodes. Op basis van enige berekeningen constateerde hij dat het sterrenbeeld Gemini inderdaad boven Bethlehem zichtbaar was. Castor culmineerde 1? 36' noordelijk en Pollux 1? 36' zuidelijk van het zenit.

De gegevens die Luther voor zijn berekeningen aanhaald zijn zeer minimaal, hierdoor is zijn bewijsvoering zeer zwak. Bij herberekening (Marrott, C., "SkyMap Pro Version 8" 1997-2002) blijkt dat deze situatie zich meerdere keren per jaar in die periode of een tijdsperk van ongeveer 100 jaar voordeed. Het is inderdaad aardig dat Castor en Pollux even ver van het zenit af staan, maar daar dit mede afhankelijk is van de precessie der Aarde, was dat in een periode van meer dan 100 jaar het geval te Bethlehem. Dus niet iets om voor op reis te gaan. Het is dan ook niet verwonderlijk dat aan deze hypothese niet al te veel aandacht is besteed.


Astronomie

Tweelingen (Gemini, afkorting Gem) is een sterrenbeeld aan de noordelijke hemel. Het ligt tussen rechte klimming 5u57m en 8u06m en tussen declinatie +10° en +35°. De ecliptica loopt door dit sterrenbeeld, dat daarmee deel uitmaakt van de dierenriem. Van 15 v.C. tot en met 1989 n.C. stond de Zon tijdens de zomerzonnewende op het noordelijk halfrond in dit sterrenbeeld. Tegenwoordig doorloopt de Zon dit sterrenbeeld tussen 21 juni en 20 juli.

Het sterrenbeeld is genoemd naar de onsterfelijke tweeling Castor en Pollux, kinderen van Zeus en Leda.


Aangemaakt 6 maart 2005


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!