Nabonidus

Zie ook: Personen, Namen,

Nabonidus was de vader van Belsazar, getrouwd met Nitocris dochter van Nebukadnezar. Hij was de laatste koning van het Nieuw-Babylonische Rijk (556 - 539 v.C.).

Inhoud

Gebed van Nabonidus

Het gebed van Nabonidus is een Aramese tekst uit Qumran (4Q242), gedateerd in de tweede helft van de 1ste eeuw. v.C. Het vertelt een gebed van deze koning toen hij tijdens zijn verblijf in Teima (mogelijk hetzelfde als de plaats Thema) zeven jaar lang door een ernstige (huid)ziekte werd getroffen. Na de belijdenis van zijn zonde zegt een Jood tegen de koning dat hij de Allerhoogste God moet aanbidden. Dit is vergeleken met het verslag van de waanzin van Nebukadnezar (Dan. 4:23-37). Omdat Herodotus zowel Nebukadnezar als Nabonidus met dezelfde naam noemt (Labynetus), wordt beweerd dat het gebed in Daniël mogelijk naar Nabonidus zelf verwijst.

De tekst van fragmenten 1-3:

Aramees Vertaling
1 מלי צ[ל]תא די צלי נבני מלך [בב]ל מלכ֯[א רבא כדי כתיש הוא] De woorden van het gebed die Nabonidus, koning van Babylon, de grote koning, bad toen hij werd getroffen
2 בשחנא באישא בפתגם א֯[לה]א בתימן[ אנה נבני בשחנא באישא met een kwade ziekte door het besluit van God in Teima. Ik Nabonidus werd getroffen door een kwade ziekte
3 כתיש הוית שנין שבע ומן [די] שוי א[להא עלי אנפוהי ואסא לי] zeven jaar lang, en vanaf die tijd was ik als een beest en bad ik tot de Allerhoogste
4 וחטאי שבק לה גזר והוא יהודי מ[ן בני גלותא על לי ואמר] en wat mijn zonde betreft, hij vergaf die. Een ziener – een Jood van de Ballingen – kwam naar mij toe en zei:
5 החוי וכתב למעבד יקר ור֯[בו] לשם א[להא עליא וכן כתבת אנה] 'Vertel (deze dingen) en schrijf ze op om eer en grootheid te geven aan de Naam van de Allerhoogste God.' En zo schreef ik: Ik
6 כתיש הוית בשחנא ב[אישא] בתימן [בפתגם אלהא עליא] werd in Teima getroffen door een kwade ziekte op bevel van de Allerhoogste God, en wat mij betreft:
7 שנין שבע מצלא הוי[ת קדם] א֯לה֯י֯ כספא ודהבא [נחשא פרזלא] Zeven jaar lang bad ik tot de goden van zilver en goud, brons, ijzer,
8 אעא אבנא חספא מן די [הוית סב]ר די אלהין ה[מון --] hout, steen (en) klei, omdat ik van mening was dat het goden waren
9 ת֯[ ]מיה֯ון[ ] או[ -- ]ד ש֯ל֯◌[ -- ]◌[ --]

Aangemaakt 1 maart 2007, laatst bijgewerkt 28 augustus 2023


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!