Jotham (fabel)

Zie ook: Fabel, Jotham (koning v. Juda), Planten / Flora,

Inhoud

Bijbel

Deze fabel, door Jotham verteld op de berg Gerizim, toen hij hoorde dat de bevolking van Sichem en Millo Abimelech tot koning (de eerste koning in Israël) hadden gekroond, heeft een zeer ironische inhoud. Niet de olijfboom, vijgenboom of de druif (wijnstok), die de meest waardevolle producten (olie, vijgen en wijn) voort brachten van Israël en waarmee de edelen en nobelen van de bevolking werden bedoeld, wilden hun leiders zijn, dus vroegen ze het aan de prikkelige doornstruik, die nergens goed voor was, of die koning wilde zijn. Met deze doornstruik werd Abimelech bedoeld, die kort daar voren al zijn broers had vermoord. Hoe ironisch is de opmerking "vertrouwt u onder mijn schaduw" van deze doornstruik. De doornstruik heeft alleen maar doornen en is absoluut niet geschikt om onder te schuilen tegen de felle zon, het is dan ook een vergelijking met een waardeloos iemand van wie men alleen maar schade kan aanrichten. Dit blijkt dan ook uit de dreigrede daarna als men hem niet wil volgen, "maar indien niet, zo ga vuur uit den doornenbos, en vertere de cederen van den Libanon." De doornstruik vat immers snel vlam (Ex. 22: 6) en zou op deze manier de ceder, de grootste en meest nobele boom, bedreigen.
Om de fabel te volle te begrijpen is het goed om de diverse kenmerken van de verschillende bomen en struiken te behandelen:


Olijfboom

De olijfboom is een eenvoudige boom. Ook op dorre aarde geeft hij delicate vruchten af. De eerste vruchten kunnen na 4 jaar worden verwacht. Tussen de 12 en 15 jaar geeft een olijfboom de meeste vruchten. Olijven zijn eerst groen en krijgen geleidelijk een donkere kleur, tot ze rijp zijn en kan meer dan duizend jaar oud worden. Van sommige olijfbomen op de Olijfberg in Jeruzalem wordt wel gezegd dat ze 2000 jaar oud zijn. Zelf heb ik er gezien die ruim 1,5 meter in doorsnee waren, helemaal hol, maar toch nog vruchtdragend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de parabel van Jotham de oude olijfboom als eerste werd verzocht om koning over de andere bomen te worden (Richt. 8:8-9). Het is ook niet vreemd dat deze boom als symbool van de vrede, deze eer weigert en aangeeft dat hij gemaakt is door God om olijfolie te produceren. En niet "zweverig" boven de andere bomen uit te steken.
Deze boom is beroemd om zijn overlevingskunst in onvruchtbare gebieden en staat om die reden ook bekend als symbool voor hoop en nieuw leven. Interessant is dat in dit kader de duif (ook een symbool van vrede en hoop) aan het einde van de zondvloed door Noach erop uit wordt gestuurd (Gen. 8:9) om droog land te zoeken en (bij de tweede keer) tegen de avond terug kwam met een olijfblad in haar snavel (Gen. 8:11). Blijkbaar was deze boom zelfs in een verwoeste aarde, zoals na de zondvloed in staat om te overleven.

Vijgenboom

Na de olijfboom, wordt de vijgenboom als tweede gevraagd om koning te worden. En dat is niet voor niets, ook deze boom heeft uitstekende kwaliteiten.
Het is een boom die veel schaduw geeft, vandaar dat de profeet Micha zegt "Ieder zal zitten onder zijn wijnrank en onder zijn vijgenboom" (Micha 4:4) Ook in andere passages zoals de regeringsperiode van Salomo werd ditzelfde gezegd (1 Kon 4:25). Het is een plek van vrede (vergl. de situatie van oorlog: Jer 8:13; Hos 9:10; Jl 1:7), vandaar dat het voor de Joodse wetsleraar het een gebruikelijke plaats was om zich bezig te houden met de dingen van God.
Daarnaast is de boom een hoofdleverancier van voedsel, waar je op kan vertrouwen. Ook als je de boom flink snoeit, zal hij snel weer uitbotten, om die reden werd deze boom het symbool van Israël.
Uit de verschillende kwaliteiten van de boom blijkt, dat zijn prioriteit is schaduw en voedsel geven. Dit kan hij niet doen als hij moet regeren.

Wijnstok

De wijnrank niet zo groot en belangrijk als de eerste twee, het is zelf geen boom, eerder een klimplant die zich zelve vast moet houden aan stokken of andere bomen. Toch is het niet vreemd dat juist de wijnstok nu wordt gevraagd. Door zijn ranken houdt hij de stokken bijeen en is daarmee een symbool voor vrede.. Door zijn overvloedige bladeren geeft hij bovendien nog eens schaduw. Vandaar dat door zowel Micha als Zacharia gesproken wordt dat "zij zullen zitten, een ieder onder zijn wijnstok, en onder zijn vijgeboom, en er zal niemand zijn, die ze verschrikke; want de mond des HEEREN der heirscharen heeft het gesproken" (Micha 4:4) en dat zij ook de naasten zullen uitnodigen (Zach 3: 10) om te toeven in de schaduw (Hos 14: 8).
Ook is de wijnrank het symbool voor overvloed, Zo lezen we in Ezechiël 17 : 6 En het sproot uit, en werd tot een welig uitlopende wijnstok, doch nederig van stam, ziende met zijn takken naar hem, dewijl zijn wortelen onder hem waren. Zo werd hij tot een wijnstok, die ranken voortbracht en scheuten uitwierp. Dat is ook de reden waarom Christus van zichzelf zegt Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman. ... Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in den wijnstok blijft; alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft. Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen. (Joh 15: 1, 4-5)
En daar wordt ook de clue gegeven waarom de wijnstok geen koning wil zijn: Hij kan geen vrucht dragen uit zichzelf, hij is afhankelijk van de Landman die hem moet snoeien.

Jujube

Sommigen zien in de doornenbos welke genoemd wordt de Jujube (Ziziphus spina-christi).
Belangrijk is waarom in deze fabel drie belangrijke bomen worden genoemd om vervolgens met een waardeloze struik te eindigen. Hoe ironisch is de opmerking "vertrouwt u onder mijn schaduw" van deze doornstruik. De doornstruik heeft alleen maar doornen en is absoluut niet geschikt om onder te schuilen tegen de felle zon, het is dan ook een vergelijking met een waardeloos iemand van wie men alleen maar schade kan aanrichten.
De jujube heeft nl. wel doornen maar is niet direct een doornstruik te noemen, sterker nog het is goed toeven in de schaduw van een jujube. Bovendien komt de vergelijking met Abimelech niet geheel tot uiting. Na wat meer over de Jujube gelezen te hebben, lijkt de volgende correctie op zijn plaats.
De jujube is een boom die net als de andere genoemde bomen in de fabel vruchten draagt, alleen zijn ze niet zo lekker als die van de anderen. Daarnaast kan deze boom zo groot worden dat het zelfs schaduw kan geven aan de andere bomen. Echter de boom heeft ook een keerzijde, die zeer goed overeenkomt met de positie van Abimelech: door zijn uitgebreide wortel stelsel duld het geen andere bomen in buurt. En zo was het ook met Abimelech die geen andere medeheersers als Gaäl naast zich duldde. En zoals door het uitgebreide wortelstelsel van de jujube de andere bomen uitsterven, zo ook met Abimelech "Hij doodde er iedereen, maakte de stad met de grond gelijk en bestrooide de resten met zout." (Richt 9:45)
En dan komt de tweede vergelijking, wil je toch andere bomen en planten kweken dan is er maar een mogelijkheid, de boom omhakken en verbranden. En dat is wat Jotham zegt "Als u mij werkelijk tot uw koning wilt zalven, kom dan maar hier, in mijn schaduw is het goed toeven. Maar zo niet, dan zal er uit mijn takken een vuur komen dat de ceders van de Libanon zal verteren." (Richt 9:15) De jujube brand zeer fel en komt vooral voor aan de voet van het Golan gebergte en de mogelijkheid is dan ook zeer reëel dat zo'n brand overslaat naar andere bomen in de omgeving zodat zelfs de ceders, die daar groeien, in brand kunnen vliegen.
Het is dan ook zeer opmerkelijk dat aan het einde van de geschiedenis van Abimelech eindigt met een brand, "Daar kapte hij met zijn bijl wat kreupelhout, legde de takken op zijn schouder en gaf zijn soldaten bevel vlug zijn voorbeeld te volgen. Ook de soldaten kapten allemaal een bos takken en volgden Abimelech terug naar beneden. Ze plaatsten hun takkenbossen tegen de versterking en staken die in brand, zodat de mensen daarbinnen in de vlammen omkwamen. Zo vonden ook alle inwoners van Migdal-Sichem de dood, ongeveer duizend mannen en vrouwen." In zijn zucht naar macht probeert Abimelech Sichem in te nemen en als hij het laatste bolwerk in wil nemen dan gebeurd het fatale: "Abimelech bestookte de toren van dichtbij. Toen hij de poort naderde om de toren in brand te steken, gooide een vrouw een maalsteen op zijn hoofd, waardoor zijn schedel werd verbrijzeld." Deze macho-figuur wordt overwonnen door een vrouw, "Hij kon nog net zijn wapendrager roepen en vragen: "Trek je zwaard en dood mij, zodat er niet van mij gezegd zal worden: 'Een vrouw heeft hem gedood.'" Zijn wapendrager doorstak hem, en hij stierf."


Aangemaakt 23 april 2007


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!