הֲדַדְ־רִמֹּ֖ון "Hadad Rimmon"; Komt alleen in Zach 12:11 voor; NBV en Naardense Vertaling "Hadad Rimon"
Volgens Peter D.H. Broers een afgod, n.a.v. dat Hadad en Rimmon afgoden zijn. Volgens Gesenius een plaats. De betekenis zou dan zijn het openbarsten (הדד) van de granaatappel (רמון)
![]() |