Een maanzieke (Gr. σεληνιάζομαι, Lat. Lunaticus, van luna, 'maan'; Eng. lunatic) is iemand die maanziek (of 'maanzuchtig', Du. mondsüchtig) is, d.w.z. aan toevallen lijdt, zoals bij epilepsie ('vallende ziekte'). De benaming stamt uit de oudheid en berust op de onderstelling dat de toevallen terugkeren en toenemen met het wassen van de maan.
Bijbel
OudeTestament
In de Psalmen vinden we de vreemde verwijzing naar het "steken van de maan" (Ps 121:6) als het tegengestelde van een zonnesteek. Het kan zijn dat naar analogie van de zon, wordt bedoelt dat de reiziger niet psychisch ziek zal worden (cf. "maanziek"). Een andere mogelijkheid is dat de zon en de maan representatief staan voor de schadelijke krachten van de dag en nacht.
Nieuwe Testament
In het Evangelie van Mattheüs wordt tweemaal over een maanzieke gesproken (Mattheüs 4:24; 17:15), waarbij in beide gevallen het lijkt of het om epilepsie of om een vorm van bezetenheid gaat.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!