Moriah (berg)
מוֹרִיָּה H4179 "Moria, Moriah",

Zie ook: Beeldbank, Tempelberg,

Bijbel

Moriah, is een berg in de buurt van Jeruzalem waar Abraham zijn zoon Izak moest offeren (Gen. 22:2), gelukkig werd dat later tegengehouden en werd door God zelf een vervangend dier gekozen. Later komen we deze plek weer tegen als de plaats waar Salomo de tempel bouwde (2 Kron. 3:1).


Terminologie

De Bijbel zelf (Gen. 22:8, 14 ; 2 Kron. 3:1) wil het woord Moriah afleiden van een Hebr. woord “zien, kiezen” De naam zou dan afgeleid zijn van mārʾî-yāh (voor mārʾē yāh) wat dan “gekozen door JHWH” betekent, een naam welke zeer goed past bij een heiligdom.

In Hooglied komen we de volgende tekst tegen “ga ik naar de mirreberg, ga ik naar de wierookheuvel.” (Hoogl. 4:6 HSV). Nu weten we dat zulke bergen van mirre en heuvels van wierook bestonden, wat blijkt uit een passage van Florus, Epitome Rerum Rom., Lib. iii. c. 6., waar Pompeïus de Grote zegt toen hij de Libanon overstak naar Damascus: “per nemora ilia odorata, per thuris et balsami sylvas“. In genoemd vers is de berg van mirre parallel aan de heuvels van wierook, en deze laatste worden geassocieerd met de aanbidding in de tempel. In het Hebreeuws is “mirre” mor, dus de minnaar is op weg naar de berg mor, welke parallel is aan de berg waar de wierook wordt aangeboden. Het is een niet al te grote gedachtesprong om te suggereren dat de tempelberg Moriah dezelfde is als de berg van (God’s) mirre, de berg die gezalfd is met de geur van Zijn aanwezigheid.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!