Slangenbezweerder
לָחַשׁ H3907 "(onder elkaar) fluisteren, bezweerders, mompelen, belezen", לַחַשׁ H3908 "oorring, verzuchting, bezwering, bezweerder, stil gebed, tovermiddelen, kloek ter tale",

Zie ook: Slang,

Slangenbezweerder, iemand die voor zijn beroep en tot vermaak van het publiek een voorstelling geeft, waarbij hij er blijk van geeft een gevaarlijke slang of gevaarlijke slangen volledig in zijn macht te hebben; vaak in het bijzonder, in de meest traditionele zin: iemand die voor zijn beroep zittend op de grond met fluitspel een giftige slang, meestal een cobra in een rieten mand, ogenschijnlijk laat dansen; iemand die voor zijn beroep een gevaarlijke slang of gevaarlijke slangen bezweert

Inhoud

Bijbel

In Pred. 10:11 לְבַ֖עַל הַלָּשֹֽׁון lĕbaʿal hallāšōwn "bezitter van tong";

Slangen hebben geen uitwendige oren, dat wil niet zeggen dat ze doof zijn, zo voelen ze trillingen via de grond wel goed aan en ook horen ze tonen met een lage frequentie. Het is dan ook interessant dat de Psalmist spreekt over een "dove adder en daaraan toevoegt "[die] haar oren toestopt" (Ps. 58:5) om in het volgende vers te stellen "Opdat zij niet hore naar de stem der belezers, desgenen, die ervaren is met bezweringen om te gaan" (Ps. 58:6). De slang beweegt mee met de fluit omdat dit een natuurlijk vluchtmechanisme van de slang is. De slang maakt zich klaar om te vluchten maar doet dit nog niet omdat er geen echt gevaar dreigt. Als de slangenbezweerder te lang door gaat is de kans groot dat de slang alsnog aanvalt.


Aangemaakt 17 maart 2018


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!