Waldenzen

Zie ook: Christelijke stromingen, Christendom,

De Waldenzen, ook wel genoemd de 'armen van Lyon' weken in de twaalfde eeuw uit naar de onherbergzame uithoeken van de Alpen en gaven hun kinderen onderricht, door middel van eigen vertaalde Bijbels, uit God's Woord. Een gevangen genomen Waldens zegt tegen zijn ondervrager: "Allen, groot en klein, mannen en vrouwen, onderwijzen en leren zonder ophouden, dag en nacht. De arbeider werkt overdag, en 's avonds laat leert hij of onderwijst hij. Bij ons onderwijzen de vrouwen evengoed als de mannen; en wie een week lang leerling is geweest, onderwijst al weer een ander." Het toenmalige Rooms Katholieke geloof verwierpen ze met de volgende woorden "Op de maagd Maria, moeten wij geen enkele hoop stellen, want zij is geen voorspraak voor de zondaren. Ook biechten aan een priester is niet nodig. En de Heere Jezus is niet lichamelijk aanwezig in het brood en de wijn van het Heilig Avondmaal, maar Hij is in de hemel." Zij bemoedigden elkaar met "Luistert broeders naar een belangrijke boodschap: voortdurend moeten wij waken en bidden, omdat de wereld bijna ten einde is." Vervolging bleef niet uit en hun vijanden zeiden "Als er ook maar één rechtvaardige is, die Jezus Christus liefheeft, die niet vloekt, niet zweert, niet liegt, niet echtbreekt, niet moordt en niemands spullen steelt; die zich niet wreekt op zijn vijanden ... dan zeggen ze, dat hij een Waldens is en dus des doods schuldig!" (uit 'La Nobla Leyczon'), maar zij wisten wat in Mattheus 5 vers 10 stond "Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen."

Ondanks deze vervolgingen stuurden zij zendelingen naar de steden, vermomd als kooplieden konden zij zodoende het evangelie verkondigen. Zeer voorzichtig zochten ze mensen die geïnteresseerd waren, en hadden ze die gevonden dan haalden ze hun grootste Schat, verborgen in hun kleding tevoorschijn en vertelden deze personen Gods Woord. Velen van deze Waldenzen kwamen op de brandstapels in Toulouse, Bordeaux, Grenoble en Rouen.

Gelukkig hadden ze in deze moeilijke tijden (financiele) steun van christenen die woonden in Engeland en Nederland. In deze landen was het christendom al vroeg gebracht en onvervalst. Echter ook daar kwamen vervolgingen en in Engeland stond John Wycliffe op welke ook de Bijbel in de landstaal vertaalt. Hetzelfde dus als de Waldenzen deden. Ook hij ziet het belang in van de prediking en stuurt zijn volgelingen twee aan twee door het land om het volk op te roepen tot bekering en het geloof in Christus. Wycliff wordt wel de eerste protestant genoemd, omdat hij de Bijbel neemt voor de enige richtsnoer van leer en leven. Dus, wat we moeten geloven, staat in de Bijbel; en hoe we ons in het leven van elke dag moeten gedragen, staat ook in diezelfde Bijbel. De kerk en de paus hebben voor Wycliff geen gezag: alleen Gods Woord.


Aangemaakt 4 oktober 2014


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!