Nikolaas van Myra

Zie ook: Beeldbank, Heiligen (RK),

Nikolaas van Myra, een 4de eeuwse bisschop welke later heilig werd verklaard.

Inhoud

Inleiding

Het hoort bij het najaar zoals regen, vallende bladeren en vertraagde treinen: het bericht in de krant dat deze of gene gereformeerde burgemeester heeft geweigerd Sinterklaas te ontvangen. De seculiere pers maakt zich er vrolijk over, maar zo'n burgemeester heeft wel een béétje gelijk: de festiviteiten gaan gedeeltelijk terug op de heidense cultus voor Wodan. Gedeeltelijk, want het feest heeft óók oude christelijke wortels, die nog altijd de moeite van het overwegen waard zijn.

Niet dat er heel veel bekend is over de echte Nikolaas - zijn betekenis ligt meer in wat er in de Middeleeuwen mee is gedaan. Over de historische persoon weten we alleen zeker dat hij in de vierde eeuw bisschop was in de havenstad Myra in het zuidwesten van het huidige Turkije, dat hij op een zesde december van een onbekend jaar is overleden, en dat zijn stoffelijke resten in 1087 zijn overgebracht naar Bari, een stadje in de hak van Italië dat lange tijd door de koning van Spanje werd bestuurd – zodat de goedheiligman, al dan niet per stoomboot, elk jaar uit Spanje weer aankomt.

Veel meer zekerheid lijkt er op het eerste gezicht niet te zijn, en het is niet erg geruststellend dat een van de oudste vermeldingen van de heilige, een lofrede die patriarch Proklos van Constantinopel rond 440 uitsprak, al verwijst naar vooral legendarisch materiaal. Een biografie, zoals we hebben van de formidabele Martinus van Tours (“Sint-Maarten”), ontbreekt, en evenmin bezitten we door de heilige geschreven teksten, die we wel hebben van de kerkvaders. Het oudste heiligenleven van Nikolaas van Myra, geschreven door een verder onbekende Michaël de Archimandriet, wordt rond 700 gedateerd, drie-en-een-halve eeuw nadat de dood van de bisschop.

Nu hoeft dit ons niet te verontrusten. Als we de bronnen van Michaëls heiligenleven zouden kunnen opsporen, zouden we een flinke stap zetten op weg naar de historische bisschop van Myra. Helaas is dat niet mogelijk - al staat vast dát er eerdere bronnen zijn.

De Legende

Michaëls Leven, werken en wonderdaden van onze heilige vader Nikolaas, aartsbisschop van Myra in Lycië is een korte tekst. De Nederlandse vertaling van Aart Blom, opgenomen in zijn Nikolaas van Myra en zijn tijd (1998), telt slechts tien bladzijden. Nikolaas zou zijn geboren in Patara (§3), en zou een voorbeeldige jeugd hebben gehad (§8); vooral zijn kuisheid sprong in het oog (§4). Zijn heiligheid bleek al vroeg toen de zuigeling elke week op vrijdag, de dag waarop Jezus is gekruisigd, de moederborst weigerde (§5). Nikolaas’ als voorbeeldige christenen levende ouders overleden toen Nikolaas nog jong was, en hij schonk meteen al zijn bezittingen weg (§9).

Dan volgt in §§10-17 een bekend verhaal. Nikolaas hoort dat ergens een verarmde man leeft die zijn dochters geen bruidsschat kan meegeven. Het is zelfs zo erg met de meisjes gesteld dat “geen enkele jongeman van hun eigen stand hen als vrouw wilde. Zo arm waren ze. Zelfs niemand van een lagere stand, al bezat hij nog minder dan zij, zag er toekomst in. Dus overwoog de man ze aan een bordeel af te staan om zo zichzelf en zijn gezin tenminste enig levensonderhoud te verschaffen.” Gelukkig grijpt Nikolaas in door heimelijk een bundel met geld door een open raam het huis van de arme mensen binnen te gooien, zodat de oudste dochter kan worden uitgehuwelijkt.

Dit herhaalt zich, en dan is het de beurt van de derde dochter. “Daar was Nikolaas weer,” schrijft Michaël, die er, niet werkelijk terzake, aan toevoegt “vereerder van de Drie-eenheid en dienaar van die ene Persoon van de Heilige Drie-eenheid, onze ware God Christus.” De gulle gever wordt dit keer door de wakker gebleven vader betrapt, en hoewel Nikolaas zijn protégee laat zweren dat hij het niemand ooit zal vertellen, is het verhaal toch uitgelekt.

Dit werd een van de populairste anekdotes over de man uit Myra, die in de Middeleeuwen werd aangeroepen door vrouwen die een geschikte echtgenoot zochten. Onze uitdrukking “goedheiligman” is een verbastering van “goedhuwelijkman”. Ook ons gebruik elkaar cadeautjes te geven gaat op dit verhaal terug.

Korte tijd nadat hij zijn bezittingen heeft weggegeven, wordt Nikolaas bisschop van Myra, waar hij zich onderscheidt door de tempel van de godin Artemis neer te halen (§29). In andere verhalen worden drie ten onrechte gevangen gezette generaals gered doordat de heilige ’s nachts verschijnt aan de verantwoordelijke bewindspersonen, hoewel Nikolaas tegelijkertijd in Myra in zijn studeerkamer zit te lezen. Een variant op dit verhaal betreft de redding van drie ter dood veroordeelden, wier vonnis na een interventie van de bisschop wordt gewijzigd. Bij herhaling danken zeelieden in nood hun redding aan Nikolaas (§§34-36 en §§45-48), wat ervoor heeft gezorgd dat hij de patroon werd van de zeevarenden en hem uiteindelijk een kerk bezorgde in vrijwel elke Europese havenstad. Ook een hongersnood wordt op wonderbaarlijke wijze beëindigd (§§37-39), maar uiteindelijk komt een einde aan het aardse bestaan van de heilige, die vanuit de hemel ook nog enkele wonderen verricht.

Het Onderzoek

Vrijwel niets in uit de legende is origineel, en - erger nog - er zijn vooral niet-christelijke parallellen. In de vroege derde eeuw schreef de Griekse belletrist Filostratos een vie romancée van de Pythagorese wijze Apollonios, afkomstig uit het niet heel ver van Myra gelegen Tyana. Ook deze leeft een kuis leven (uniek in de heidense wereld), schenkt zijn bezittingen weg, zorgt ervoor dat een verarmd heerschap zijn vier dochters een bruidsschat kan meegeven, intervenieert in rechtszaken, redt een ter dood veroordeelde en bezit het vermogen der bilocatie.

Aan Sint-Nikolaas hechtten zich niet alleen volksverhalen uit Turkije. Rond het jaar 1000 werd de cultus ook in West-Europa bekend, waar aspecten van het Germaanse heidendom een rol gingen spelen bij de verering van de heilige uit Myra. Het beeld van de statige bisschop die met zijn staf in de hand over de besneeuwde daken rijdt, is gebaseerd op de afgod Wodan, die met een lans in de hand op zijn strijdros over de wolken reed. Onze Zwarte Pieten zijn ontstaan uit de zwarte vogels die de Germaanse oppergod begeleidden.

Het is niet uniek dat een christelijke heilige zich tooit met de verhalen die eigenlijk horen bij een heidense cultus. De leeuw uit de legende van Hiëronymus is eigenlijk van een zekere Androkles; Sint-Joris, de prinses en de draak zijn imitaties van Perseus, Andromeda en het watermonster; en de cultus in Santiago de Compostella voor Sint-Jakobus (de broer van Jezus) is een voortzetting van de verering van de goddelijke Tweelingen. Mannen als Luther en Calvijn hadden geen ongelijk toen ze zeiden dat de Kerk van Rome gevaarlijk veel heidense invloeden had ondergaan.

Sommige geleerden meenden dat over de echte Nikolaas van Myra niets meer te weten viel. Dat was bijvoorbeeld de mening van de Duitser Gustav Anrich, die in 1913 en 1917 een boek publiceerde, Hagios Nikolaos, waarin hij geen spaan heel liet van de historische Nikolaas. Toch valt daar wel wat op af te dingen. Aan het begin van de twintigste eeuw waren veel geleerden in de ban van wat later “hyperskepsis” werd genoemd: een doorgeschoten vorm van kritiek, ingegeven door het idee dat geschiedenis pas een wetenschap is als ze elk romantisch idee opoffert.

Maar soms is de waarheid romantisch en inspirerend, en men is teruggekomen van de hyperskepsis. In 1987 publiceerde de Italiaan Gerardo Cioffari een nuttige correctie, San Nicola nella Critica Storia. De al genoemde Nederlander Blom benadert de heilige in zijn verrukkelijke Nikolaas van Myra en zijn tijd door te beschrijven wat in de vierde eeuw werd verwacht van een bisschop, en daarna te kijken welke elementen van de Nikolaaslegende daarmee overeenstemmen. Dat levert een in elk geval een heel goed boek over het vroege Christendom op.

Een van de conclusies van Cioffari en Blom is dat de topografische beschrijvingen van Myra in de legenden redelijk accuraat zijn. Er zijn wel wat vergissinkjes, maar het lijkt er sterk op dat de latere legenden teruggaan op een bron waarvan de auteur wist hoe Myra er in de vierde eeuw heeft uitgezien. Er was inderdaad een tempel voor Artemis in de Lycische stad en archeologen hebben in de haven de door Michaël de Archimandriet genoemde staatsgraanpakhuizen opgegraven. Misschien zit er toch een kern van waarheid in de verhalen.

Ook de archeologie helpt. Lange tijd verbood de Romeinse wet dat mensen binnen de stad ter aarde werden besteld. Toen de overwinning van het christendom rond 350 eenmaal een feit was, kwam het echter steeds vaker voor dat de kerken die aan vrome bisschoppen werden gewijd, verrezen binnen de stadsmuren. Nu is de grafkerk van Sint-Nikolaas buiten de muren van het oude Myra, wat suggereert dat de cultus al vóór 350 bestond. Misschien is waar dat Nikolaas is overleden in 342 of 343, zoals wel eens wordt vermeld.

Inmiddels hebben Russische archeologen ook de door Nikolaas gestichte kerk van Myra opgegraven, die niet ver van de haven stond. Niet in het stadscentrum dus, maar in een buitenwijk, en ook dat is significant. In 337 overleed de christelijke keizer Constantijn de Grote, en hij werd opgevolgd door zijn zoon Constantius. Het behoud van datgene wat de christenen in de voorgaande kwart eeuw hadden bereikt, was gegarandeerd, en na 337 hadden de christenen voldoende zelfvertrouwen om kerken te bouwen in het tot dan toe door tempels van de traditionele goden gedomineerde centrum. De plaatsing van de kerk van Myra suggereert dat het gebouw dateert uit de periode tussen 311, waarin een einde kwam aan de christenvervolgingen, en 337.

Misschien verklaart de plaats van deze kerk, bij de haven, Nikolaas’ populariteit bij de zeevaarders. Het kan geducht spoken voor de rotsige kust van Lycië, en menig zeeman zal hebben gebeden dat hij de beschutting mocht bereiken van de haven van Myra, waar de kerkelijke gemeenschap het als zijn taak kan hebben gezien hem op te vangen.

Het lijkt er dus op dat we Nikolaas’ optreden en de bouw van zijn havenkerk moeten dateren tijdens de regering van Constantijn de Grote. Misschien is er nog een extra aanwijzing: er is geen legende over Nikolaas’ bekering. Omstreeks 375 publiceerde Sulpicius Severus het heiligenleven van Martinus van Tours, waarin het beroemde verhaal is opgenomen dat Sint-Maarten een arme bedelaar te hulp schiet door hem een deel van zijn mantel af te staan; onmiddellijk daarna neemt hij het doopsel aan. In 397 volgen de Belijdenissenvan Augustinus, waarin het moment van inkeer ook een opvallende plaats heeft. Sindsdien behoort het bekeringsverhaal tot de biografie van vrijwel elke heilige. Zo niet de legenden van Sint-Nikolaas, waarvan we misschien andermaal mogen concluderen dat ze teruggaan op een vrij vroeg geschreven bron.

Het Concilie van Nikaia

Als Nikolaas inderdaad leefde ten tijde van Constantijn de Grote, dan is aannemelijk dat hij aanwezig is geweest op het concilie van Nikaia in 325. Het belangrijkste discussiepunt was de organisatie van de kerk, maar er werd ook gesproken over het vraagstuk of God de Zoon wezensgelijk was aan of wezensgelijkend met God de Vader. In gewone mensentaal: is Jezus van Nazareth zelf God, of lijkt hij erop? Het laatste standpunt is eenvoudiger te rijmen met het monotheïsme: Jezus is dan het voornaamste schepsel van God, en niet, zoals in het eerste standpunt, zélf God. Niettemin is dat wel wat het Evangelie van Johannes schrijft, en de bisschoppen kozen daarom uiteindelijk voor dit laatste, welbeschouwd niet begrijpelijke standpunt: er is één God, maar in drie personen.

In het heiligenleven van Michaël de Archimandriet wordt er voortdurend op gehamerd dat Nikolaas een “vereerder van de Drie-eenheid was en een dienaar van die ene Persoon van de Heilige Drie-eenheid, onze ware God Christus.” Het is ook geen toeval dat hij drie meisjes van een bruidsschat voorziet, drie generaals redt en erin slaagt drieter dood veroordeelden te redden. Michaël is duidelijk beïnvloed door latere dogmatische discussies, maar het is niet uitgesloten dat Nikolaas inderdaad aandacht heeft besteed aan dit onderwerp - al moet hij in zijn havenkerk wel concretere zaken aan zijn hoofd hebben gehad.

We kunnen nog één stap verder gaan. De notulen van het concilie van Nikaia zijn verloren gegaan, maar men heeft geprobeerd de lijst van aanwezigen te reconstrueren. Van deze tekst, het Synodikon, zijn elf varianten bekend, geschreven in zes talen. Drie hiervan noemen Nikolaas, en van één daarvan kan worden gezegd dat die behoort tot de betere handschriften. Op het eerste gezicht zou je zeggen dat niet valt uit te maken of Nikolaas wel of niet aanwezig is geweest in Nikaia.

Een nogal late legende vermeldt echter een opmerkelijk detail: dat de man uit Myra tijdens een van de discussies, begeesterd door apostolische ijver, een andere bisschop een klap heeft verkocht. Dit is niet bepaald herderlijk optreden en het verbaast niet dat de voorzitter van de vergadering Nikolaas zou hebben verboden nog langer zijn bisschoppelijke gewaden te dragen. (Op Griekse iconen wordt Sint-Nikolaas nog altijd zonder mijter en mantel afgebeeld.) In feite is de anekdote nogal gênant, en we mogen daarom wellicht aannemen dat ze waar is, temeer daar in de tijd waarin dit incident voor het eerst wordt vermeld, de grote discussies over de Drie-eenheid voorbij waren.

Conclusie

Samenvattend zouden we kunnen zeggen dat Nikolaas bisschop is geweest van de havenstad Myra tijdens de regering van Constantijn de Grote. Het is moeilijk in de legenden een historische kern te ontwaren, want veel ervan hebben parallellen in Filostratos’ Leven van Apollonios en behoren dus tot de verhalen die destijds in Turkije werden verteld over elke charismatische, al dan niet christelijke godsdienstleraar. Zonder parallel in die verhalentraditie is de anekdote dat Nikolaas een bisschop een klap heeft uitgedeeld, en dat kan daarom historisch waar zijn.

Er is echter nóg een detail zonder parallel. We vinden het in het verhaal over de drie meisjes. Het verhaal zelf is niet uniek. Ook Apollonios schoot een arme vader te hulp. Er is echter een significant verschil: de motivatie. Filostratos maakt geen woorden vuil aan het lot dat de meisjes van een arme familie wacht. In de Nikolaaslegende wordt daar wel op ingegaan: ze zullen moeten gaan werken in het bordeel.

En dit is uniek in de antieke letteren. Ik kan niet beweren dat ik álles heb gelezen, maar uit het deel dat ik wel ken zijn mij geen voorbeelden bekend van heidense of christelijke religieuze leiders die bruidsschatten uitdelen uit zorg om de vrouwen. Deze vorm van feminisme past bovendien heel goed binnen het vierde-eeuwse Christendom, waarin vrouwen een belangrijke rol speelden. Later, toen het nieuwe geloof de massagodsdienst van het Mediterrane gebied was geworden, kregen de oude attitudes ook vat op het Christendom en verslechterde de positie van de vrouwen. Nikolaas’ feminisme past meer in de vierde eeuw dan in de tijd van Michaël de Archimandriet. In feite is dit verhaal over het geven van geschenken, dat ook al geen miraculeuze opschorting van de natuurwetten veronderstelt, uniek. De conclusie lijkt onvermijdelijk dat het gewoon waar is.

De echte Nikolaas van Myra was dus - en dit staat historisch gewoon vast - de gever van geschenken aan mensen die niets konden teruggeven. Een simpel werk van naastenliefde, maar daarom niet minder inspirerend. De middeleeuwse kerk legde er daarom de nadruk op. De aarde was de mensheid als collectief bezit gegeven, en degene die daarvan een groter deel bezat, gaf de arme hooguit terug wat al van hem was. Daarom was het goed als rijken gaven aan de armen zonder dat dezen daarvoor een tegenprestatie hoefden leveren of de gever zich op zijn weldaad mocht laten voorstaan. Dit is de werkelijke, oerchristelijke boodschap van het Sinterklaasfeest: dat het goed is je welvaart te delen. Sinterklaas brengt kinderen die waarde bij door zelf het voorbeeld te geven. Als contrapunt bij het kapitalisme is Nikolaas van Myra onverminderd relevant.

En er is méér. De echte Nikolaas bekommerde zich om vrouwen. Een schatting van de Verenigde Naties leert dat momenteel tussen de 113 en 200 miljoen vrouwen demografisch “zoek zijn” als gevolg van eerwraak, huiselijk geweld, ruzies om bruidsschatten en andere vormen van geweld tegen vrouwen. Elk jaar sterven tussen de anderhalf en drie miljoen vrouwen aan wat “gender related violence” wordt genoemd. Ook in ons land worden vrouwen mishandeld en verdwijnen kwetsbare vrouwen in de prostitutie. Ook als protest tegen vrouwenmishandeling is de heilige Nikolaas helaas nog altijd actueel.

Ik begon dit stukje met een opmerking over christelijke burgemeesters die weigeren Sinterklaas te onthalen. Ik schreef dat ze wel een beetje gelijk hadden, omdat het feest inderdaad heidense trekjes heeft. Maar de kern is christelijk en relevant. Liever dan de kindervriend de toegang te weigeren, zouden de burgervaders in hun welkomsttoespraak het accent kunnen leggen op de zaken waar het werkelijk om gaat: dat teveel vrouwen nog altijd bescherming nodig hebben en dat het goed is rijkdom te delen.

Jona Lendering
Hier het originele Engelse artikel.

Aangemaakt 27 november 2008, laatst bijgewerkt op 18 november 2018


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!