Over dunne mensen wordt relatief weinig gesproken in de Bijbel. Dun werd meestal gezien als een teken van tegenspoed, dit in tegenstelling tot dik zijn. Zo lezen we in de Psalm 79:8 de klacht dat ze dun zijn geworden en iets verder dat ze uitgeteerd zijn (Ps. 116:6).
In Leviticus staat dat iemand die dwergachtig is niet aan de priesterdienst mag meedoen (Lev. 21:20), opvallend is echter dat in het Hebreeuws het woord דק "dun" wordt gebruikt. Theologen denken dat het hier om een exceptioneel dun iemand, of een dwerg gaat (B. A. Levine, Leviticus [JPSTC], p. 146), of iemand met verdorde ledematen (J. E. Hartley, Leviticus [WBC], p. 342, 344).
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!