De Alexandrijnse tekst is een van de families van de handschriften van het Nieuwe Testament en is een van de oudste overgeleverde teksten. Vanaf 1800 werden de Alexandrijnse handschriften ontdekt, omdat ze veel geringer in aantal zijn worden ze ook wel de minderheidstekst genoemd. De Alexandrijnse teksten worden ook wel de oosterse teksten genoemd. Omdat de Alexandrijnse teksten in een drogere omgeving zijn gevonden dan de Byzantijnse bleven ze langer bewaard dan de laatstgenoemde en kunnen daarom veel ouder zijn.
Bekende lacunes in de Alexandrijnse tekst zijn Mattheus 16:2-3; Markus 16:8-20; Lukas 22:43-44; Johannes 5:4; 7:53-8:11; 21:25; Romeinen 16:24.
Omdat de Alexandrijnse handschriften over het algemeen veel ouder zijn, wordt door veel wetenschappers deze als het meest authentiek geacht en de toonaangevende uitgave van Nestle-Aland, welke voor veel moderne Bijbelvertalingen is gebruikt, volgt dan ook over het algemeen de minderheidsuitgave. Toch zijn er ook steeds meer wetenschappers die twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze minderheidsteksten. Dr. Gordon Clark komt met de volgende kritiek: “Als een groep van twintig of veertig manuscripten één voorouder gemeenschappelijk hebben, dan betekent dit, dat een groot aantal kopiisten vond, dat deze voorouder-kopie trouw was aan het originele handschrift. Maar als een manuscript slechts weinig is gekopieerd, zoals het geval is bij B [=Codex Vaticanus], dan kan men met recht denken dat deze vroegere kopiisten aan de betrouwbaarheid ervan twijfelden. Waarschijnlijk hebben de orthodoxe christenen uit die beginperiode al geweten dat B corrupt was.” (Gordon H. Clark, Logical Criticisms of the Textual Criticism, p. 15). Dit vermoeden wordt nog eens bevestigd als we lezen dat Konstantin von Tischendorf zijn eerste fragmenten van de Codex Sinaiticus meenam uit een mand, waarvan de bibliothecaris vertelde dat ze afval waren die in de ovens van het klooster verbrand zou worden (T. C. Skeat, "The Last Chapter in the History of the Codex Sinaiticus." Novum Testamentum. Vol. 42, Fasc. 3, Jul., 2000. p. 313).
Symbool | Naam | Ouderdom | Inhoud |
p46 | Chester Beatty II | c. 200 | Brieven van Paulus |
p66 | Bodmer II | c. 200 | Evangelie naar Johannes |
p72 | Bodmer VII/VIII | 3de/4de eeuw | 1-2 Petrus; Judas |
p75 | Bodmer XIV-XV | 3de eeuw | fragmenten van Lukas — Johannes |
א | Codex Sinaiticus | 330-360 | Nieuwe Testament |
B | Codex Vaticanus | 325-350 | Matt. — Hebr 9, 14 |
A | Codex Alexandrinus | c. 400 | (behalve de Evangeliën) |
C | Codex Ephraemi Rescriptus | 5de eeuw | (behalve de Evangeliën) |
Q | Codex Guelferbytanus B | 5de eeuw | fragmenten Lukas — Johannes |
T | Codex Borgianus | 5de eeuw | fragmenten Lukas — Johannes |
I | Codex Freerianus | 5de eeuw | Brieven van Paulus |
Z | Codex Dublinensis | 6de eeuw | fragmenten van Matt. |
L | Codex Regius | 8ste eeuw | Evangeliën |
W | Codex Washingtonianus | 5de eeuw | Lukas 1:1–8:12; J 5:12–21:25 |
057 | Unciaal 057 | 4de/5de eeuw | Handelingen 3:5–6,10-12 |
0220 | Unciaal 0220 | 6de eeuw | Nieuwe Testament (behalve Openbaring) |
33 | Minuscule 33 | 9de eeuw | Romeinen |
81 | Minuscule 81 | 1044 | Handelingen, Brieven van Paulus |
892 | Minuscule 892 | 9de eeuw | Evangeliën |
Papyrus: p47
Uncialen: 068
Aangemaakt 15 december 2016