De Codex Washingtonianus of Codex Washingtonensis (Gregory-Aland no. W of 032, von Soden ε 014) is een 5de-eeuws Bijbelhandschrift op perkament. Het is geschreven in unciaal-hoofdletters.
Deze codex bevat de tekst van de vier Evangeliën met een aantal lacunes (Markus 15:13–38; Johannes 14:26–16:7). De tekstgedeelten van Mattheüs 4:21-22; Lukas 22:43-44; Johannes 5:4; 7:53-8:11 komen er niet in voor. De gehele Codex Washingtonianus bestaat uit 187 bladen (20,75 x 13,75 cm). De tekst is geschreven in een kolom per pagina, 30 regels per pagina.
De evangeliën staan, net als in de Codex Bezae, in "westelijke" volgorde: Mattheüs, Johannes, Lukas en Markus.
De nomina sacra zijn geschreven in verkorte vorm: ΘΣ ΚΣ ΧΡΣ ΙΣ ΠΝΑ ΑΝΟΣ ΠΗΡ ΜΗΡ ΥΣ ΔΑΔ (ΔΔ eenmaal) ΙΗΛ (en eenmaal: ΙΣΡΛ).
De Codex Washingtonianus heeft een eclectische tekst. Kurt Aland plaatste de codex in Categorie III.
Deze codex geeft in Markus 16 het lange slot van het Evangelie volgens Markus (16:9-20) en bovendien tussen 16:14-15 het zogenaamde Freer logion :
En zij verontschuldigden zich, terwijl zij zeiden: deze tijd van wetteloosheid en ongeloof ligt onder Satan, die Gods kracht en waarheid niet de overhand laat krijgen over de zaken van de onreine geesten. Openbaar ons daarom nu uw gerechtigheid. Zo spraken zij tot Christus. En Christus antwoordde hen: De maat van de jaren van Satans heerschappij is volgemaakt, maar andere vreselijke dingen komen dichterbij. Ik ben overgegeven in de dood voor zondaars, opdat zij terugkeren naar de waarheid en niet meer zouden zondigen, opdat zij de geestelijke en onvergankelijke heerlijkheid van de gerechtigheid die in de hemel is zouden beërven.
Deze tekst is alleen bekend van dit handschrift en van een citaat door Hiëronymus.