125 |
Eerste geregistreerde melding over christenen uit de heidenen die hun gebed richten tot Maria. |
132 |
In het Land van Israël begint de tweede Joodse opstand tegen Rome onder Simon bar Kochba ('Sterrenzoon'), die door rabbijn Akiva 'Messias' wordt genoemd. De christenen houden zich in het conflict afzijdig. |
135 |
Rome bedwingt de Joodse opstand op meedogenloze wijze. Volgens de Romeinse historicus Dio Cassius kost dat aan Joodse zijde minstens 600.000 doden. Talloze anderen worden gedeporteerd of in slavernij weggevoerd en vele Joodse religieuze en politieke leiders, waaronder rabbi Akiva en zijn discipelen, geëxecuteerd. Anti-Joodse maatregelen worden verder aangescherpt. Jeruzalem wordt volledig verwoest, in Romeinse stijl weer opgebouwd en omgedoopt in 'Aelia Capitolina'. Judea krijgt de naam 'Syria Palaestina' - opdat aan de naam van Israël niet meer worde gedacht. De na de verwoesting van 70 deels herstelde Tempel wordt gewijd aan de Romeinse god Zeus.. De niet-Jood Marcus wordt bisschop over de christen-Joden in Jeruzalem. Dit is een belangrijke breuklijn want zijn 15 voorgangers waren allen Joods en hielden zich volledig aan de Tora. |
138 |
Hadrianus sterft en zijn opvolger Antoninus Pius verlicht de anti-Joodse maatregelen. Zo wordt de besnijdenis weer toegestaan. |
175 |
De term 'Oude Testament' voor het eerst gebruikt door de bisschop van Sardis. |
185 |
Kerkvader Origenus verbiedt theologische studie op basis van Joodse bronnen. |
200 |
Keizer Severus verbiedt toetreding tot het Jodendom. Kerkvader Origenus formuleert in een reactie voor de eerste maal de vervangingstheologie: "Wij mogen er vertrouwen in hebben dat de Joden niet naar hun eerdere situatie terugkeren, want zij hebben de meest verschrikkelijke van alle misdaden begaan, door een samenzwering te beginnen tegen de Redder van het menselijke ras. Daarom moest de stad waar Jezus lijdde wel worden verwoes, moest de Joodse natie uit haar land worden verdreven en moest een ander volk door God worden geroepen voor de gezegende uitverkiezing". |
201 |
In Syrië wordt de eerste specifiek 'christelijke' kerk gebouwd. |
260 |
Eerste gedocumenteerde gebed van christenen aan de 'heiligen' Petrus en Paulus. |
301 |
Armenië wordt de eerste christelijke natie. |
306 |
Op de Synode van Elvira wordt het christenen verboden om samen met Joden te eten, te leven of hen te huwen. |
311 |
De Romeinse keizer Galerius verordent een eind aan de christenvervolgingen. |
312 |
In navolging van zijn moeder Helena, 'bekeert' de nieuw aantredende Romeinse keizer Constantijn zich tot het christendom. Hij blijft in werkelijkheid echter tot zijn overlijden een aanhanger van het veelgodendom en laat zelfs munten slaan ter ere van Apollo. |
313 |
Constantijn verleent de Romeinen godsdienstvrijheid en heft daarmee ook het (formele) verbod op het christendom op. |
315 |
Constantijn geeft een serie anti-Joodse edicten uit, waaronder een verbod op toetreding tot het Jodendom. |
321 |
Constantijn roept de zondag uit tot de officiële (christelijke) rustdag. |
324 |
Constantijn verplaatst de Romeinse hoofdstad naar Turkije, waar hij de stad Constantinopel sticht (thans Istanboel). Bijgevolg wordt de bisschop van Rome (de 'paus') de machtigste man in Italie. |
325 |
Tijdens het Concilie van Nicea worden maatregelen genomen tegen het groeiend aantal ketterijen. 'Joodse' bisschoppen worden voor dit concilie niet uitgenodigd (een precedent). In Nicea wordt de Geloofsbelijdenis van Nicea aanvaard en worden belangrijke dogma's vastgelegd, zoals dat van de Heilige Twee-eenheid (Jezus en God zijn dezelfde). Bisschoppen die dit niet aanvaarden worden verbannen. Zie ook onder 381 - Constantinopel. In Nicea wordt ook besloten het Paasfeest in de tijd te scheiden van (het Joodse) Pesach, "want het zou buiten elke maatstaf ongepast zijn als wij op het heiligste van alle feesten de gewoonten van de Joden zouden volgen. Laten wij daarom niets gemeen hebben met dat afschuwelijke volk". |
333 |
Op last van Constantijn dienen christen-Joden op straffe des doods alle banden met het Jodendom op te geven. |
337 |
Het christendom wordt de officiële staatsreligie van het Romeinse rijk. Constantijn sterft en wordt opgevolgd door zijn drie zonen, waarvan Constantius de hoofdrol gaat spelen. |
338 |
De christelijke kerk vervangt de Joodse kalender door de zonnekalender. Mede omdat er vele soorten kalenders zijn die onderling van elkaar afwijken. |
350 |
Voltooiing van de Codex Vaticanus, de eerste volledige christelijke Bijbel. Keizer Constantius en zijn moeder Helena beginnen met de bouw van kerken op christelijke plaatsen in het Land van Israël. Helena wordt befaamd omdat zij met haar intuitie de verschillende historische locaties 'precies kan aanwijzen'. |
351 |
Een Joodse opstand in Galilea tegen de Byzantijns-christelijke overheersing wordt met geweld de kop in gedrukt. Belangrijke Joodse centra worden vernietigd. |
353 |
Constantius verordent de sluiting van alle heidense tempels in het Romeinse rijk. |
362 |
De antichristelijke West-Romeinse keizer Julianus, die oorlog wil voeren tegen Perzië, probeert zich van Joodse steun te verzekeren en belooft hen dat de Tempel in Jeruzalem zal worden herbouwd. Joden beginnen de christenen uit Jeruzalem te verdrijven. Julianus sterft echter in 363 en met hem de Tempelplannen. |
364 |
Het Concilie van Laodicea voert de doodstraf in voor christenen die de sjabbat houden. Mede hierdoor komt er een eind aan het 'Messias-belijdende Jodendom'. Dat komt eerst in de 19de eeuw weer op. |
379 |
De nieuwe Romeinse keizer Theodosius I herstelt de macht van de christelijke kerk in het rijk. |
381 |
Het Concilie van Constantinopel stelt het dogma in van de Heilige Drie-eenheid, waarbij de derde component bestaat uit de Heilige Geest (zie ook onder 325, Nicea). |
387 |
De in Antiochië (Syrië) woonachtige kerkvader Johannes Chrysostomus begint een langdurige haat- en geweldcampagne tegen de Joden en de 'judaïzanten' (heidenen die waren toegetreden tot de nog 'synagogale' vroege kerk en die zich verzetten tegen de anti-joodse houding van de latere, door heidenen gedomineerde kerk). |
388 |
Opgehitst door hun bisschop steken christenen de synagoge van Callinicum (Mesopotamië) in brand. De Romeinse keizer Theodosius I eist vervolgens van de bisschop dat die het gebouw laat herstellen en de daders straft. In een bezwaarschrift aan de keizer schrijft de bisschop van Milaan, (Sint!) Ambrosius (339-397) daarop: "zij die synagoges beschermen zijn bondgenoten van de Joden en derhalve vijanden van Christus". Daarop trekt Theodosius zijn bevel weer in en heeft de kerk het laatste woord. De theoretische scheiding tussen de kerk en synagoge die in Nicea werd neergelegd is nu wet voor de christelijke machthebbers. Het incident in Callicium symboliseert de overwinning van het kerkelijk antisemitisme. |
395 |
Het Romeinse rijk wordt opgesplitst in twee delen, het oostelijke wordt Byzantium genoemd. |
415 |
Onder de keizerlijke Romeinse wet wordt het verboden nieuwe synagoges te bouwen. De (later heilig verklaarde) bisschop Augustinus van Hippo schrijft: "Het ware tegenbeeld van de Jood is Judas Iscariot, die de Heer verkoopt voor zilver. De Joden zullen de Schrift nimmer kunnen begrijpen en zullen voor eeuwig de schuld dragen voor de door van Jezus". |
418 |
Bisschop Severus van Majorca eist, op straffe des doods, dat de Joden op het eiland zich tot het christendom bekeren. Sommigen ontsnappen, anderen vechten zich dood en 540 zwichten De later heilig verklaarde Jerome, de vertaler van de Bijbel in het Latijn (de Vulgaat), schrijft over de synagoge: "Als je het een bordeel noemt, een hok van ontucht, de schuilplaats van de duivel, het fort van Satan, een afgrond met iedere voorstelbare catastrofe, of wat men ook wil; dan zegt men nog minder dan hetgeen het verdient". |
419 |
De christelijke monnik Barsauma van Nisibis geeft leiding aan een geweldcampagne tegen de Joden in het Land van Israël. Tientallen synagoges worden vernietigd. |
438 |
Keizer Theodosius II bekrachtigt het verbod op de bouw van synagoges en verbiedt bovendien dat Joden publieke functies vervullen - "opdat zij de Romeinse wet en het christendom niet beledigen". |
451 |
Het Concilie van Chalcedon verleent de bisschoppen van Constantinopel en van Rome (de paus) dezelfde autoriteit. Dit markeert het begin van het schisma tussen de Oosterse en Westerse kerken. |
491 |
De Armeense kerk verklaart zich onafhankelijk van Rome en Constantinopel. |
500 |
De titel 'paus', die voorheen door alle bisschoppen werd gedragen, wordt uitsluitend van toepassing op de bisschop van Rome. |
527 |
Justianus wordt keizer van het Byzantijns-christelijke rijk en initieert strenge anti-Joodse maatregelen. |
538 |
Het wordt Joden overal verboden om christelijke werknemers of slaven te hebben. Als gevolg daarvan wordt het voor Joden vrijwel onmogelijk om landbouw te bedrijven. Hun toetreding tot gildes wordt wordt later eveneens verboden, waardoor voor de meeste Joden uitsluitend de handel overblijft. |
543 |
De Joden worden door de Byzantijnse machthebbers uit Jeruzalem verbannen. |
576 |
Christenen verwoesten de synagoges in de Franse stad Clermont-Ferrand. De plaatselijke bisschop dwingt ruim 500 Joden zich te laten dopen. De anderen vluchten naar Marseille. |
582 |
De Frankische koning Chiperic wend, zonder veel succes, vrijwel alle middelen aan om de Joden in zijn rijk tot de christelijke doop te dwingen. Uiteindelijk laat hij de niet gevluchtte Joden kiezen tussen het uitsteken van hun ogen of de doop. |
589 |
De Katholieke Raad van het Spaanse Toledo verordent dat kinderen uit gemengd Joods-christelijke huwelijken gedoopt dienen te worden. Later wordt die praktijk ook elders van kracht. |
600 |
Paus Gregorius I introduceert een nieuw systeem om Joden tot aanvaarding van het christendom te dwingen. Joodse religieuze activiteiten worden gehinderd terwijl bekeerlingen allerlei politieke en economische voordelen wordt beloofd. Volgens de nieuwe regels dienen Joden wel te worden beschermd tegen geweld, maar krijgen ze voor het overige niet dezelfde rechten als hun christelijke medeburgers. |
612 |
De Visegothisch-Spaanse koning Sisebut verklaart alle schulden van christenen aan Joden nietig. Joodse eigenaren van onroerend goed dienen zich te laten dopen op straffe van verbeurtverklaring van hun eigendom. |
613 |
Koning Sisebut stelt nu aan alle Spaanse Joden een ultimatum: doop of verbanning. |
614 |
Plaatselijke Joodse eenheden helpen het Perzische leger bij de verovering van Galilea, Judea en Jeruzalem. De Heilige Stad wordt vervolgens onder Joods beheer gesteld. Plaatselijke christenen worden verjaagd en kerken verwoest. Drie jaar later herkrijgen de christenen de controle over Jeruzalem. Duizenden Joden worden vervolgens om het leven gebracht en de overlevenden verdreven. |
624-628 |
Teleurgesteld omdat zij weigeren hem in de islam te volgen verdrijft moslimleider Mohammed de Joodse inwoners van Arabië. |
628 |
De Byzantijns-christelijke keizer Heraclius bepaalt dat alle Joden in zijn rijk zich tot het christendom dienen te bekeren. Daarnaast bekrachtigt hij de order die Joden uit Jeruzalem verbant. |
629 |
Als keizer Heraclius in Israël aankomt om de christelijke heilige plaatsen te bezoeken wordt hij verwelkomd door leiders van de Joodse gemeenschappen in het land. Vervolgens gaat hij akkoord met het intrekken van zijn anti-Joodse maatregelen. De clerus in de Heilig Grafkerk in Jeruzalem zet Heraclius echter met succes onder druk om zijn eed te breken. De Joden worden daarop opnieuw met geweld uit Jeruzalem en omgeving verdreven. |
632 |
Islam-stichter Mohammed overlijdt. |
638 |
Byzantijns Jeruzalem veroverd door de moslims. Joden mogen zich weer in de stad vestigen. De Raad van Toledo bepaalt dat uitsluitend katholieken in Spanje mogen wonen. Veel Joden laten zich nu liever (voor de vorm) dopen dan te vertrekken, maar de meerderheid verkiest opnieuw de (mogelijke) storm over zich te laten heenkomen. Vele duizenden Joden worden in de decennia hierna verbannen. |
653 |
De Raad van Toledo geeft een reprimande aan het Spaanse koninklijke hof omdat het geen maatregelen treft tegen de Joodse religie, waarbij men specifiek doelt op heimelijke Joodse praktijken van 'crypto-Joden'' - personen die zich uitsluitend voor de vorm hebben laten dopen. Volgens koning Recceswinth zijn alle bekeerde Joden echter loyale christenen. Wel kondigt de koning een verbod af op de besnijdenis en op het houden de sjabbat en de Joodse feestdagen. |
660 |
De Byzantijnse kerk op het Tempelplein in Jeruzalem wordt omgebouwd tot de al-Aksa moskee. |
691 |
Kalief Abd al-Malik begint met de bouw van de Koepel van de Rots - op de plaats waar voorheen de Tweede Tempel stond. |
700 |
Onder het discriminerende 'Convenant van Omar' wordt de plaats geregeld van Joden en christenen onder islamitisch bewind. Ze worden als 'dhimmies' getolereerd tegen het betalen van een hoge belasting. |
700-1016 |
In het gebied ten noorden van de Zwarte Zee en de Kaspische Zee ontstaat het Joodse koninkrijk van de Khazaren. De Khazaren waren een nomadenvolk uit centraal Azië. In 700 bekeert hun koning Bulan zich tot het Jodendom, gevolgd door een klein deel van zijn volk. Vele tienduizenden Joodse vluchtelingen uit Griekenland en Perzië, maar ook vooraanstaande rabbijnen uit andere landen verhuizen naar Khazaria, waar op tal van plaatsen synagoges worden gebouwd. De bevolking van het 'Joodse' koninkrijk blijft echter een mix van christenen, moslims heidenen en Joden . De religieuze tolerantie blijkt uit de samenstelling van het Hooggerechtshof, waarin twee joden, twee christenen, twee moslims en een heiden zitting hebben. In 1016 wordt Khazaria vernietigd door een Russisch-Byzantijnse legermacht. De Joodse inwoners worden verspreid over Rusland, Byzantium en de steden rond de Middellandse Zee. |
711 |
Moslimlegers vallen Spanje binnen en worden bij hun offensief geholpen door plaatselijke 'crypto-Joden'. De Visegothische adel wordt verdreven en veel verbannen Spaanse Joden keren terug naar hun land. Tijdens de tolerante islamitische bezetting van Spanje bloeit de Joodse cultuur er als nooit tevoren. |
755 |
Het islamitische Ummayaden-regime in Spanje geeft Joden toestemming in alle beroepen te werken. Veel Joden uit andere Europese landen verhuizen daarop naar Spanje. |
787 |
Het Tweede Concilie van Nicea akkoordeert niet alleen het plaatsen van gesneden beelden in kerken, maar ook de verering ervan. |
800 |
Begin van de omvangrijke Joodse migratie naar de Rijnvallei en de gebieden ten oosten daarvan. Het vestigingsgebied wordt 'Ashkenaz' genoemd (afgeleid: Asjkenazische Joden). |
808 |
Het Joodse beleid van de Frankische keizer Karel de Grote (Charlemagne, keizer van het 'Heilige Roomse Rijk') is ambivalent. Hij heeft Joodse raadgevers aan zijn hof en hij doet zaken met vooraanstaande Joden, maar hij verbiedt ze om christenen in dienst te hebben en kerkgronden aan te kopen, en laat de kerkelijke autoriteiten vrij in hun anti-Joodse politiek. |
820 |
De Frankische keizer Louis de Vrome (de zoon van Karel de Grote) voert een vriendelijk en rechtvaardig beleid ten aanzien van de Joden. Ze mogen weer eigen bezit hebben en worden actief beschermd tegen de vele vijandige functionarissen van de kerk. Tot grote woede van de laatsten krijgen de Joden op basis van Louis's 'Handvest van Bescherming' zelfs bepaalde politieke rechten en enige juridische autonomie. |
839 |
De voormalige bisschop aan het hof van Louis de Vrome verhuist naar Saragossa, bekeert zich daar tot het Jodendom en verandert zijn naam van Bodo in Eleazar. In de analen wordt melding gemaakt van zijn langdurige theologische debatten met de in Cordoba woonachtige christen Alvaro. |
850 |
In de oostelijke delen van de islamitische wereld wordt begonnen met het opleggen van een Joodse kledingcode die zich later zal verspreiden over vrijwel geheel de islamitische en grote delen van de christelijke wereld. Joden dienen voortaan een gele hoed te dragen of een gele lap op hun kleding. Later zouden ook de nazi's deze maatregel instellen. |
873 |
De Byzantijnse keizer Basil I bekrachtigt de strengste anti-Joodse maatregelen teneinde de Joden te dwingen zich tot het christendom te laten bekeren. |
900 |
Begin van de ontwikkeling van het Jiddisch. De taal ontstaat in de contacten tussen de 'Laaz'-sprekende Joden uit Noord-Frankrijk en Noord-Italië enerzijds en Duitssprekende handelaren anderzijds. |
932 |
Net als zijn voorgangers verordent ook de Byzantijnse keizer Romanus I de bekering tot het christendom van alle Joden in zijn rijk. Ondanks alle dwangmiddelen faalt ook hij in zijn opzet. |
1000 |
In Keulen wordt begonnen met de bouw van een grote synagoge die tot 1426 in gebruik zal blijven. |
1012 |
Nadat een katholieke priester uit Mainz zich heeft bekeerd tot het Jodendom laat keizer Hendrik II alle Joden uit de stad verbannen. |
1021 |
Nadat Rome op Goede Vrijdag is getroffen door een aardbeving worden groepen Joden gearresteerd en ervan beschuldigd een hostie met een spijker te hebben doorstoken. De arrestanten worden gemarteld waarna ze bekennen en vervolgens op de brandstapel worden gebracht. Het ontheiligen van de hostie wordt in de eeuwen hierna een veel voorkomende beschuldiging die uiteindelijk duizenden Joden het leven kost. |
1146 |
Omdat christelijke ethici bankieren als onchristelijk bestempelen verlenen de overheden in Duitsland en Oostenrijk het monopolie voor het verschaffen van geldleningen aan de Joden. In verschillende steden (Keulen, Passau en Regensburg) worden de Joden hier zelfs toe verplicht. Omdat de Joden zijn uitgesloten van gildes maken veel kapitaalkrachtige Joden van deze mogelijkheid gebruik. |
1054 |
Definief schisma tussen de Rooms Katholieke kerk ('Rome') en het Oosters-Orthodoxe christendom ('Constantinopel'). De twee pausen excommuniceren elkaar. |
1060 |
De Italiaanse kerkhervormer Peter Damiani schrijft twee tractaten waarin hij het Jodendom aanvalt. Centraal in zijn beweringen is dat de wrede God van het Oude Testament zou zijn opgevolgd door de liefhebbende God van het Nieuwe. Damiani's geschriften geven later de kruisvaarders de benodigde argumenten om op grote schaal Joden te kunnen vermoorden. |
1066 |
In het kielzog van Willem de Veroveraar reizen vele honderden Frankische Joden naar Engeland. In de jaren daarna ontstaan omvangrijke Joodse gemeenschappen in Londen en Oxford. In het Spaanse Granada breken gewelddadige anti-Joodse rellen uit. Plaatselijke moslims zijn ontevreden over de relatieve welvaart en vooraanstaande positie van de Joodse gemeenschap in de stad. Ruim vijfduizend Joden worden om het leven gebracht. |
1085 |
Koning Alfonso VI verslaat en verdrijft de Moren en herstelt het christelijke bewind in Spanje. Hij is de Joden gunstig gezind en benoemt tientallen van hen in de diplomatieke dienst en op vooraanstaande posities in de belastingdienst. Daarmee haalt hij zich de woede op de hals van paus Gregorius VII. |
1091 |
De Spaanse koning Alfonso VI wijkt voor de toenemende politieke druk en ontneemt de Joden hun privileges en een deel van hun burgerrechten. Ze blijven echter onder de bescherming van de kroon. |
1095 |
Paus Urbanus II roept op tot de Eerste Kruistocht. De christelijke vrijwilligers richten voor hun vertrek naar Jeruzalem massale slachtingen aan onder de Joodse gemeenschappen in Frankrijk en het Rijnland. Complete gemeenschappen moeten kiezen tussen de onmiddellijke doop of het zwaard. Meer dan twaalfduizend Joden worden vermoord en talloze anderen plegen zelfmoord. |
1099 |
Jeruzalem veroverd door de kruisvaarders onder Godfried van Bouillon. Tienduizenden joden, moslims en leden van de Karaitisch-Joodse sekte worden genadeloos om het leven gebracht. Honderden Joden worden in synagoges opgesloten waarna die in brand worden gestoken. De christelijke Jodenvervolgingen in Israël vlammen periodiek op tot 1291. |
1109 |
Onmiddellijk na de dood van de Spaanse koning Alfonso VI wordt de Joodse gemeenschap in Toledo slachtoffer van een pogrom. De oude anti-Joodse maatregelen worden kort daarna opnieuw volledig van kracht. Vanwege hun kennis van het Arabisch en de wetenschappen blijven veel Spaanse Joden echter in belangrijke administratieve overheidsfuncties werkzaam. |
1130 |
Na (valse) beschuldigingen dat een Jood een zieke man heeft gedood wordt de Joodse gemeenschap van Londen collectief beboet voor het destijds astronomische bedrag van 2000 pond. |
1140 |
In het Engelse Norwich beschuldigen monniken een plaatselijke Jood ervan dat hij een christelijk kind zou hebben gedood en het bloed in matzes verwerkt. Een pogrom is het gevolg. Dit scenario herhaalt zich in Gloucester (1168) en Winchester (1192). Het 'bloedsprookje' verspreid zich daarna snel over de rest van christelijk Europa en kost door de eeuwen heen aan duizenden Joden het leven. Momenteel wordt het nog steeds verspreid in islamitische landen en onder antisemieten in het Westen. |
1171 |
De Joden van het Franse Rouen worden in hun synagoges gedreven waarna die in brand worden gestoken. |
1176 |
Voor het eerst wordt het in Europa gangbare concept openlijk geformuleerd van de Joden als lijfeigenen van de heerser. De Wet van Teruel (Spanje) stelt: 'de Joden zijn de lijfeigenen van de koning en het onvervreemdbare eigendom van de koninklijke schatkamer'. Deze formulering verschaft de theoretische basis voor de vernedering van Joden terwijl die en hun eigendommen aan de andere kant bescherming kan worden geboden als dat de heerser van pas komt. De altijd kwetsbare Joden zijn daarmee ook manipuleerbare handelswaar. |
1179 |
Het Derde Lateraanse Concilie (onder paus Alexander III) geeft nieuwe instructies voor de relaties met de Joden, zoals: Joden mogen geen christelijk personeel hebben; het getuigenis van een christen moet in alle rechtszaken tegen Joden worden aanvaard; Joden die tot het christendom overgaan mogen niet van hun bezittingen worden beroofd. |
1182 |
De Franse Joden worden verjaagd door koning Philip Augustus en hun landerijen in beslag genomen. In hetzelfde jaar komt de Duitse keizer Frederik I met zijn 'Bevestiging van de Rechten van de Joden van Regensburg', inhoudende de garantie dat Joden mogen leven volgens hun eigen wetten en tradities en dat zij en hun eigendommen zullen worden beschermd. |
1185 |
Als de belangrijke Joods-Engelse bankier Aaron van Lincoln overlijdt, zijn 430 christenen hem in totaal het toen formidabele bedrag van 15.000 pond schuldig - het equivalent van driekwart van de jaarlijkse belastingopbrengst in Engeland. De beheerder van de schatkist negeert het erfrecht en legt vervolgens niet alleen beslag op alle bezittingen van de bankier, maar ook op diens vorderingen. |
1190 |
In Engeland breken anti-Joodse rellen uit. In York leidt dat tot de collectieve zelfmoord van een groep in doodsnood verkerende Joden. De rest van de Joodse gemeenschap, circa 500 mensen, wordt vervolgens door de christenen gedood. |
1191 |
De kruisvaarders verdrijven de Joden uit Ashkelon (Israël). |
1204 |
De kruisvaarders plunderen Constantinopel en steken de Joodse wijk in brand. |
1212 |
Driehonderd rabbijnen en Joodse geleerden uit Engeland en Frankrijk vestigen zich in Jeruzalem en andere delen van Israël teneinde de tijdens het kruisvaardersbewind gedecimeerde Joodse gemeenschappen nieuw leven in te blazen. |
1215 |
Het Vierde Lateraanse Concilie (onder paus Innocentus III) beslist dat Joden speciale kleding moeten dragen opdat zij zich van christenen onderscheiden. Tevens wordt het Joden verboden publieke functies te vervullen of aan universiteiten te studeren; mogen Joden geen zaken meer doen met christenen die zich niet aan de kerkregels houden en mogen Joodse bekeerlingen tot het christendom geen enkele Joodse rite meer handhaven. |
1216 |
Paus Honorius III initieert de Dominicaner Orde. Die wordt belast met de strijd tegen ketterij maar richt zich voornamelijk tegen de Joden. Zo worden Hebreeuwse manuscripten gecensureerd en anti-Joodse polemieken en preken geschreven. |
1222 |
De Brit Robert of Reading bekeert zich tot het Jodendom en huwt een Joodse vrouw. Hij wordt opgepakt en levend verbrand. Het wordt de Joden van Oxford verplicht een gele davidster op hun kleding dragen. |
1230 |
De Franse koning en vertegenwoordigers van de adel ondertekenen het Verdrag van Melun, waaronder zij beloven elkaars Joden niet meer te stelen (zie ook onder 1176, Teruel). Het verdrag gaat uit van de doctrine dat koningen en baronnen eigenaren zijn van hun Joodse dienaren en al hun bezittingen. |
1231 |
Paus Gregorius IX stelt de Inquisitie in. Deze wordt niet alleen ingezet tegen ketters maar in veel gevallen ook tegen Joden. Historici schatten het totaal aantal Joodse dodelijke slachtoffers van de Inquisitie op ruim 50.000. |
1232 |
De werken van de beroemde rabbijn Maimonides worden in de Provence in brand gestoken door monniken van de Dominicaner Orde. |
1234 |
Het wordt Joden verboden nog langer te wonen in het Engelse Newcastle. Hetzelfde verbod wordt van kracht in Derby (1261), Romsey (1266) en Cambridge (1275). |
1236 |
De Rooms-Duitse keizer Frederik II verklaart het concept van de Joden als 'lijfeigenen van de kroon' van toepassing op het gehele Roomse Rijk. Daarmee wordt de controle over en het eigendomschap van de Joden onderdeel van de machtsstrijd tussen de keizer en de paus. |
1237 |
In een brief aan koning Louis IX van Frankrijk veroordeelt paus Gregorius IX 'het excessieve geweld tegen de Joden' tijdens de aanvang van de Vijfde Kruistocht, waarbij ruim drieduizend Franse Joden werden vermoord. |
1239 |
Paus Gregorius IX geeft de koningen en bisschoppen in Frankrijk, Engeland, Spanje en Portugal opdracht alle Hebreeuwse boeken in beslag te nemen, 'omdat de Joden obstinaat blijven in hun perfiditeiten vanwege de invloed van hun boeken; die ze daarom gedwongen moeten opgeven'. |
1240 |
In Parijs worden alle beschikbare exemplaren van de Talmoed in het openbaar verbrand door monniken van de Dominicaner Orde. Het is de eerste officiële verbranding van Hebreeuws manuscripten door een christelijke overheid. |
1243 |
In Duitsland worden Joden ervan beschuldigd dat zij de hostie ontheiligen. De Joden zouden geloven in de transformatie van het brood en daarom de hostie 'op dezelfde wijze martelen als zij Jezus hebben gemarteld'. De beschuldiging heeft op op grote schaal pogroms tot gevolg. |
1263 |
Rabbijn Mosje Ben Nachman (Nachmanides) wint een openbaar theologisch debat met katholieke geleerden en wordt uit Spanje verbannen. Vervolgens krijgen de Joden een zekere mate van godsdienstvrijheid onder de wet Las Sieta Partidas, maar wordt het hen wel verboden 'het christendom aan te vallen'. |
1264 |
Massamoord op de Joden van Londen. |
1266 |
De kerk van Breslau (Polen) bepaalt dat Joden voortaan uitsluitend in aparte getto's mogen leven. |
1267 |
Paus Clement IV geeft zijn 'Turbato Corder' uit, waaronder de autoriteit van de Inquisitie wordt uitgebreid over Joden die bekeerlingen werven; Joodse bekeerlingen die terugkeren tot het Jodendom; en christenen die tot het Jodendom zijn overgegaan. |
1268 |
Vernietiging van de Joodse gemeenschap in het Italiaanse Trani (nabij Bari). Synagoges worden in kerken veranderd. |
1270 |
Massamoord op de Joodse gemeenschappen in het Duitse Weissenberg, Magdeburg, Sinzig en Erfurt. |
1272 |
De zevende en laatste kruistocht komt tot een eind. |
1285 |
De Joden van München worden collectief beschuldigd van 'rituele moord' op een christen, allemaal opgesloten in hun synagoge en daarin levend verbrand. |
1290 |
Alle Engelse Joden worden uit hun land verbannen (deze maatregel duurt tot 1655) en hun bezittingen geconfisqueerd. |
1298 |
De Duitse ridder Rindfleisch, ('Der Judenslächter') reist met een gewapende bende in het Midden- en Zuid-Duitsland van stad naar stad en hitst daar de bevolking op tegen de plaatselijke Joden. In alle 146 steden die der Judenschlächter bezoekt breken pogroms uit waarbij in tienduizenden Joden worden vermoord. De gewelddadigheden slaan over naar Oostenrijk. |
1306 |
De Franse Joden worden verbannen. De maatregel wordt na een tiental jaren ingetrokken maar in respectievelijk 1322 en 1394 weer ingesteld. |
1321 |
In het Franse Chinon worden 160 Joden levend begraven. |
1328 |
De volledige Joodse gemeenschap van het Spaanse Estella wordt afgeslacht. |
1332 |
De Joden van het Duitse Ueberlingen worden in hun synagoge opgesloten waarna die in brand wordt gestoken, Bijna 400 Joden komen daarbij om. |
1348 |
De Zwarte Dood (de builenpest) verspreid zich over Europa en doodt een derde deel van de bevolking. De Joden worden ervan beschuldigd de waterbronnen te hebben vergiftigd en daarmee de epidemie te hebben veroorzaakt. Paus Clement VI geeft een bul uit waarin hij de Joden onschuldig verklaart, maar desondanks volgen massale pogroms in vrijwel alle plaatsen met een Joodse gemeenschap, waarbij ontelbare Joden worden vermoord, veelal door ze in brand te steken. |
1349 |
De volledige bevolking van de Joodse wijk van de Duitse stad Spiers wordt afgeslacht. Hetzelfde gebeurt met de tweeduizend Joden van Straatsburg, die gezamenlijk op een enorme brandstapel worden gezet. Veel Joodse inwoners van Worms wachten de gereedstaande brandstapels niet af en 500 van hen plegen zelfmoord. De Joden van Brabant worden op bevel van hertog Jan III collectief in Brussel terechtgesteld. |
1355 |
In het Spaanse Toledo worden bij een pogrom twaalfduizend Joden afgeslacht. |
1388 |
Alle Joden uit het Franse Straatsburg verbannen (maatregel duurt tot 1767). |
1389 |
Bij een pogrom in Praag worden meer dan drieduizend Joden vermoord onder het motto 'de doop of de dood'. |
1391 |
In geheel Spanje breken anti-Joodse rellen uit. Tientallen synagoges worden vernietigd en duizenden Joden vermoord. Alleen al in Sevilla worden vierduizend Joden vermoord. |
1399 |
In Posen (Polen) worden de rabbijn en dertien andere Joodse leiders beschuldigd van het ontheiligen van kerkelijke bezittingen. Ze worden gemarteld en in brand gestoken. |
1401 |
In Schaffhausen (Duitsland) worden 48 Joden levend verbrand. |
1405 |
Na anti-Joodse rellen wordt de 200 jaar oude synagoge van Toledo door de overheid geconfisqueerd. Later wordt het gebouw gebruikt als klooster voor bekeerde prostituees. |
1412 |
In Spanje wordt een wet van kracht die beoogt Joden te isoleren. Het aantal plaatsen waar Joden mogen wonen wordt beperkt. |
1415 |
Paus Benedictus XIII verordent dat alle exemplaren van de Talmoed in beslag moeten worden genomen. Het wordt Joden verboden nog langer zaken te bezitten welke niet met de christelijke opvattingen overeenstemmen. De kerkhervormer Jan Huss wordt door de Inquisitie veroordeeld wegens ketterij en 'judaïserende praktijken' en op de brandstapel gezet. |
1420 |
De Joodse gemeenschap in het Franse Toulouse volledig uitgemoord. De gewelddadige opstand van de volgelingen van Jan Huss in Bohemen en Moravië leidt tot een sterke toename van de anti-Joodse stemming in Centraal-Europa. |
1421 |
Massamoord op de Joden van Wenen, die ervan worden beschuldigd de hostie te hebben ontwijd. De overlevenden worden verbannen en hun bezittingen geconfisqueerd. |
1428 |
Paus Martinus V verbiedt Italiaanse schepen om Joden naar Israël te vervoeren. De maatregel duurt maar kort, doch wordt later weer ingevoerd. |
1429 |
Paus Martinus V geeft een bul uit ter bescherming van de Joden. Deze unieke maatregel wordt echter algemeen genegeerd. |
1431 |
Het Concilie van Basel besluit dat Joden in het vervolg apart van christenen moeten wonen - in getto's. |
1455 |
Johannes Gutenberg drukt in het Duitse Mainz een Latijnse Bijbel - het eerste gedrukte boek in Europa. |
1475 |
De Joden van Trent worden gemarteld en verbannen. Aanleiding is de verdwijning van het christelijke kind Simon. De Joden zouden hem ritueel hebben geslacht. In 1582 wordt Simon heilig verklaard. In 1964 geeft het Vaticaan toe dat de Joden ten onrechte waren beschuldigd en wordt de heiligverklaring ingetrokken. |
1478 |
Instelling van de Spaanse Inquisitie door koning Ferdinant en koningin Isabella. Het kerkelijke instituut wordt verantwoordelijk voor de dood van tienduizenden onschuldigen, waarvan een groot deel Joden. |
1481 |
In Sevilla vindt de eerste door de Inquisitie georganiseerde auto-da-fe plaats. Zes mannen en vrouwen worden levend verbrand omdat zij in het geheim het Joodse geloof hadden aangehangen. |
1483 |
Onder de wrede Dominicaanse Inquisiteur Tomas de Torquemada worden verstrekkende maatregelen genomen tegen de Spaanse Marrano's (Joden die zich slechts in naam tot het christendom hebben bekeerd en in het geheim hun Jodendom belijden). De Joden worden uit Andalusië verbannen. |
1490 |
De Spaanse Inquisitie laat duizenden Hebreeuwse manuscripten in beslag nemen en verbranden. |
1492 |
Ruim 160.000 van de ongeveer 200.000 Spaanse Joden worden verbannen. Velen komen terecht in Portugal en zo'n 25.000 reizen naar de Nederlanden. De meeste van de 50.000 achterblijvers bekeren zich slechts in naam tot het christendom maar blijven in het geheim hun Joodse geloof belijden (de zogenaamde Marrano's of crypto-Joden). Als Marrano's worden ontdekt worden ze aan de Inquisitie overgeleverd en in veel gevallen levend verbrand (zie 1755). |
1495 |
Verbanning van de Joden uit Litouwen. |
1496 |
Verbanning van de Joden uit Portugal, Sicilië en Sardinië. |
1500 |
Na een door de eersten 'verloren' dispuut tussen christelijke en Joodse theologen in Keulen worden duizenden Joden uit het Rijnland verbannen. |
1502 |
De Joden op Rhodos worden met geweld tot het christendom bekeerd. Een deel van de weigeraars wordt gedood, een ander deel verbannen en de overigen in slavernij gevoerd. |
1516 |
De Italiaanse Joden worden gedwongen in getto's te wonen. |
1517 |
Martin Luther spijkert zijn stellingen aan een kerkdeur in Wittenberg. Publicatie van de anti-Joodse pauselijke bul Cum Nimis Absurdum. |
1521 |
Paus Leo X excommuniceert Luther, verbiedt het produceren, verspreiden en lezen van diens werk en organiseert een publieke verbranding van Lutheraanse geschriften. |
1523 |
Martin Luther publiceert 'Jezus Christus was Jood van geboorte'. In het boek wordt gepleit voor een vriendelijke benadering van Joden, omdat zij zich volgens Luther dan eerder tot het christendom zullen laten bekeren dan onder vervolging. |
1541 |
De Joden verbannen uit Napels en Praag. |
1555 |
De Romeinse Inquisitie laat Joodse woningen doorzoeken op exemplaren van de Talmoed en die in beslag nemen. Het wordt christenen op straffe van excommunicatie verboden om de Talmoed te bezitten, te lezen of te drukken. In het deel van Italië dat onder Vaticaanse jurisdictie staat dienen Joden voortaan een gele hoed te dragen, mogen ze geen bezittingen hebben en zijn synagoges verplicht om christelijke missionarissen te laten preken. |
1546 |
Martin Luther, teleurgesteld over het feit dat de Joden niet tot het door hem vormgegeven protestantisme willen overgaan, publiceert zijn rabiaat antisemitische 'Over de Joden en hun Leugens'. In het boek wordt onder andere gepleit voor het in brand steken van synagoges en Joodse woningen; het in beslag nemen van gebedenboeken en het verbieden van Joods religieus onderwijs. |
1555 |
Paus Pauls IV geeft een nieuwe anti-Joodse bul uit. Joden in de door het Vaticaan bestuurde gebieden moeten in getto's wonen en mogen uitsluitend in de lompenhandel werkzaam zijn. |
1559 |
De Inquisitie van de Rooms Katholieke Kerk geeft haar Index Librorum Prohibitoum uit - de eerste officiële lijst met verboden en aanbevolen boeken, waaronder veel Joodse. Tegelijkertijd laat men ruim 12.000 Hebreeuwse boeken en handschriften verbranden. De bibliotheek van de Joodse school in het Italiaanse plaatsje Cremona wordt vernietigd. Nieuwe edities van de Index Librorum Prohibitoum (met daarin ook Joodse werken) worden nog tot in 1966 uitgegeven. Paus Paulus IV geeft toestemming de (kabbalistische) Zohar te laten drukken, omdat die geen antichristelijke inhoud zou hebben. |
1562 |
Paus Gregorianus introduceert de nieuwe christelijke kalender, waarbij het jaar begint op 1 januari in plaats van op 1 april. |
1563 |
Iwan de Verschrikkelijke verovert de Poolse provincie Polotsk en dwingt de plaatselijke Joden Grieks-Orthodox te worden. Driehonderd personen weigeren en worden in een rivier verdronken. |
1569 |
Paus Pius V geeft zijn bul Hebraeorum Gens uit, waarmee de Joden uit alle plaatsen en lokaliteiten in de pauselijke staten worden verbannen, met uitzondering van Ancona en Rome. |
1572 |
De Hollandse leiders wenden zich de Amsterdamse Joden om steun te krijgen in de opstand tegen Spanje. |
1581 |
Paus Gregorius XIII bekrachtigt het oude verbod waaronder Joodse artsen geen christelijke patiënten mogen behandelen. |
1590 |
Nadat de Zeven Provinciën zich onafhankelijk hebben verklaard van Spanje komst een migratie naar Amsterdam op gang van Portugese en Spaanse marrano's (crypto-Joden). |
1593 |
Josef Justus Scaliger wordt benoemd tot hoogleraar aan de Universiteit van Leiden. Hij veroordeelt alle Latijnse Bijbelvertalingen als corrupt en propageert de studie van Hebreeuws door theologiestudenten. Scaliger werpt zich op als een voorvechter voor Joodse vestiging in West-Europa, niet alleen om economische redenen, maar ook "omdat niet-Joden van hen zouden moeten leren". |
1595 |
Koning Henry IV verleent godsdienstvrijheid en privileges aan de Joden van Metz, dat zich vervolgens ontwikkelt tot een belangrijk Joods centrum. |
1615 |
Een Hollandse commissie onder Hugo de Groot beslist tot inwilliging van een petitie van Joodse asielzoekers uit Spanje en Portugal. 300 families mogen naar Amsterdam komen en 200 naar de provincie, maar wel op voorwaarde dat geen gemengde huwelijken zullen worden gesloten. |
1616 |
De Amsterdamse rabbijn Isaac Uziel schrijft aan zijn gemeente: "Momenteel wonen de mensen vreedzaam in Amsterdam. Ieder kan zijn eigen geloof belijden, maar mag niet openlijk laten zien dat hij een ander geloof heeft dan de (christelijke) inwoners van de stad". |
1621 |
In Londen verschijnt het boek 'The World's Great Restoration' van de Brit Sir Henry Finch. In dit christelijke pro-zionistische werk nodigt Finch de Joden uit hun aanspraken op het Beloofde Land te bevestigen en voorspelt hij hun nationale herstel. Vanwege zijn toespelingen op de toekomstige onderhorigheid van wereldlijke koningen aan de Joden wordt de schrijver op bevel van een beledigde koning James gevangen gezet. |
1623 |
In Bohemen wordt een deel van de (in vrijwel heel Europa van kracht zijnde) Joodse beroepsverboden ingetrokken. Ze mogen zich nu ook bezig houden met de handel in graan, wijn en kleding. |
1627 |
De Hollandse Joden reageren positief op een oproep van de Joodse gemeenschap in Venetië om hun door de Turkse gouverneur Mohammed Ibn Faroek vervolgde broeders in Jeruzalem te helpen. Dit resulteert in een traditie van jaarlijkse collectes voor de Joden in Israël. |
1636 |
De Amsterdamse geleerde Manasse ben-Israël publiceert zijn 'Het probleem van de Schepping', hetgeen is gericht aan niet-Joden. Het boek bevat een voorwoord van de invloedrijke humanistische schrijver Caspar Barleus, die stelt dat christenen niet het monopolie hebben op vroomheid en dat Joden en christenen "als vrienden voor God" kunnen samenleven. Rembrandt van Rijn tekent een portret van Manasse ben-Israël, die zijn buurman en vriend is. |
1639 |
Hollandse en Braziliaanse Joden vestigen zich in Suriname en zetten daar suikerrietplantages op. |
1648 |
De christelijke Oekrainse Kozakkenleider Bogdan Chmielnitzki geeft leiding aan pogroms die aan meer dan honderdduizend Joden het leven kosten. Driehonderd Joodse gemeenschappen worden vernietigd. Duizenden overlevenden vluchten naar Duitsland en andere West-Europese landen. |
1649 |
Twee in Amsterdam woonachtig Britse Puriteinen, Joanna en Ebenezer Cartwright, sturen de regering in Londen een petitie waarin zij vragen om intrekking van de wet op basis waarvan de Joden uit Engeland werden verbannen. In de petitie verwijzen ze bovendien naar de door de profeten voorzegde terugkeer van de Joden naar Israël en naar de rol die de Britse en de Nederlandse naties daarin zullen vervullen. |
1655 |
Oliver Cromwell trekt het verbanningsdecreet van 1290 in en geeft de Joden toestemming zich weer in Engeland te vestigen, |
1656 |
Baruch de Spinoza wordt door de Amsterdamse synagoge geëxcommuniceerd als hij de Goddelijke oorsprong van de Thora afwijst. |
1657 |
De Spaanse koning weigert Nederlandse Joden toestemming te geven om in Spanje en Portugal te verblijven en handel te drijven. Dat is een schending van de Vrede van Münster. Vervolgens geven de Hollandse Staten Generaal een verklaring af waarin men bescherming van de belangen van de Nederlandse Joden garandeert. |
1670 |
De Joden van Wenen worden uit hun stad verbannen. In Amsterdam publiceert Baruch de Spinoza zijn baanbrekende 'Tractatus Theologico-Politicus'. |
1671 |
In Amsterdam wordt de (Ashkenazische) 'Grote Sjoel' geopend. |
1675 |
In Amsterdam wordt de magnifieke Portugese (Sefardische) Synagoge ('Esnoga') geopend. De Amsterdamse Jood David de Castro begint met het drukken en uitgeven van de Gazetta de Amsterdam, 's werelds eerste Spaans(talige)-Joodse weekblad. |
1699 |
De Duitse professor Hebreeuws (in Heidelberg) en jodenhater Johann Andreas Eisenmenger schrijft zijn 'Jodendom ontmaskerd'. In het boek beweert hij dat de Zwarte Dood van 1348 door de Joden is veroorzaakt en dat het bloedsprookje van de matzes op waarheid berust. Als Duitse Joden de keizer ervan overtuigen dat het boek het antisemitisme zal doen oplaaien wordt publicatie uitgesteld tot 1711. |
1710 |
De stad Hamburg voert een serie anti-Joodse maatregelen in. |
1727 |
In Oostenrijk wordt een wet van kracht die bepaalt dat uitsluitend de oudste zoon van een Jood mag trouwen (effectief tot 1848). |
1730 |
De Pruisische heerser Frederik Wilhelm I bepaalt bij wet dat Joden niet met de leden van christelijke gilden mogen concurreren, niet meer mogen handelen in grote hoeveelheden goederen en geen straathandel meer mogen bedrijven. Joden mogen wel investeren in bedrijven en als geldhandelaren optreden. Frederiks beroepsverbod sluit nauw aan op die uit de Middeleeuwen, die automatisch veroorzaakten dat Joden voornamelijk in de geldhandel en de (toen wel toegestane straathandel) terechtkwamen. |
1745 |
De Praagse Joden worden gedurende vier jaar uit hun stad verbannen. |
1755 |
In Lissabon wordt voor de laatste keer een Marrano (iemand die in het geheim Jood is) in het openbaar levend verbrand. |
1756 |
De Franse filosoof Voltaire publiceert zijn 'Volledige Werken', met daarin een aantal rabiaat antisemitische passages. |
1764 |
Eerste georganiseerde aliya (migratie naar Zion) van Joden uit Galicië en Polen. 1768 Kozakkenbendes teisteren Polen en vermoorden vele duizenden Joden. |
1769 |
In een welbewuste provocatie daagt de Zwitserse theoloog Johannes Caspar Lavater de beroemde Moses Mendelssohn publiekelijk uit om de superioriteit van het Jodendom over het christendom te bewijzen. In 1770 publiceert Menselssohn zijn antwoord, waarin hij stelt dat hij de uitdaging beleefd afwijst "omdat polemieken over religieuze vraagstukken tegengesteld zijn aan de geest van tolerantie" en zoiets voor hem als Jood ook niet passend is. |
1771 |
Ook aan zijn nieuwe boek 'Brieven van Memmius aan Cicero' voegt Voltaire een lading antisemitische retoriek toe. |
1775 |
Paus Pius VI geeft zijn 'Edict over de Joden' uit, waarin hij tal van middeleeuwse anti-Joodse maatregelen bekrachtigt, waaronder een verbod op het plaatsen van stenen op Joodse graven. |
1777 |
Tweede georganiseerde aliya van ruim 300 Poolse Joden. |
1778 |
Tsarine Catharina II van Rusland geeft welvarende Joden toestemming toe te treden tot gildes. Daarmee wordt in Europa voor het eerst gebroken met het uit de vroege Middeleeuwen daterende in heel Europa geldige beroeps- en gildeverbod. |
1781 |
De Duitse keizer Josef II kondigt hervormingen af die tot doel hebben de Joden 'bruikbaarder' te maken voor de staat. Joden hoeven niet langer een gele lap of hoed te dragen en extra belasting te betalen. Tegelijkertijd wordt het gebruik van Jiddisch en Hebreeuws in de boekhouding verboden. |
1783 |
De Duits-protestantse theoloog Johann Gottfried Herder roept op tot de volledige emancipatie van de Joden. Herder herhaalt zijn oproep in een essay dat in 1802 verschijnt. |
1793 |
Na de Franse Revolutie krijgen de Franse Joden volledige burgerrechten. |
1795 |
In Rusland worden aparte concentratiegebieden voor Joden bestemd (Oekraïne, Wit-Rusland en Oost-Polen). De andere delen van het rijk worden voor Joden verboden, maar implementatie van deze maatregel slaagt maar gedeeltelijk. |
1796 |
De Joden in de Nederlanden krijgen gelijke rechten en staatsburgerschap. In Amsterdam wonen 23.104 Joden. Getalsmatig is Amsterdam daarmee de belangrijkste Joodse stad in de wereld. |
1807 |
Napoleon installeert een Frans Sanhedrin, dat de keizer vervolgens politieke loyaliteit belooft. Nog geen jaar later heft Napoleon het Sanhedrin weer op, nadat hij door de Franse Jezuiet Augustin Barruel is gewaarschuwd voor een internationaal Joods complot om de wereld te veroveren. Barruel handelt daarmee met warme instemming van paus Pius II. |
1808 |
Napoleon geeft twee decreten uit over de positie van de Joden. Het eerste bepaalt dat het Jodendom een officiële religie is en het tweede legt restricties op aan Joodse vestiging (verboden in Noord-Oost Frankrijk) en economische activiteit (Joden hebben voortaan vergunningen nodig). |
1812 |
Voor de Russische Joden worden aanvullende maatregelen van kracht. Zonder officiële toestemming mogen ze ook niet meer buiten de concentratiegebieden reizen en veel beroepen worden opnieuw voor hen verboden. |
1819 |
Na het verlenen van economische en burgerrechten aan Joden breken in Duitsland op grote schaal gewelddadige anti-Joodse rellen uit. |
1824 |
De vader van Karl Marx laat zijn gezin dopen omdat hij als Pruisische Jood zijn beroep als advocaat niet kan uitvoeren. Een jaar later laat de Duitse dichter/schrijver Heinrich Heine zich dopen en noemt dat veelzeggend "een toegangskaart tot de Europese samenleving". Marx en Heine staan model voor honderdduizenden Duitse Joden die tijdens de emancipatie van de 19de eeuw op deze wijze ook religieus assimileren en voor het Jodendom verloren raken. |
1827 |
In een poging de Joden te de-judaïseren verplicht de Russische Tsaar Nicolaas I alle Joodse mannen in zijn rijk om 25 jaar in het leger te dienen. Joodse jongens vanaf twaalf jaar vallen onder de regeling. In de kazernes worden ze gedwongen varkensvlees te eten en het christendom te aanvaarden. De wet blijft van kracht tot 1874 en vernietigd twee hele Joodse generaties. |
1831 |
Frankrijk geeft het Jodendom dezelfde status als het christendom. Salarissen van rabbijnen worden door de overheid betaald. |
1835 |
Tsaar Nicolaas I kondigt een nieuwe reeks anti-Joodse maatregelen af. Aangescherpte censuur van Joodse publicaties, Joodse drukkerijen moeten sluiten (met uitzondering van die in Vilna) en er mogen geen synagoges nabij kerken worden gebouwd. |
1838 |
In Wenen wordt 'Die Einheit' opgericht, een geheim Joods genootschap dat Joodse migratie naar Palestina moet aanmoedigen. |
1840 |
De Britse minister van Buitenlandse Zaken Lord Palmerston geeft de Britse ambassadeur in Turkije opdracht om de terugkeer van de Joden naar Palestina bij de Turkse sultan aan te bevelen. Een week later bericht de London Times over een Brits plan 'om het Joodse volk terug te planten in het land van hun voorvaderen'. Dat plan bestond echt en de auteur ervan was de invloedrijke aristocraat en christen-zionist Lord Shaftsbury (Anthony Ashley Cooper), een vriend van Palmerston. Shaftsbury's plan wordt officiële Britse politiek, maar later gaat op een zijspoor als de regering ten val komt en Palmerston wordt vervangen. |
1841 |
In een memorandum aan minister Palmerston herinnert een groep van 320 vooraanstaande Britse christenen hem er aan dat het Land van Israël door God exclusief aan het Joodse volk werd gegeven, dat verovering ervan door derden, noch internationale verdragen dat feit kunnen tenietdoen, en dat God heeft beloofd dat de Joden zeker naar hun land zullen terugkeren waarbij de heidenen hen zullen helpen. |
1843 |
De Duits-protestantse theoloog Bruno Bauer, tevens leider van de antisemitische beweging 'De Jonge Hegelianen' publiceert Over het Joodse Vraagstuk, waarin hij eist dat Joden hun kwalijke Jodendom opgeven. Volgens Bauer moeten ze hun pleidooi voor emancipatie vorm geven door zich van hun religie te bevrijden. In een reactie op Bauer beweert de van oorsprong Joodse antisemiet Karl Marx in een essay dat het kwaad van het Jodendom niet van religieuze, maar van sociaal-economische aard is. Volgens Marx is de vernietiging van het Jodendom "een voorwaarde voor de bevrijding van de mensheid". |
1844 |
De Britse predikant Samuel Bradshaw stelt voor dat het Britse Parlement vier, en de Anglicaanse kerk een miljoen pond sterling beschikbaar stellen voor het herstel van het volk van Israël in het Land van Israël. In Londen richten christenzionisten de Britse en Buitenlandse Vereniging voor de Bevordering van het Herstel van de Joodse Natie in Palestina op. |
1846 |
Met het oog op de tragische situatie van de onderdrukte Joden in Rusland stelt de Frans-Joodse filantroop Jacob Isaac Altaras stelt de Russische tsaar voor hen in Frans Algerije te hervestigen. Eerst eisen de Russen losgeld voor ieder uitreisvisum, maar later gaan ze akkoord met beperkte emigratie op voorwaarde dat de emigranten hun Russische staatsburgerschap opgeven. De Franse minister van Buitenlandse zaken Guizot spreekt echter zijn veto over het plan uit en vraagt Altaras: "Bent u soms van plan Algerije te judaïseren?" |
1848 |
In Rusland wordt de eerste van een serie staatsscholen voor Joden geopend. Met deze instellingen wordt beoogd Joodse kinderen met indoctrinatie van het Jodendom af te brengen en ze tot het christendom te bekeren. |
1849 |
Volgens de Russische onderzoeker B. Miliutin bezit slechts drie procent van de Russische Joden enige vorm van kapitaal terwijl de rest een miserabel bestaan lijdt. De Britse kolonel b.d. en actieve christen-zionist George Gawler (1796-1869) vergezelt de Joodse filantroop Sir Mozes Montefiore op een reis naar het Land van Israël en overtuigt de laatste ervan om er op grote schaal te investeren in agrarische werkgelegenheid voor de Joodse bevolking. Gawler was voordien een commandant bij de Slag bij Waterloo en daarna de eerste gouverneur van de Britse kolonie Australië, waar hij de ervaring opdeed dat onbewoond land binnen een paar jaar in cultuur kan worden gebracht. |
1858 |
De Franse socialistenleider Pierre Joseph Proudhon schrijft in een boek: "de Joden zijn een asociaal ras, obstinaat en duivels. Wij zouden dit ras terug moeten sturen naar Azië of het vernietigen". |
1859 |
De Russische Tsaar Alexander II staat het 'nuttige' Joden toe zich buiten de concentratiegebieden in West-Rusland te vestigen. |
1860 |
In de Pruisische stad Thorn vindt een Joodse conferentie plaats over de mogelijkheden een aparte Joodse entiteit in Palestina te vestigen. |
1862 |
De Duits-Joodse socialist Mozes Hess publiceert zijn Rome en Jeruzalem, waarin hij de situatie van het Europese Jodendom analyseert en vervolgens argumenteert dat in Palestina een Joodse staat moet worden gevestigd. "Niet religieuze hervormingen noch de doop, niet Verlichting noch emancipatie, zullen voor Joden de poorten van het sociale leven kunnen openen", betoogt Hess. |
1864 |
De beroemde Russische rabbijn en Torageleerde Isaac Elhanan Spektor verkondigt publiekelijk dat het een Joodse religieuze plicht is om in het Land van Israël te wonen. De Zwitserse christenzionist Henry Dunant (tevens oprichter van het Rode Kruis) benadert Napoleon III en andere Europese staatshoofden en vraagt hen de terugkeer van de Joden naar Israël te helpen bewerkstelligen. |
1865 |
Na een tweetal bezoeken aan Israël publiceert de Duitse christenzionist dr C.F. Zimpel (een Lutheraan) een meertalige Oproep aan het gehele christendom en de Joden voor de Bevrijding van Jeruzalem. Kort daarna komt Zimpel met een uitgewerkt voorstel voor de verbetering van de infrastructuur in Palestina ten behoeve van een Joodse terugkeer en schrijft hij profetisch: "emigratie naar Palestina zal uiteindelijk hun enige redding zijn. De Joden worden door iedereen gehaat (¼) Wat blijft er voor hen over dan terug te keren naar Zion, hun lang beloofde vaderland?" |
1866-1914 |
Als gevolg van het door de Roemeense overheid gesteunde antisemitisme ontvluchten 70.000 van de 125.000 Roemeense Joden hun land, voornamelijk naar de VS. |
1867 |
Opkomst van het liberale Jodendom in Duitsland en Hongarije. De beweging beoogt nationale en culturele assimilatie van de Joden en een breuk met de nationale traditie. Dat laatste wil men o.a bereiken met het doen schrappen uit gebedenboeken van verwijzingen naar Zion, Jeruzalem en de Tempel. De Joodse religie moet uitsluitend worden gebaseerd op de 'eeuwige waarde' van het Jodendom. |
1871 |
Eerste grootschalige pogrom in het Joodse concentratiegebied in West-Rusland (zie 1795). Met de gelijkberechtiging van de Joden in Bavaria beschikken alle Duitse Joden thans op papier over burgerrechten. In de praktijk duurt de discriminatie op allerlei terreinen echter voort |
1874 |
De zoon van christen-zionist George Gawler, John Cox Gawler, zet het werk van zijn vader voort en publiceert een gedetailleerd praktisch plan voor Joodse vestiging in Israël. Het plan inspireert een groep Joden in Jeruzalem om de overbevolkte Oude Stad te verlaten en vier jaar later in de kustvlakte het dorp Petach Tikwa te stichten. |
1875 |
De christenzionist Henry Dunant richt in Londen de Palestine Colonization Society op, welke beoogt de Joodse terugkeer naar Israël te helpen faciliteren. |
1876 |
George Eliott publiceert zijn roman Daniel Deronda, over een Jood die naar Palestina vertrekt om daar het politieke bestaan van zijn volk te herstellen en hen weer tot een natie te vormen. Het boek heeft grote invloed op de renaissance van het Zionisme. |
1878 |
De Amerikaanse zakenman/missionaris Wiliam Blackstone publiceert Jezus Komt, waarin hij oproept tot nationaal Joods herstel in Zion. Vervulling van de profetieën op dat punt ziet Blackstone als voorwaarde voor de terugkeer van Jezus Christus. |
1879 |
De Duitse Wilhelm Marr richt de Bond van Antisemieten op en is daarmee bedenker van de term 'antisemitisme'. In zijn boek De overwinning van het Jodendom over Duitsland, introduceert Marr ook de 'rassenleer' waarvan Hitler zich later zou bedienen en stelt hij dat de Duitse Joden nooit echte Duitsers kunnen zijn. |
1880 |
De vooraanstaande Britse christenzionist Laurence Oliphant publiceert Het Land van Gilead, een boek vol profetische verwijzingen over de hervestiging van het Joodse volk in Palestina. In zijn boek analyseert Oliphant de praktische kanten van het toekomstig herstel van Israël en voorziet hij op profetische wijze de latere exploitatie van de chemicalieën en mineralen uit de Dode Zee. Een jaar na publikatie van zijn boek wordt Oliphant o.a. actief als adviseur van de religieus-zionistische Hibbat Zion-beweging, maar ook van Joodse organisaties die vervolgde Russische Joden naar de VS helpen vluchten. Gebruik makend van Bijbelse en praktische argumenten probeert hij zoveel mogelijk vluchtelingen ervan te overtuigen dat ze beter naar Palestina kunnen gaan. Later vestigt hij zich in Haifa. |
1881 |
Een golf van door de overheid aangemoedigde pogroms overspoelt de Joodse concentratiegebieden in West-Rusland. De religieus-zionistische Oost-Europese Hibbat Zion-beweging ('Liefde voor Zion') roept op tot massale Joodse migratie naar Palestina. Het probleem is echter dat de meeste Joden straatarm zijn en geen middelen hebben om de reis te kunnen maken. Daarnaast zijn de meeste rabbijnen tegen aliya omdat de komst van de Messias en daarmee de verlossing van Israël niet door menselijk handelen mag worden bespoedigd. De Duitse antisemiet en componist Richard Wagner publiceert een essay waarin hij politiek antisemitisme toejuicht en de Joden afschildert als "de demon die ondergang van de mensheid veroorzaakt". De Duitse econoom/filosoof Karl Eugen Dühring schrijft een serie tractaten waarin hij de Joden niet alleen een culturele maar ook een biologische bedreiging noemt, vooral als zij zich tot het christendom bekeren en zodoende toegang krijgen tot besloten cirkels. Dühring: "De oorsprong van de algemene minachting voor het Jodendom ligt in zijn absolute inferioriteit op alle intellectuele gebieden. Joden hebben gebrek aan wetenschappelijke drang; zijn onbenullig op het gebied van de filosofie en zijn niet in staat iets te betekenen op het gebied van de wiskunde, kunst of zelfs de muziek. Daarom is dit ras inferieur en ontaard. Het is de taak van de Nordische [Arische] volken om zulke parasitaire rassen uit te roeien, net als wij slangen en roofdieren uitroeien." De Duitse Kanselier Von Bismarck negeert een petitie met een kwart miljoen handtekeningen waarin wordt geëist dat de Joden uit alle overheidsfuncties worden ontslagen. |
1882-1899 |
Reeksen pogroms tegen Joodse gemeenschappen in de West-Russische concentratiegebieden. |
1882 |
De Duitse Jood Leo Pinsker schrijft zijn boek 'Zelfemancipatie', waarin hij de Joden oproept tot 'een nationale terugtrekking naar de oevers van de rivier de Jordaan'. Met Pasen wordt in het Hongaarse dorp Tiszaeszlar het oude bloedsprookje verspreid. Kort daarna overspoelt een golf van antisemitisch geweld heel Hongarije De Russische tsaar Alexander III treft nieuwe anti-Joodse maatregelen. Ze mogen zich ook binnen de concentratiegebieden niet meer overal vestigen, het wordt hen verboden op zondagen zaken te doen en het onderwijs aan Joodse kinderen wordt beperkt. De christenzionist ds. William Hechler vertrekt naar Rusland om slachtoffers van de pogroms te helpen. Russische migranten stichten in Israël het plaatsje Rishon le-Zion. In het Russische Kharkov wordt de Zionistische Bilu-beweging opgericht. Binnen een paar maanden vertrekt de eerste groep aanhangers naar Israël. In de periode 1882-1904 inspireren de Bilu- en Hibbat Zion-bewegingen meer dan 25.000 Oost-Europese Joden om naar Israël te migreren (de zgn. Eerste Aliya). |
1884 |
In het Silezische Kattowitz vindt een grote conferentie plaats van de zionistische 'Geliefden van Zion'-beweging. De Britse christenzionist en ambassadepredikant (in Wenen) ds. William Hechler schrijft De Terugkeer van de Joden naar Palestina volgens de Profeten. In de jaren erna raakt Hechler hecht bevriend met Theodor Herzl, die hij adviseert en inspireert en later introduceert bij belangrijke Europese machthebbers, waaronder de Duitse keizer. |
1886 |
De Franse antisemiet Edouard Drumont schrijft zijn De Franse Jood, waarin hij de lezer probeert wijs te maken dat Joden in Frankrijk op alle terreinen de dienst uitmaken. Het boek wordt een bestseller en krijgt lovende kritieken in de nationale katholieke (en rabiaat antisemitische) krant La Croix. |
1887 |
De Oostenrijks-Hongaarse regering bepaalt bij wet dat buitenlandse Joden zich niet in het land mogen vestigen. |
1889 |
Geboorte van Adolf Hitler in het Oostenrijkse plaatsje Braunau am Inn |
1891 |
Op de eerste dag van Pasen worden de Joden uit Moskou verbannen. De Amerikaanse christenzionist William Blackstone (zie ook 1878/1917) stuurt president Harrison een door 400 vooraanstaande christenen ondertekende petitie met de titel 'Palestina voor de Joden' . In het document wordt gedetailleerd ingegaan op de mogelijkheden van een Joodse terugkeer naar Zion en worden de VS opgeroepen die te steunen, met name in hun contacten met de Europese machten. |
1893 |
Zwitserland verbiedt het rituele Joodse slachten en maakt daarmee kashroet onmogelijk. Later volgen Noorwegen (1930), Duitsland (1933), Zweden (1937) en Italië (1938). |
1894 |
De Frans-Joodse legerofficier Alfred Dreyfus wordt slachtoffer van een antisemitisch complot, beschuldigd van spionage voor Duitsland en veroordeeld tot levenslang. Sterke antisemitische gevoelens steken in heel Frankrijk de kop op. Dreyfus' proces wordt verslagen door de Joodse journalist Theodor Herzl, die tot de conclusie komt dat de Joden blijkbaar nergens thuis en veilig zijn en dus een eigen staat moeten krijgen. Herzl legt vervolgens de kiem voor het politiek zionisme dat de staat Israël tot gevolg had. Alfred Dreyfus wordt in 1906 onschuldig bevonden, in ere hersteld, en later bevorderd tot luitenant-kolonel. Hij heeft zich nooit gerealiseerd welk een enorme invloed zijn noodlot heeft gehad op dat van het gehele Joodse volk. |
1895 |
De antisemiet en leider van de Christelijke Sociale Partij, Karl Lueger, wint de verkiezingen voor het burgemeesterschap van Wenen. Hij voert anti-Joodse maatregelen in en staat anti-Joods geweld toe. |
1896 |
Theodor Herzl publiceert zijn boek Der Judenstaat, een blauwdruk voor het politiek zionisme. De christenzionist ds. William Hechler schrijft een zionistische lobbybrief aan de Groothertog van het Duitse Baden. De brief wordt later beschouwd als een modelverklaring voor christelijke steun aan het zionisme. |
1897 |
In Basel vindt het eerste Zionistisch Congres plaats. Herzls zionistische droom appelleert echter in de eerste plaats aan de Oost-Europese Joden, waarvan er steeds meer de moeilijke reis naar Israël ondernemen. Van de 159 delegatieleden zijn er 55 uit Rusland en 30 anderen zijn daar geboren. Eregasten zijn de vooraanstaande christenzionisten ds. William Hechler, Henry Dunant en de Duits-Lutheraanse predikant dr Johann Leptius. De term 'christenzionist' wordt in Basel voor het eerst gebruikt door Theodor Herzl als hij Hechler, Dunant en Leptius voorstelt. De religieuze Hibbat Zion-beweging treedt toe tot de (algemene, door seculieren gedomineerde) Zionistenorganisatie. In de West-Russische 'concentratiegebieden' (verplichte Joodse woongebieden) wonen inmiddels vijf miljoen Joden (en slechts 320.000 in de rest van het Russische rijk). Binnen het gebied zijn bepaalde steden voor Joden verboden, zoals Kiev en Sebastopol. |
1898 |
Na intensief lobbywerk van de christenzionist ds. William Hechler geeft de Duitse keizer Wilhelm als eerste Europese machthebber een openlijke steunverklaring aan aan het zionisme af. Later bezoekt de keizer Jeruzalem, waar hij wordt ontvangen door een delegatie van de zionistische beweging o.l.v. Theodor Herzl. |
1899 |
Oprichting van de Nederlandse Zionistenbond. |
1902-1906 |
Een nieuwe golf van door de overheid aangemoedigde pogroms overspoelt de Joodse gemeenschappen in de West-Russische concentratiegebieden. |
1902 |
In het Russische Vilna wordt de religieus-zionistische Mizrachi-beweging opgericht. Hun motto: "Het Land van Israël voor het Volk van Israël op basis van de Thora van Israël". |