Westerse non-interpolaties zijn Bijbelgedeelten in het Nieuwe Testament waar de Westerse tekst korter is dan de andere handschriften. De term is geopperd door Westcott en Hort (B.F. Westcott en F.J. Hort, The New Testament in the Original Greek, deel 2 (Cambridge and London, 1881; 2nd ed., 1896), pp. 175-177).
Door Westcott en Hort werden de volgende 27 westerse non-interpolaties herkend:
Van deze werden door Hort Mat. 27:49, Luk. 22:19b-20, 24:3, 24:6, 24 :12, 24:36, 24:40, 24:51, 24:52 aangewezen als zijnde met sterke bewijzen dat ze origineel waren (W. Willker, A Textual Commentary on the Greek Gospels: Western non - interpolations, p. 1)
Naast bovengenoemde komen ook de volgende teksten mogelijk in aanmerking: Mat. 21:23, 28:7, Mark. 6:50 , 9:35, 14:65, Luk. 8:44, Joh. 12:8, 13:32.