Elul (maand)
אֱלוּל H435 "Elul",

Zie ook: Beeldbank, Kalender (Hebreeuwse),

Elul (Hebreeuws אֱלוּל H435), 6de maand in Hebreeuwse en Babylonische kalender, overeenkomend met ons augustus-september.

Inhoud

Bijbel

De maand wordt genoemd in Nehemia "De muur nu werd volbracht, op den vijf en twintigsten van Elul, in twee en vijftig dagen" (Neh. 6:15). Daarnaast wordt het niet bij name genoemd in Haggai toen deze profeet een profetie kreeg "In het tweede jaar van den koning Darius, in de zesde maand, op den eersten dag der maand" (Hag. 1:1).


Terminologie

De naam van de Hebreeuwse maand אֱלוּל H435 Elul is tijdens de Babylonische ballingschap overgenomen van de Babylonische kalender, waar de maand in het Akkadisch  Elūlu "oogst" betekent.


Jodendom

Het is de gewoonte om vanaf de eerste dag van de maand Elul tot Rosh HaShana iedere ochtend op de Sjofar te blazen.

Omdat de letters van de maand voorkomen als eerste letters van de eerste vier woorden in Hooglied 6:3 אֲנִ֤י לְדֹודִי֙ וְדֹודִ֣י לִ֔י ’ănî ləḏwōḏî wəḏwōḏî lî "Ik ben mijns Liefsten, en mijn Liefste is mijn", wordt deze maand ook wel "de maand van de Bruid" genoemd. Baal Shem Tov (Rabbi Israel Ben Eliëzer) beschreef om die reden de dagen van Elul als "de dagen waarin de Koning in het Veld is". Hij legt dit als volgt uit:

Om een audiëntie met de koning te krijgen, moet men gewoonlijk een langdurige en moeizame procedure ondergaan. De persoon moet eerst naar de hoofdstad reizen, een afspraak regelen en dan toestemming krijgen om het paleis te mogen betreden. Zelfs wanneer deze persoon toestemming heeft gekregen, kan het nog dagen duren voordat hij eindelijk op audiëntie mag. Wanneer de persoon dan eindelijk bij de Koning komt is deze audiëntie meestal ook nog eens zeer kort en formeel. De persoon die de etiquette van het hof niet gewend is voelt zich op zijn ongemak en hierdoor afgeschrokken krijgt hij misschien zelfs spijt van zijn beslissing om de Koning te zien. Door zijn nervositeit kan hij zelfs voorkomen dat hij vergeet om zijn verzoek voor de Koning neer te leggen.

Maar… één keer per jaar (in de maand Elul) verlaat de koning de hoofdstad om de verschillende provincies in zijn koninkrijk te bezoeken. Wanneer hij dan een stad bereikt, wordt net buiten de muren een kamp opgezet en gaan zijn dienaars alvast naar de stad om het bezoek voor te bereiden.

In de tussentijd is de koning in het veld waar hij uitrust en geniet van het vroege herfstweer. Daar houdt hij zich niet aan dezelfde formaliteiten als in het paleis en is het gewone volk toegestaan om de koning te begroeten en zijn zegen te ontvangen.

Het is om deze reden, nu de koning makkelijk is te benaderen, dat de maand Elul ook wel "de Koning in het Veld" wordt genoemd. Een mogelijke verwijzing zien we bij Josafat die eropuit trok (2 Kron. 19:4).


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!