Jasub, Jasib (Hebreeuws יָשׁוּב H3437) persoon in de Bijbel.
Zoon van Issachar (Num. 26:24), wiens nakomelingen Jasubieten worden genoemd. Elders ook Jasib (1 Kron. 7:1) of Job genoemd (Gen. 46:13).
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!