Isbi Benob (Hebreeuws יִשְׁבּוֹ בְּנֹב H3430), naam van een Filistijn in de Bijbel.
Een Filistijn een afstammeling van Rafa, die het David aanviel (2 Sam. 21:16), maar Abisai, de zoon van Zeruja, kwam David te hulp en doodde de Filistijn (2 Sam. 21:17). Dat de situatie penibel moet zijn geweest voor David blijkt uit het feit dat zijn mannen daarna niet meer wilden dat David ten strijde trok.
Als afstammeling van Rafa houdt dit in dat Isbe Benot een 'reus' moet zijn geweest. Vandaar dat vanouds hij een reus wordt genoemd, bv. Dauid sloech goliase dod. Die so sterc was ende so grod. Sire suster sone abisai. Sloech ielbidenob (l. iesbidenob) lesen wi. (Rijmb. p. 255, r. 23-26, West-Vlaanderen, 1285; Vroegmiddelnederlands Woordenboek [VMNW], lemma JESBIDENOB).
Het Hebreeuws יִשְׁבּוֹ בְּנֹב H3430 "Isbi Benob" van יָשַׁב H3427 en נֹב H5011 "bewoner van Nob". Hierbij moet de plaatsnaam Nob zeer waarschijnlijk gelezen worden als גֹּב H1359 Gob (2 Sam. 21:18-19), in het Hebreeuws een klein verschil van schrijfwijze.