Boer, Landbouwer
γεωργός G1092 "landbouwer, wijngaardenier", אִכָּר H406 "akkerlieden, landman, akkerman, landbouwer", גּוּב H1461 "akkerlieden, landbouwers", יָגַב H3009 "akkerlieden, landbouwers",

Zie ook: Landbouw, Landbouw (doorverwijspagina),

Een boer, landbouwer of agrariër is iemand wiens bedrijf bestaat uit landbouw en/of veeteelt.

Inhoud

Bijbel

Het wordt als het eerste beroep in de Bijbel genoemd: "en Habel werd een schaapherder, en Kain werd een landbouwer" (Gen. 4:2).

Van de profeet Amos wordt gezegd dat hij een veeherder was (Amos 1:1) en de vruchten van de sycomoor teelde (Amos 7:14).


Overig

Ballade van den boer

Er stonden drie kruisen op Golgotha,
Maar de boer hij ploegde voort.
Magdalena, Maria, Veronica,
Maar de boer hij ploegde voort,
En toen zijn akker ten einde was,
Toen keerde de boer den ploeg
En hij knielde naast zijn ploeg in het gras,
En de boer, hij werd verhoord.

Zo menigeen had een schonen droom,
Maar de boer hij ploegde voort.
Thermopylae, Troja, Salamis,
Maar de boer hij ploegde voort.
Het jonge graan werd altijd groen,
De sterren altijd licht,
Gods woord streed in de wereld voort
En de boer heeft het gehoord.

Men heeft den boer zijn hof verbrand,
Zijn vrouw en os vermoord;
Dan spande de boer zichzelf voor den ploeg,
Maar de boer hij ploegde voort.
Napoleon ging de Alpen op
En hij zag den boer aan 't werk,
Hij ging voor Sint-Helena aan boord
En de boer hij ploegde voort.

En wie is er beter dan een boer,
Die van de wereld hoort,
En hij ploegt niet, wat er al geschiedt
Op dezen akker voort.
Zo menigeen lei den ploegstaart om,
En deed het werk niet voort,
Maar de leeuwerik zong hetzelfde lied,
En de boer hij ploegde voort.

Heer God! De boer lag in het gras,
Toen droomde hij dezen droom:
Dat er eindelijk een rustdag was
Naar apostel Johannes' woord.
En de kwaden gingen hem links voorbij
En de goeden rechts voorbij,
Maar de boer had zijn naam nog niet gehoord
En de boer hij ploegde voort.
Eerst toen de boer dien hemel zag
Zo vol van lichten schijn,
Toen spande hij zijn ploegpaard af,
En hij veegde het zweet van zijn voorhoofd af,
En hij knielde naast zijn stilstaand paard,
En hij wachtte op Gods woord.

Een stem sprak tot aarde, hemel en zee
En de boer heeft haar gehoord:
— ‘Terwille van den boer die ploegt
Besta de wereld voort!’

J.W.F. Werumeus Buning (1891-1958), uit: Negen balladen (1935)

Boeren Nederland

Gedurende de Middeleeuwen verloren veel boeren hun vrijheden vanwege het feodalisme. Slecht weinig boeren – de weerboeren – wisten hun vrijheid en hun erf te behouden. Aan het einde van het feodalisme kregen meer boeren weer hun vrijheid terug en konden meer land pachten of zelfs kopen. Door middel van het pachten van grond konden sommigen hun boerenbedrijf vergroten en zelfs personeel in dienst te nemen. Hierdoor ontstond langzaam een verschil tussen herenboeren (vrije boeren met personeel), keuterboeren (een kleine boer die via loondienst zijn inkomsten aanvulde) en landarbeiders (die zijn diensten aan boeren aanbood).

Na de Tweede Wereldoorlog begonnen ze meer te produceren en kwamen er steeds grotere boerenbedrijven. Na 1980 begon het aantal boerenbedrijven sterk te dalen. Waren er in 1980 nog bijna 145.000 bedrijven, in 2017 waren dat er minder dan 55.000 (CBS, 6 mei 2020).


Aangemaakt op 2 oktober 2019


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!