Apostelconvent

Zie ook: Mozes (wet),

Het Apostelconvent, ook wel Apostelconcilie of Concilie van Jeruzalem genoemd was een vergadering waarbij de apostelen uit de eerste gemeente samenkwamen met Paulus en zijn begeleiders.

Inhoud

Bijbel

De vergadering wordt besproken in Handelingen 15 en in Galaten 2:1-10.

Aanleiding voor de vergadering was dat in Antiochië enkele Joodse christenen, die uit de groepering van de Farizeeën kwamen (Hand. 15:5), waren gekomen en die betoogden dat de besnijdenis een essentiële voorwaarde was om zalig te worden (Hand. 15:1; Gal. 2:4) omdat dit door hen werd gezien als een altijd durend teken van het het verbond met Abraham (Gen. 17:9-14) en waartegen Paulus en Barnabas ageerden. Besloten werd dat deze kwestie aan de apostelen en ouderlingen te Jeruzalem (de eerste gemeente) werd voorgelegd (Hand. 15:2).

Na de introductie, waarin wordt aangehaald dat velen uit de heidenen tot geloof zijn gekomen (Hand. 15:3), worden de eigenlijke punten neergelegd waarover beslist moeten worden, nl. of deze zich moeten besnijden en ze zich aan de Mozaïsche wet moeten houden (Hand. 15:5). Dat dit twee hete hangijzers waren blijkt uit het feit dat ook tijdens deze vergadering er onenigheid ontstaat (Hand. 15:7).

Nadat Petrus (Hand. 15:7ev.) en Paulus en Barnabas (Hand. 15:12ev.) nogmaals een betoog houden hoe het Evangelie ook onder de heidenen is gebracht en dat door de Heilige Geest geen onderscheid wordt gemaakt. Neem Jakobus het woord (Hand. 15:13ev.) en beslist dat de gelovigen uit de heidenen niet hiermee lastig gevallen moeten worden (Hand. 15:19). Hierbij geeft Jakobus drie restricties, nl. ze mogen zich niet bezighouden met dingen die door afgoden zijn besmet (bv. vlees eten), ze mogen geen ontucht plegen en ze mogen geen verstikte dieren (i.e. waar het bloed nog inzit) of iets met bloed eten (Hand. 15:20) met daarbij de verwijzing dat deze beperkingen iedere sabbat in de synagoges worden gelezen (Hand. 15:21). Opvallend is dat Paulus in zijn brief het hier niet over heeft en alleen noemt dat hij aan de armen moest denken (Gal. 2:10).

Sommigen zien deze beperkingen als een verwijzing naar de Noachidische wetten (Gen. 9:4-7), echter deze worden niet allemaal genoemd. Wel zorgden deze beperkingen ervoor dat de Joodse christenen zonder problemen de heidense christenen (en vice versa) konden uitnodigen om met hen de maaltijd te houden.

Aan het einde van de vergadering wordt een brief geschreven met daarin de beslissingen en verzonden naar Antiochië (Hand. 15:30). Deze brief is niet overgeleverd.


Aangemaakt 11 november 2020