Literatuur
Bijbelteksten

Zak

Zak (Hebreeuws שַׂק ^H8242, Grieks σάκκος ^G4526), een buigzaam voorwerp van soepel materiaal zoals stof of papier, dat op één zijde na, gesloten is en waar dingen in opgeborgen kunnen worden.

Bijbel

Een bekende uitdrukking is Zak en as welke is afgeleid van de Bijbel als teken dat men in grote wanhoop (Esth. 4:1-4; Dan. 9:3) of rouw is (Gen. 37:34).

In de geschiedenis als de broers van Jozef naar Egypte gaan is meermalen sprake van een voederzak (Gen. 42:27-28; 43:12ev.; 44:1ev.), waarin voedsel zat voor de ezels (cf. Gen. 42:27).

Terminologie

Het Nederlandse woord zak is afgeleid van het Latijn saccus, afgeleid van het Grieks σάκκος ^G4526 sákkos, welke afgeleid is van een Semitische taal zoals het Hebreeuws שַׂק ^H8242 śaq, Akkad. šaqqu (Etymologiebank, zak - (verpakkingsmiddel)).

Aangemaakt 4 februari 2022

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!