De Statenvertaling 1637 beweging beweert dat de Staten Vertaling (SV) van de Bijbel superieur is aan alle andere (latere) vertalingen van de Bijbel. Deze beweging is te vergelijken met de King James Only movement die ditzelfde stelt van de King James Version (KJV).
In dit artikel worden ook argumenten van de King James Only movement genoemd, omdat die gelijke argumenten gebruiken – ook al zullen deze de SV hierom afwijzen.
De aanhangers van deze beweging geloven dat alle andere Nederlandse vertalingen van de Bijbel die na de Staten Vertaling werden gepubliceerd corrupt zijn. Deze beweringen zijn over het algemeen gebaseerd op een voorkeur voor het Byzantijnse teksttype of de Textus Receptus en op een intens wantrouwen jegens het Alexandrijnse teksttype of de kritische teksten van Nestle-Aland en Westcott-Hort, waarop de meeste twintigste- en eenentwintigste-eeuwse vertalingen van de Bijbel zijn gebaseerd. Dit wantrouwen gaat in sommige gevallen zover dat deze moderne vertalingen als duivelswerk worden beschouwd en zo sektarische neigingen aanneemt. Zo stelt N.C.Verhoef dat de Herziene Statenvertaling (HSV) een "Satans vervalsing" is (SV1637.org, De Herziene Staten Vertaling (HSV 2010): Satans vervalsing), terwijl een ander het omschreef als "Een enkelvoudige leugen maakt dus de hele bijbel een leugen. En daarmee nep. Een Satanische vervalsing." om vervolgens te betogen dat de HSV, NBG51 en NBV 'nepbijbels' zijn (geloofsgesprek.nl, Nepbijbels: Is jouw bijbel echt?).
Een soortgelijke redenatie zien we bij Christiaan Verburgh – die een aanhanger is van de King James Only movement – die als definitie geeft "Nepbijbels zijn een product van Satan's plan van kwaad" (SABS, Nepbijbels) en dan diverse vertalingen noemt, waaronder ook de Statenvertaling (SABS, Statenvertaling).
Zij claimen dat God beloofd heeft Zijn woord te bewaren en dat dit de Textus Receptus (of de vertaalde SV) wel moet zijn, want als deze het niet is, dan heeft God Zijn Woord niet bewaard en waarom zou je dan nog in Hem geloven. Dat dit een cirkelredenering is blijkt uit het feit dat veelal niet wordt onderbouwd waarom de Textus Receptus de 'oorspronkelijke Bijbel' is, maar wel wordt afgegeven waarom andere versies dat niet zouden zijn. Daarnaast stellen sommigen dat "Het onderscheid tussen originele geschriften en kopieën is irrelevant. Want de "originele" geschriften bevatten kopieën van voorgaande "originele" geschriften" (SABS, "Originele" geschriften versus kopieën), echter weten dan blijkbaar niet dat er geen enkel origineel geschrift – nl. welke geschreven is door de schrijver zelf – meer bestaat en dat we alleen kopieën hebben. Omdat iedere kopiist bij het overschrijven fouten maakt is het belangrijk om die fouten op te sporen omdat we zo iets dichter bij het originele geschrift komen en dus uiterst relevant is.
Hierbij zien we dat sommigen zich baseren op de eerste uitgave van de SV van 1637 (SV1637.org, Korte Geloofsbelijdenis), terwijl anderen zich baseren op de Van Ravesteyn-editie uit 1657 omdat zij die nauwkeuriger achten, maar deze overigens wel corrigeerde op vele taal- en zetfouten (GBS, Bijbelvertaling) en zodoende een geheel nieuwe SV editie ontstond.
Aanhangers van deze beweging bekritiseren vaak dat nieuwe Bijbelvertalingen sommige verzen of gedeelten, die wel in de SV staan, niet bevatten. Als argument gebruiken zij "dat de handschriften van het Griekse Nieuwe Testament die ten grondslag liggen aan de moderne vertalingen verminkt zijn en dat zij in feite afbreuk doen aan de belangrijkste leerstukken van de Schrift" (G.W. Anderson, p. 1).
Een bekend voorbeeld is 1 Johannes 5:7-8 en welke in de tekstkritiek ook wel het Comma Johanneum wordt genoemd en in de meeste moderne vertalingen (deels) is weggelaten. Aanhangers verwijzen dan naar de Kanttekeningen van de Staten Vertaling: "Dit vers, daar het een zeer klaar getuigenis bevat van den Heilige Drievuldigheid, schijnt door de Arianen uit enige boeken uitgelaten te zijn, maar wordt in meest alle Griekse boeken gevonden en zelfs ook bij vele oude en aanzienlijke leraars, die voor de tijden der Arianen geleefd hebben, tot bewijs der Heilige Drievuldigheid daaruit bijgebracht", als we echter de diverse manuscripten bestuderen dan zien we dat de meeste oude manuscripten (incl. de Byzantijnse) deze niet hebben, vandaar dat de HSV de meer correctere aantekening heeft "Deze woorden komen niet in alle Griekse manuscripten voor". In werkelijkheid zijn er slechts een tweetal manuscripten voor de 15de eeuw die dit in de tekst hebben, terwijl enkele anderen voor de 15de eeuw het in de kantlijn hebben, pas na de 15de eeuw komt het vaker voor als onderdeel van de tekst.
Een ander voorbeeld die Christiaan Verburgh (van de KJO-movement) aanhaalt is dat in Romeinen 3:26 in de SV staat "uit het geloof van Jezus is" en volgens hem "which believeth in Jesus" moet zijn omdat dit in de KJV staat (SABS, Statenvertaling is Satan's vertaling). Het grote probleem is dat in de grondtekst εκ G1537 "uit" staat en de SV in dit geval correcter is dan de KJV.
Ook Markus 1:2 wordt regelmatig aangehaald omdat de SV (en KJV) "de profeten" hebben, echter we zien dat de oudste handschriften "profeet Jesaja" hebben (derhalve ook in diverse moderne vertalingen). Omdat deze tekst niet in Jesaja voorkomt, maar wel in Maleachi 3:1 is in andere (latere) handschriften dit veranderd in "Jesaja en de profeten" of "de profeten" omdat in Jesaja 40:3 ook gesproken wordt over de bode en het zo kloppend probeerden te maken.
Op internet zijn dan ook diverse lijsten verschenen waarin al deze verschillen worden genoemd. In het boek "Sleutel bij de tekst van het Nieuwe Testament, Een lijst met weglatingen en veranderingen" heeft G.W. Anderson de meest belangrijke genoemd en welke in weze niets anders is dan een opsomming van de verschillen tussen de Textus Receptus en een kritische editie van het Nieuwe Testament.
Zij stellen dat de Textus Receptus de enige correcte weergave is van de Bijbel en welke zij "de officiele „Bijbel“ van de Kerk van Rome uit de donkere Middeleeuwen" noemen (SV1637.org, Checklist voor vervalste Bijbels). Terwijl de Alexandrijnse tekst een corruptie is omdat hierin diverse Bijbelverzen zijn weggelaten. Zij beargumenteren dan ook dat deze (en alle andere manuscripten) van "de zgn 'Alexandrijnse Cultus'" en teruggrijpt "op een 1 % minderheidstekst waarvan de belangrijkste manuscripten uit de prullenbak van een klooster (Sinaiticus) en de bibliotheek van de mens der zonde in Rome komen (Vaticanus)" (SV1637.org, Checklist voor vervalste Bijbels). Hierbij valt op dat zij vergeten te vertellen dat naast deze twee manuscripten er ook talloze anderen zijn die overal zijn gevonden.
Sommigen stellen dat door al deze zogeheten veranderingen "De huidige stand van zaken is ondertussen dat er uit de moderne “vertalingen” nu al zo'n 60.000 woorden zijn verwijderd. Allemaal woorden die wel in de Textus Receptus zijn te vinden" (www.gelovendoenweallemaal.nl, De Nederlandse Bijbel Vervalsing). Concreet zou – als deze bewering waar is – dit inhouden dat ruim eenderde van het Nieuwe Testament (de Textus Receptus is alleen het Nieuwe Testament!) zou zijn verwijderd en wat totale onzin is daar iedereen kan constateren dat dit niet zo is.
Wat zij verder vergeten of minstens ontkennen is dat in de tekstkritiek helemaal geen voorkeur is voor een bepaalde groep manuscripten, maar dat deze allemaal worden bestudeerd om zo overschrijffouten en andere fouten daaruit te halen om zo achter de oorspronkelijke brontekst te komen. Zelfs door Erasmus werd in de Textus Receptus dit in zijn diverse edities reeds toegepast, ook al was dat met een beperkte set manuscripten.
Daarnaast zien we zelfs dat sommigen ook de Textus Receptus afwijzen en stellen dat de Statenvertaling of King James Version de enige ware is.
Ook stellen zij dat de Masoretische tekst van het Oude Testament de enig correcte is. Dit in tegenstelling tot de Septuaginta en Dode Zee-rollen welke volgens hen corrupte versies zijn, zonder dit overigens te beargumenteren.
Hierbij is het wel vreemd dat in het Nieuwe Testament vooral vanuit de Septuaginta wordt geciteerd. Terwijl de Dode Zee-rollen juist de Masoretische tekst bevestigd. Verder vergeten zij dat ook in de vele Masoretische manuscripten er vele duizenden varianten zijn en welke indertijd door Benjamin Kennicott zijn onderzocht (en ook op onze website bij de desbetreffende Bijbelverzen worden genoemd).
Tevens moeten we ons afvragen wat zij onder de Masoretische tekst verstaan want de Statenvertalers gebruikten de Tweede Rabbijnenbijbel van Jacob ben Chayyim (ook genaamd de Bombergiana), waarschijnlijk in de editie van Buxtorf 1618/19 (GBS, Bijbelvertaling), maar deze wil in diverse gevallen afwijken van andere Masoretische manuscripten. Zo zien we dat in de SV אֲדֹנָי H136 'Adonai' wordt overgezet met 'Heere' en יְהוָה H936 'JHWH' met 'HEERE'. Echter in de door hen gebruikte editie zijn deze meermalen verwisseld waardoor we bij diverse Bijbelteksten "HEERE" zien staan, terwijl het eigenlijk "Heere" moet zijn (Ex. 15:17; Num. 14:17; 22:22; Joz. 7:8; etc.). Dit wordt niet alleen door andere Masoretische manuscripten bevestigd, maar ook door de diverse Dode Zee-rollen en de Septuaginta. Hierbij moet opgemerkt worden dat er tussen de oorspronkelijke uitgave van 1637 en de Jongbloed-editie op dit punt ook nog eens onderlinge verschillen zijn (bv. Klaagl. 1:14).
Dankzij de toegenomen kennis van de talen, maar ook vanwege de grotere beschikbaarheid van manuscripten, blijkt dat sommige woorden of teksten in de SV verkeerd zijn begrepen of zelfs vertaald. Hierboven hadden we al een paar voorbeelden genoemd en hieronder zullen we nog een aantal noemen (zie het artikel Statenvertaling waar nog meer voorbeelden worden genoemd van fouten in de SV):
Zo zien we dat het woord שָׁפָן H8227 is vertaald met "konijn", terwijl dit dier toen niet in Israël voorkwam. In werkelijkheid is het een klipdas (Lev. 11:5; Deut. 14:7; 2 Kon. 22:3; etc.). Ook de רְאֵם H7214 'eenhoorn' welke is overgenomen uit de Septuagint is in werkelijkheid de uitgestorven oeros (Bos primigenius primigenius). Dit weten we omdat in aanverwante talen dit woord ook die betekenis heeft (E. Klein, p. 600; J. Heise, p. 183), naast dat ook in de Bijbel staat dat dit dier meerdere horens had (Deut. 33:17; Ps. 22:22).
Een ander voorbeeld is שֵׁכָר H7941 en σίκερα G4608 beiden met "sterke drank" (Lev. 10:9; Num. 6:3; 28:7; Richt. 13:4; 1 Sam. 1:15; Luk. 1:15; etc.) vertaalt, terwijl er bier bedoeld wordt.
Hoofdlettergebruik zoals bv. in "den koning Salomo, met de kroon, waarmede Hem Zijn moeder kroonde op den dag Zijner bruiloft, en op den dag der vreugde Zijns harten" (Hoogl. 3:11) terwijl duidelijk uit de context blijkt dat het om Salomo gaat en niet om Jezus. Oorzaak is dat de vertalers een allegorische interpretatie toepasten.
Ook zijn er in de SV inconsequenties, bijvoorbeeld in Jeremia 52:12 lezen we "Daarna, in de vijfde maand, op den tienden der maand (dit jaar was het negentiende jaar van den koning Nebukadrezar, den koning van Babel), als Nebuzaradan, de overste der trawanten, die voor het aangezicht des konings van Babel stond, te Jeruzalem gekomen was", terwijl in 2 Koningen 25:8 we lezen "Daarna in de vijfde maand, op den zevenden der maand (dit was het negentiende jaar van Nebukadnezar, den koning van Babel) kwam Nebuzaradan, de overste der trawanten, de knecht des konings van Babel, te Jeruzalem". Niet alleen wordt de naam van de koning anders geschreven, maar ook de dag klopt niet. Volgens de beredenering van deze beweging zou dit soort inconsequenties tot gevolg hebben dat ook de SV niet correct is en derhalve een 'nepbijbel' zou zijn (Zie voor meer van dit soort contradicties Fouten in de Bijbel).
Daarnaast zijn er bepaalde woorden die in het hedendaags Nederlands een totaal andere betekenis hebben gekregen. Bv. λῃστής G3027 'moordenaer' betekent een rover, misdadiger (Mat. 21:13; 26:55; 27:38, 44; Mark. 11:17; 14:48; 15:27; Luk. 10:30, 36; 19:46; 22:52; Joh. 10:1, 8; 18:40; 2 Cor. 11:26 †). Een saillant detail is dat de Jongbloed-editie en de GBS-editie van de SV dit foutievelijk heeft overgezet naar 'moordenaar'.
Een soortgelijk voorbeeld is 'wijt van begrijp' (Gen. 34:21; 1 Kron. 4:40; Jes. 22:18 †) en waarmee de omvang wordt bedoeld. De Jongbloed-editie zette dit over naar 'wijd van begrip' wat totaal iets anders is, terwijl de GBS-editie dit correct overzette naar 'wijd van ruimte'.
Juist vanwege de vele verouderde woorden is het al een reden om de Bijbel naar modern Nederlands om te zetten. Terwijl dit ook een kans is om de genoemde fouten te verbeteren. Hierdoor komt er alleen een vertaling die betrouwbaarder is en niet 'corrupt' zoals door de aanhangers van deze beweging wordt gesteld.
Nadat de Wartburg Driestar in 2023 had besloten dat de HSV gebruikt mocht worden, hebben een aantal ouders, leerlingen, oud-leerlingen, leerkrachten van andere scholen en andere medestanders een petitie opgestart om terug te gaan naar de Staten Vertaling van 1637 (cf. AbdB, 9 sept. 2023). Een van de argumenten die zij hanteren is "dat er in Openbaring 22, Deuterenomium 12 en andere plaatsen in de Bijbel duidelijk staat dat het niet toegestaan is om Gods dierbare Woord door mensenhand te veranderen". Los al van het feit dat ze zelfs niet eens een Bijbelboek goed kunnen citeren (want het is Deuteronomium), hebben zij tevens niet in de gaten dat als een vertaling een verandering inhoudt ook zij met hun Statenvertaling de mist ingaan en derhalve reeds zelf zich aan hun argument schuldig maken.
Aangemaakt 28 oktober 2022, laatst gewijzigd 7 augustus 2023