Een boek in traditionele zin is een samengevoegde hoeveelheid papier met tekst, afbeeldingen of allebei. Dit kan zowel een boekrol zijn (waarbij de tekst op een lange rol is geschreven) of een boek waarbij de pagina's aan een kant zijn samengebonden. Het voordeel van het laatste is dat men snel iets kan opzoeken, terwijl bij een boekrol men eerst helemaal naar de desbetreffende passage moest door de rol aan een kant weer op te rollen. Een derde variant zijn kleitabletten en ostraca waar men op schreef. Met name het spijkerschrift was zeer bruikbaar omdat daarmee niet in letters maar lettergrepen of zelfs hele woorden werd geschreven en om die reden weinig ruimte in nam.
De Bijbel bestaat uit 66 boeken en brieven. Die uit het Oude Testament zijn in het Hebreeuws en (delen in het) Aramees geschreven, terwijl het Nieuwe Testament in het Grieks is geschreven. Daarnaast zijn er ook nog deuterocanonieke boeken en pseudepigrafische boeken, die allemaal bij elkaar apocrief worden genoemd.
De oude Dode Zee-rollen werden in boekrollen geschreven, meestal op papyrus (waar ons woord papier van is afgeleid) of perkament. Pas later kwam de boekvorm, met pagina's, zoals wij die kennen in zwang.
Met name veel Akkadische geschriften zijn op kleitabletten geschreven. Ook in Israël zijn deze teruggevonden, naast vele ostraca (scherven) waarop korte teksten zijn geschreven.
In de Bijbel zijn ook diverse namen van boeken die in de loop der tijd verloren zijn gegaan. (Nb. niet compleet overzicht!)
De schrijver van Kronieken maakte gebruik van meerdere bronnen, welke grofweg onderverdeeld kunnen worden in historisch en profetisch.
1) De historische werken welke hij noemt zijn, het commentaar (מדרש = midrash) op het boek van de koningen (1 Kron. 24:27); het boek van de koningen van Israël (1 Kron. 9:1; 2 Kron. 20:34); het boek van de koningen van Juda en Israël (2 Kron. 16:11, etc.); het boek van de koningen van Israël en Juda (2 Kron. 27:7, etc.).
2) De profetische werken zo genoemd naar hun auteur zijn de geschiedenissen van den profeet Nathan, en in de geschiedenissen van de ziener Gad (1 Kron. 29:29); de woorden van de profeet Nathan, de profetie van de Siloniet Ahia, en de gezichten van de ziener Jedi (2 Kron. 9:29); de woorden van de profeet Semaja, en de ziener Iddo (2 Kron. 12:15); de geschiedenissen van Jehu, de zoon van Hanani (2 Kron. 20:34); de geschiedenissen van Uzzia, die de profeet Jesaja, de zoon van Amos, heeft opgeschreven (2 Kron. 26:22); het visioen van de profeet Jesaja, de zoon van Amos (2 Kron. 32:32); de woorden van de zieners (2 Kron. 33:19)
Met namen in het Nieuwe Testament komen diverse citaten of verwijzingen voor van personen en boeken die niet in de Bijbel staan:
Aangemaakt 22 mei 2005