Wijsheid
σοφία G4678 "wijsheid", σύνεσις G4907 "samenstromen, bijeenkomen, kennis, wijsheid", חָכַם H2449 "wijsheid, wijselijk, onwijs, wijzer, beleid met -, wijs, volleerd, onderwijzen, ervaren", חׇכְמָה H2451 "wijsheid, verstandig, beleid, bedreven (, wijs", חׇכְמָה H2452 "wijsheid", חׇכְמוֹת H2454 "wijsheid, wijs",

Zie ook: Artikelen Blog, Kennis, Geleerd, Wijsheid (Gods), Wijsheid (vergaan v.), Wijsheidliteratuur,

Wijsheid (Hebreeuws חׇכְמוֹת H2454, Aramees חׇכְמָה H2452, Grieks σοφία G4678), of scherpzinnigheid, is het vermogen om te denken en te handelen met behulp van kennis, ervaring, begrip, gezond verstand en inzicht.

Inhoud

Bijbel

In Spreuken 9:1 wordt de Wijsheid gepersonificeerd als een vrouw.

Wijsheid kan ook van God worden gegeven, zoals we zien bij koning Salomo die hierom vroeg (1 Koningen 4:29-34; 5:12; etc.).


Terminologie

Het Hebreeuws חׇכְמָה H2451 "wijsheid, bedrevenheid" van de werkwoordstam חָכַם H2449 "wijs zijn". Hiervan afgeleid, via het Jiddisch, het Bargoens goochem in de zin van "ervaren, slim, verstandig" (Etymologiebank.nl, lemma goochem), "slim, geslepen, uitgeslapen, gewikst" (WNT, lemma goochem);

Het Grieks σοφία G4678 "vaardigheid, intelligentie, wijsheid" van σοφός G4680 "wijs, bekwaam, geschoold". In de LXX vooral gebruikt voor חׇכְמָה H2451.

Wijsheid ‘het wijs, verstandig zijn’ (Etymologiebank.nl, lemma wijsheid), "het wijs zijn, het verstandig zijn; goed, juist inzicht, veelal berustend op veel kennis en ervaring, in wat wezenlijk of niet wezenlijk, juist of onjuist is in algemenere toep." (WNT, lemma wijsheid). Afgeleid van wijs bn. ‘verstandig’ (Etymologiebank.nl, lemma wijs), "wetend, kennis hebbend; kundig" (WNT, lemma wijs).


Citaten


Aangemaakt 23 april 2005, laatst gewijzigd 5 januari 2021



Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!