Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
Candacè (Gr. Κανδάκη), titel van de regerende koningin van het oude Kush (Ethiopië). De naam Candacè is afkomstig uit het Meroïtisch (Nubisch) kdke, samengesteld van kd "vrouw" en ke wat een titel of status aangeeft (Abarim, Candace) en betekent vrij vertaald "koningin" of correcter "koningin-moeder" (John Fage, A History of Africa, p. 115).
Bijbel
In Hand. 8:27 lezen we over de kamerling die een soort minister van financiën was van de Candacè van Nubië en op zijn terugreis Filippus ontmoet en met hem over het geloof praat. Deze Candacè is waarschijnlijk Amantitere (22–41 n.C.) of Amanitore (als men ervan uitgaat dat Amantitere dezelfde is als Amanitore en niet haar dochter. Zie Overzicht Cadacès van Kush) omdat deze geschiedenis zich afspeelde in 38 n.C..
Geschiedenis
Plinius schrijft dat de "Koningin van de Ethiopiërs" de titel Candacè droeg en dat de Ethiopiërs het Syrië en de Middellandse Zee had veroverd (Pliny, Natural History VI. 35. 186), ook andere schrijvers vermelden de titel (Strabo XVII. 1. 54; Cassius Dio LIV. 5. 4-6).
In 25 v.C. viel de Candacè Amanirenas de stad Syene, het huidige Aswan, aan wat tot tot het grondgebied van het Romeinse Rijk behoorde; Keizer Augustus vernietigde de stad Napata als vergelding (Strabo, Geography, XVI.iv.4-17; XVII.i.53-54, ii.1-3, iii.1-11).
Overzicht Candacès van Kush
- 1005 - 950 v.C., Makeda;
- 310/05 - 279 v.C., Alakhebasken;
- 177 – 155 v.C., Shanakdakhete; De oudst bekende regerende koningin. Ze wordt weergegeven op reliëfs dragend een wapenrusting en hanterend een speer in de strijd. Haar man was haar gemaal en niet een koning. Haar zoon erfde de troon bij haar overlijden.
- 50 - 40 v.C., Amanikhabale;
- 40 – 10 v.C., Amanirenas; In 23 v.C. viel de Romeinse gouverneur van Egypte, Petronius, Nubië binnen als reactie op haar aanval op het zuiden van Egypte, en plunderde het noorden van haar grondgebied en maakte Napata tot op de grond gelijk (~22 v.C.).
- c. 10 – 1 v.C., Amanishakheto; Bekend vanwege het verslaan van de Romeinse invasie van Nubië door de Romeinse keizer Augustus en het regelen van een gunstig vredesverdrag met Rome. Augustus schepte in zijn Daden van de Goddelijke Augustus op dat "een inval zover werd gemaakt tot de stad van Napata, die naast Meroe ligt".
- 1–20 n.C., Amanitore; Het is onwaarschijnlijk dat Amanitore een echtgenoot was van Natakamani, ze worden afgebeeld als zijnde gelijkwaardig, echte co-regenten.
- 22–41 n.C., Amantitere; mogelijk dezelfde als Amanitore, of misschien haar dochter.
- 62–85 n.C., Amanikhatashan; Haar piramide is in Meroë. Is beroemd vanwege dat ze haar Kushitische cavalerie naar Titus stuurde tijdens de Grote Joodse Opstand (70 n.C.).
- 266–283 n.C., Maleqorobar;
- 306–314 n.C., Lahideamani;